donderdag 17 november 2022

De Friese adel, stinzen, states en buitenplaatsen

Donderdagmiddag 17 november 2022
 
De Martenastins van Franeker

Functie & Rol
  • Waarom werden er stinzen, staten en later buitenplaatsen in Fryslân gebouwd? 
  • Welke functie hadden ze?
Ze waren onlosmakelijk verbonden met de Friese adel. 
De adel had zo zijn eigen rol en functie. 
  • Wat was er zo speciaal aan die Friese adel? 
  • Welke betekenis had de adel in Fryslân? 
  • Hoe was het in de Middeleeuwen; hoe was het in de 17e en 19 eeuw, en hoe is het nu?
Programma
Over het verhaal van de Friese adel met hun stinzen, states en buitenplaatsen wordt vanmiddag in de Sint-Genovevakerk van Jelsum verteld door Bearn Bilker, voorzitter van ‘Stichting Staten en Stinzen’, tevens adeldeskundige. 
Deze lezing wordt georganiseerd door de ‘Vrienden en Vriendinnen van Dekema State’.
Aansluitend is er gelegenheid om Dekema State te bezoeken, en dan wordt ook de kans geboden om de film over het leven van Occa Johanna Ripperda te bekijken.

Staten en stinzen in Fryslân
Vanmiddag krijgen we een overzicht van de Friese stinzen en states, in relatie tot de Friese adel.
Stinzen zijn de oude stenen huizen, voorheen van tufsteen, en later van kloostermoppen (âlde Friezen) gebouwd. 
  • De eerste bewoners van Fryslân kwamen onder andere vanwege de slenken in de Waddenzee, omdat dat de verbindingswegen waren om het gebied binnen te komen en ook het gebied weer te verlaten.
  • Na de eerste boerderijen, en hoofdboerderijen kwamen de stinzen, vooral torengebouwen ter verdediging, als toevluchtsoord. Daarna bouwden de belangrijkste bewoners van het dorp een boerderij, zoals bijvoorbeeld de zaalstins Allemastate van Oudwoude. 
  • Een ontwikkelstapje verder was bijvoorbeeld Liauckemastate van Sexbierum, iets meer in de vorm van een kasteeltje.
  • De adellijke was de belangrijkste persoon van een dorp. Een hoofdeling ofwel edelman was vaak de bestuurder van zo’n dorp. Friese adel was vaak gebaseerd op een bepaalde positie in het dorp, dus niet zozeer (en minder ) verwijzend naar bezit van veel geld. Adel maakt haar eigen positie voortdurend sterker, door bijvoorbeeld in rang opklimmend te trouwen met een adellijke huwbare.
  • States werden hoofdzakelijk woonhuizen, maar hadden met grachten en ophaalbruggen toch ook nog een verdedigingsfunctie. 
  • De Burmania’s, Cammingha’s, Liauckema’s en de Holdinga’s, waren invloedrijke bestuurders. 
  • De meeste states zijn in een L-vorm gebouwd; veelal begonnen met één verdieping, en later opgehoogd met een tweede verdieping en een torentje.
  • Adellijke families braken hun states ook wel af in de Gouden Eeuw, om ze daarna luxueuzer her te bouwen of om te bouwen.
  • De Beslinga’s van Friens waren van boerenafkomst.
  • Holdingastate van Anjum was een state met alles erop en eraan, met bijvoorbeeld ook een fruitboomgaard, en met twee torens. De familie Holdinga is indertijd overigens uitgestorven. 
  • Wiardastate van Goutum is ook heel mooi, kwam al snel in handen van de familie Cammingha. Die familie had in Leeuwarden heel veel bezit, zelfs een hele wijk (espel). Na de Reformatie bleven ze katholiek, en daarom mochten ze niet meer in het bestuur zitting hebben.
  • Het Camminghaslot van Ballum op Ameland was ook van de familie Cammingha. Ameland was een zogenoemde vrijheerlijkheid, dus zelfstandig, in eigendom van de Cammingha’s.
  • Camminghaburg lag aanvankelijk buiten Leeuwarden. De Cammingha’s kwamen van origine uit Ferwerd; één van de topdorpen, vanwege de vruchtbare grond.
  • Martenastins in Franeker is een stadsstins, ooit één verdieping, nu meer, en met een toren en een diepe tuin erachter.
  • Heringastate ofwel het Poptaslot van Marsum is de enige Friese authentieke state die nog intact overeind staat. De boerderij is er tegenaan geplakt. Popta was overigens niet van adel.
  • Crackstate in Heerenveen: men is met states in het noorden begonnen tussen Harlingen en Anjum, en is in 1648 al afgezakt tot in het zuiden van Fryslân, tot in Heerenveen. Ook Crack was niet van adel. Hij liet zijn state wel in volle glorie bouwen, met een prachtige gevel. Stadhouder Willem Frederik is bij de opening van Crackstate geweest. Bij die opening kregen ze ruzie over een hond, waarbij ook klappen werden uitgedeeld. 
  • Orxmastate stond in Menaam, en had een uitzonderlijk – onfries – uiterlijk.
  • Hottingastate van Pietersbierum is een state in de stijl van Frans rococo, met een rococo-gevel, en zeer uniek voor Fryslân.
  • Jongestal State (ook wel Huis van Berouw genoemd) van Hallum is neo-classisistisch qua stijl. Het kreeg de bijnaam Huis van Berouw, omdat de kinderen er niets mee konden, en het daarom afbraken.
  • Groot Terhorne van Beetgumermolen werd wel bewoond door Friese adel, vroeger afkomstig uit Duitsland.  
  • Epemastate van Ysbrechtum is eeuwenlang van de familie Van Welderen Rengers geweest. Later kwam het in de handen van de Eijsinga’s. 
  • Praktisch alle states zijn in de 19e eeuw afgebroken, omdat ze meestal niet meer betaalbaar waren, en omdat de adel geen eigen rechten meer hadden als afzonderlijke sociale klasse. Hun positie kreeg minder aanzien. Tevens waren er landbouwcrises en hongersnood. Veel boeren konden de pacht niet meer betalen, dus de adel verviel van rijk tot arm. States werden verkocht om ze af te breken ter verkoop van het bouwmateriaal, met name de stenen. De meeste adellijke families verhuisden indertijd hoofdzakelijk naar Den Haag. 
  • Fogelsanghstate in Veenklooster: daar hoort nog bezit bij, met gronden; en daar woont ook nog steeds een adellijke familie. Deze state is ontstaan vanuit een klooster. Fogelsangh kocht de state vanwege de grond, en daardoor verkreeg hij ook een positie in het bestuur.  

Buitenplaatsen
  • Huize Sytzama in Kollum, het voormalige gemeentehuis, is inmiddels een grand café geworden. 
  • Buitenplaatsen – zoals in Kollum en Oranjewoud - werden gebouwd omdat ze mooi waren, met ook mooie tuinen erbij.  
  • Het eerdere Oranjewoud in Oranjewoud was een vorstelijke buitenplaats, met heel bewust de naam ‘Oranje’ erin. Hier woonden ook de Friese Nassaus. 
  • Oranjestein in Oranjewoud was voor één van de kinderen van de familie Cats van Oranjewoud.
  • Huis Rijs in Rijs was een buitenplaats van de familie Van Swinderen; pas in 1937 (helaas) afgebroken. 
  • Lauswolt van Beetsterzwaag is ook zo’n buitenplaats.
  • Harinxmastate van Beetsterzwaag is eveneens een buitenplaats. Dit huis is steen voor steen verplaatst van Drachten naar Beetsterzwaag, omdat de familie ruzie had met het bestuur van Drachten.
  • Princessehof van Leeuwarden is gekocht door prinses Maria Louïse. Dit werd gebruikt als weduwenpaleisje. Dat is een typisch Duits verschijnsel. 
  • Het Stadhouderlijk Hof in Leeuwarden was aanvankelijk van Prins Lodewijk, ús Heit. Beneden zijn er nog mooie kamers.
Adel nu
Er waren in Fryslân ongeveer honderd adellijke families. Later werden ze geregistreerd, en resteerden alleen jonkheren/jonkvrouwen en baronnen/baronessen. 
Er zijn er nog vijftien adellijke families over.
Onlangs werd er trouwens toch nog een Friese adellijke familie (de 16e) toegevoegd. Maar die stam is ook direct al weer eindig, omdat er geen mannelijke opvolging is.

Geen opmerkingen: