vrijdag 13 september 2024

Pelgrimeren van Saint-Claude naar Pezou

Pelgrimsroute van Parijs (F) naar Santiago de Compostela (S)
Via Turonensis van Parijs naar Saint-Jean-Pied-de-Port (GR655)
Westroute van Lozère (Palaiseau) naar Tours (GR655 O)
Van Saint-Claude naar Pezou
Woensdag 21 augustus 2024 – 22 km.
Dag 14: 272,5 – 294,5 km
 
Bij de Tour de Grisset uit de 2e eeuw

Eerste dagstart vanuit Montoire-sur-le-Loir
De wekker wekt ons om 6:00 uur in onze caravan op Camping des Reclusages in Montoire-sur-le-Loir, ten noorden van Château-Renault. Dat is sinds gisteren de derde camping tijdens deze zomerpelgrimage.
Na het ontbijt verlaten we de camping om 7:10 uur, om met de auto vanuit Montoire-sur-le-Loir naar Pezou te rijden. We hebben de fietsen op het fietsenrek achter op de auto. 
Nadat we de fietsen van de auto af hebben gehaald, laten we de auto achter bij de Mairie van Pezou, en dan fietsen we van Pezou de 17,5 kilometers naar Saint-Claude.
Het is vandaag aangenaam zonnig weer en het waait licht.
Als we de camping verlaten, is het trouwens nog maar 9 graden Celsius, en daarmee kunnen de trui en de jas nog wel aan als we vanmorgen fietsen. De temperatuur loopt vandaag op tot 21 graden Celsius aan het eind van deze etappe. Het is de hele dag prima wandelweer.

Door bos en veld naar La Petite Haie
Vandaag gaan we lopen van Saint-Claude (nabij Brévainville) naar Pezou, over een afstand van 22 kilometer.
Om 9:10 uur vertrekken we in het centrum bij de voormalige wasplaats in Saint-Claude. 
We gaan aan de overkant van de weg direct de steile heuvel op, naar waar de kerk staat.
De kerk kunnen we niet in, maar door een hekwerk kunnen we wel het interieur van deze dorpskerk goed zien.
Aan de kerkgevel hangen ornamenten, waaronder ook gebeeldhouwde Jacobsschelpen.
We gaan voorbij de kerk het open veld in, en lopen over mooie veldpaden dan naar het Bois de Saint-Claude, dat we parallel aan de Loir doorkruisen over mooie brede bospaden in de koelte van het bos.
Als we het bos uit komen, staan we bij het begin van de bebouwde kom van het buurtschap La Corbonnière. 
De routegids geeft aan dat we langs de bosrand om dit gehucht heen zouden moeten lopen, maar de wegwijzers geven aan dat de route door het gehucht heen gaat. We volgen de wegwijzer, en vragen in het buurtschap aan een man waar de route het plaatsje uit gaat. Hij geeft aan hoe we verder kunnen om het veldpad voorbij het gehucht te vervolgen.

La Maugerie > La Blinière > La Maugerie
Dan gaat het over een mooi veldpad tussen uitgestrekte akkers door in de richting van La Petite Haie. Als we dat plaatsje al in zicht hebben, lopen we langs een grote vogelvangkooi op een wagen, die bij een perceel met boompjes en struiken is geplaatst.
Vlak vóór La Petite Haie buigen we af, en dan komen we in het buurtschap Villepot.
Dat is maar klein, dus enkele minuten later lopen we dat buurtschap ook al weer uit.
We lopen nu over een asfaltweg naar het buurtschap La Maugerie.
De wit-rode wegwijzers volgend lopen we het buurtschap (er langs) voorbij, en krijgen dan direct Morée al in zicht.
In onze wandelgids zien we echter dat de route La Maugerie doorkruist, naar het volgende buurtschap La Blinière.
We besluiten derhalve toch nog (terug) door La Maugerie te lopen, op weg naar La Blinière. Bij het klimmen op de asfaltweg hebben we vanaf een flinke hoogte een heel mooi uitzicht achter ons over de vallei van de rivier de Loir.
We wandelen La Blinière in.
Daar volgen we de wegwijzer en de aangegeven route in de wandelgids, om vervolgens op de aangegeven plaats waar een veldpad zou moeten beginnen, te constateren dat we voor een afgesloten graanstoppelakker staan. We kunnen niet verder, er is geen veldpad, en aan de randen langs de akker zien we ook nergens iets wat verderop op een volgend veldpad lijkt. Conclusie is dus dat dit veldpad niet meer bestaat, waarschijnlijk door het herverkavelen van akkers. Er zit dus niets anders op dan om te keren en weer terug te lopen naar de nieuw bewegwijzerde route bij La Maugerie.
Een inwoner van La Blinière ontmoeten we onderweg, en hij vertelt dat de pelgrimsroute vanuit dit gehucht inderdaad is komen te vervallen. Hij geeft de tip om terug te lopen, door een stukje af te snijden langs een nieuwe loods die de agrarische coöperatie onlangs heeft gebouwd. Dan zijn we snel weer terug in La Maugerie. En hij vertelt dat we dan niet naar de drukke D19 moeten lopen, maar dat we vlak vóór de enorme loods van een metaalbedrijf het veldpad op moeten gaan, om dan verderop uiteindelijk op de goede weg verder te gaan. Dat doen we dienovereenkomstig, en zo lopen we inderdaad volgens de wit-rode wegwijzers correct Morée binnen. Daarbij hebben we wel zo’n twee kilometer extra moeten lopen vandaag.

Café allongé in Morée 
Op het moment dat we het centrum van Morée naderen, buigt de route af van het centrum. Dat is nog niet onze bedoeling, want wij willen hier in Morée eerst een kop koffie drinken, en we weten inmiddels (dat zagen we op de fiets) dat hier een café is. Daarom lopen we eerst het dorpscentrum binnen, op zoek naar het café van de Tabac-zaak. Daar drinken we een kop koffie. Het is hier – net zoals bij heel veel andere Tabac-zaken – een komen en gaan van klanten, die komen voor koffie, drank, tabak, en heel vaak ook voor kansspelen, want dat laatste is hier in Frankrijk big business.
Direct buiten de bebouwde kom wandelen we over een recreatieterrein langs de camping van Morée.
Een houten bruggetje dat we moeten oversteken, ruikt sterk naar verf, dus die is nog niet zolang geleden geheel geschilderd.
Voorbij enkele private grondstukjes voor recreatie langs de Loir, verlaten we Morée, dat we in de verte nog achter ons zien liggen.
Dan steken we via de ijzeren rivierbrug de Loir over.

Lunchpauze aan de Loir in Fréteval
Over een breed steenachtig pad lopen we tussen de Loir (links) en l’Etang de Saint-Lubín (rechts van ons).
Vóór ons horen we muziekklanken, en dan zien en horen we een jongeman bij een auto aan het water op zijn klarinet spelen. We raken met hem in gesprek. Hij vertelt het klarinetspelen goed te willen leren, maar kan geen noten lezen, en is nu al zo’n negen maanden aan het oefenen, vooral ook op dergelijke mooie plekken in de natuur, te midden van de zang van vogels. Hij kan al spelen op verschillende panfluiten, en ook op een traditionele Japanse fluit, en nu wil hij ook de klarinet goed leren bespelen. Hij komt uit Versailles, en omdat zijn vrouw hier uit de Loir-streek komt, en hier ook veel familie van haar woont, hebben zij inmiddels een huisje in deze regio, waar ze momenteel verblijven. Hij gaat dan zoals nu de natuur in om er muziek te maken.
We wandelen Fréteval binnen en passeren daarbij de kerk.
Het dorp is kleurrijk versierd, waaronder een gevel waaraan een in allerlei kleuren versierde fiets hangt.
We gaan hier even van de doorgaande route af, omdat we aan de rivier de Loir onze lunchpauze willen houden.
Naast de Loir-brug vinden we een picknickbank, waar iets verderop ook twee jonge vrouwen met een camperbusje picknicken. Aan de overzijde van de rivier zien we een oude ijzeren stuw, met vier waterluiken naast elkaar.

Naar de Tour de Grisset uit de 2e eeuw
Door een mooie laan lopen we naar de rand van het dorp. Links zien we elementen die lijken op de restanten van een oude burchtmuur. Tussen die burchtmuur en onze hoge laan ligt een verdiept droog gedeelte, waarin water zou kunnen staan, als een soort slotgracht.
Met een royale boog lopen we om het gehucht Montballière heen. Verderop gaan we vlak vóór het buurtschap Buzellerie een veldpad op.
We hebben ze tijdens deze zomerpelgrimage nog niet veel gezien, maar hier komen we langs twee akkers met bijna uitgebloeide zonnebloemen.
Nog voordat we bij de autoweg N10 arriveren, komen we langs de locatie waar eeuwen geleden een Gallisch-Romeinse nederzetting heeft gestaan. Twee informatiepanelen verhalen over de geschiedenis van die tijd en van deze voormalige nederzetting. Nog één ruïne rest van deze nederzettting, en dat is een dikke toren uit de 2e eeuw, namelijk de Tour de Grisset.
Die staat nog fier overeind, weliswaar aangetast door de tand des tijds, maar nog heel prominent krachtig hier in het veld.
We kunnen er zelfs naar binnen, waar een grote zwerm wespen overigens rondvliegt.

Tussen water links en rechts langs de Loir
Vervolgens lopen we een eind parallel aan de N10. Bij de rotonde van l’Ormois worden we als voetgangers voor het gevaar gewaarschuwd bij het oversteken van een drukke verkeersweg.
Voorbij een waterzuiveringsstation, waar twee werklui werkzaam zijn, gaan we evenwijdig verder langs de N10, totdat we ervan afbuigen en bij een oud stationsgebouwtje een spoorweg oversteken.
Dan gaat het verder over steenachtige wegen, met op een gegeven moment water links van ons (de Loir) en water rechts van ons (grote vijverpartijen). Zowel links als rechts van ons liggen private grondstukken, waarop mensen al dan niet hun kleine onderkomens voor recreatief gebruik hebben gebouwd. Blokhutten, huizen, schuurtjes en caravans, het zijn allemaal voorbeelden van de bonte verzameling van bouwwerken links en rechts aan het water. 
Vlak vóór Pezou moeten we nog een keer een beek oversteken. Gelukkig ligt naast de onder water staande doorwaadbare plaats een platte stenen brug, waarmee we laag over de beek kunnen oversteken.

Open kerk en gemeentehuis in Pezou
In de hoofdstraat aangekomen van Pezou zien we een oude richtingwijzer aan een gevel hangen. Er staat op dat de Route Nationale nummer 10 de doorgaande route is van Parijs naar Bayonne, dat we hier in Pezou zijn, en dat het vanaf hier nog 4 kilometer is naar Fontaine, en 17 kilometer naar Cloyes. Het snelle verkeer zal deze wegwijzers vast en zeker niet meer zien, en ze al helemaal niet meer gebruiken, maar wie hier traag passeert, zoals wandelend, die ziet ze nog hangen, die oude Franse richtingborden aan gevels langs de weg.
We komen bij de kerk, waar een huis tegenover staat, waarvan een deel van de gevel is geconstrueerd met vakwerk, waarschijnlijk niet authentiek, maar als decoratie.
We hebben overigens geluk, want de kerkdeur staat open, dus we kunnen naar binnen. 
Mooi en kleurrijk zijn de kerkramen van deze kerk, onder andere van de heilige Christoffel (de patroonheilige voor onder andere reizigers en pelgrims), en van Petrus bij Jezus aan het meer.
In het koor hangt een schilderij, met daarop de voorstelling van het Laatste Avondmaal van Jezus Christus met zijn discipelen.
Bij de kerk staat ook de Mairie. Als ik aan de deurkruik voel of die open is, blijkt dit gemeentehuis gesloten te zijn. Dat correspondeert ook met de openingstijden op het bord naast de deur.
Als ik wegloop, gaat achter me de deur toch nog open. Als ik de vrouw in de deuropening vraag of we wellicht een gemeentestempel in onze pelgrimspaspoorten kunnen krijgen, zegt ze dat dat wel kan, dus ik haal de pelgrimspaspoorten tevoorschijn, en dan zet de ambtenares twee mooie gemeentestempels met haar nodige enthousiasme in onze pelgrimspaspoorten. Ze complimenteert ons daarna met het feit dat wij de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela bewandelen. Een mooie afsluiting is dat van deze etappe.
We halen onze fietsen met onze auto terug uit Saint-Claude, en rijden dan terug naar de Camping des Reclusages in Montoire-sur-le-Loir, waarnaar we gisteren zijn verkast met onze caravan.

Geen opmerkingen: