zaterdag 27 maart 2021

Een groet met een knipoog aan landloper Bosker

Vrijdag 26 maart 2021

Over de Reeweg wandelen we Zuidvelde uit

















Fascinerende voetreis door de kop van Drenthe
De Groninger Onlanden en de fijnmazige waterlopen tussen de stad Groningen en het Drentse Veenhuizen vormen een natuurlijke loper die de stad en het platteland verbinden. Hier is in korte tijd een prachtige wildernis geschapen en ontstaan, die zich kan meten aan de vermaarde Oostvaardersplassen of de Veluwe. Reeën foerageren hier tot aan de rand van de Groningse nieuwbouwwijken, de vos struint door het Groninger Stadspark en de bever en de otter voelen zich thuis in de nieuwe, langgerekte moerasdelta.
De in 2016 gepubliceerde wandelgids 'Langs de mooiste diepjes in de kop van Drenthe' is het tweede deel in de 'Wandelknooppuntenreeks' van landschapsjournalist en voetreiziger Fokko Bosker. Deze wandelaar-schrijver neemt je als wandelaar als het ware mee op een voetreis door een fascinerend landschap met een heel eigen geschiedenis.
De twaalf thematische verhalen die bij de twaalf etappes horen, staan stil bij de rijke cultuurhistorie van de streek, bij de opmerkelijke flora en fauna en daarnaast ook bij de ultieme schoonheid van het wandelen. De auteur omarmt de neerbuigende kwalificatie van 'landloper' als geuzennaam en geeft aan het bestaan als lanterfanter een nieuwe, positieve betekenis.
Deze 'landloper' Bosker heeft in zijn wandelgidsen al vele duizenden kilometers in Fryslân en Groningen verkend. De Kop van Drenthe - waarover deze wandelpublicatie gaat - behoort qua afwisseling en ongeplaveide wegen volgens Fokko tot de mooiste streken voor voetreizigers. Bosker voert je met deze wandelgids verhalenderwijs door een wandel-eldorado.

Een lustoord onder handbereik
In zijn wandelgids beschrijft Bosker een uitgestrekt gebied met verhalen, die de historie, de natuurbeleving en het wandelgenot met elkaar verbinden.
De route voert je in zeven etappes over een afstand van 122 kilometer van Groningen, via Roden, Norg en Een naar Veenhuizen, waarna je via Zeijen, Donderen en Eelde weer terug loopt naar de stad Groningen. Deze langeafstandswandeling is verrijkt met vijf rondwandelingen, in en vanuit Roden, Norg, Veenhuizen, Eelde en Groningen, over een totale afstand van 93 kilometer.
De totale afstand van 215 wandelkilometers toont je in twaalf trajecten de schoonheid van de natuur, en vooral van de variatie in oude landschappen. Door het in de loop van de afgelopen jaren herinrichten van de beekdalen is in dit gebied als het ware een samenhangend wildpark van nieuwe natuur geschapen en ontstaan.
In de begeleidende etappeteksten is veel aandacht besteed aan de natte en kruidenrijke groenlanden langs het netwerk van beken en stroompjes, voor de aardkundige vorming van het gebied en voor de cultuurhistorische elementen van deze regio.

Wandelknooppuntenreeks
Alhoewel het boek als tweede deel van een Wandelknooppuntenreeks wordt betiteld, tref je als lezer-wandelaar de Wandelknooppunten niet in de reisgids aan. De wandelgids bevat dus geen routebeschrijving in opeenvolgende wandelknooppunten. Wel wordt in het verhalende deel in globale bewoordingen iets aangegeven van markante punten onderweg, die enige indruk geven van de te volgen route, maar dat is niet een complete routebeschrijving zoals die in wandelgidsen te doen gebruikelijk is. Maar wat wel de route goed aangeeft, dat is de wandelkaart die als bijlage bij deze wandelgids is gevoegd. Die toegevoegde wandelkaart is goed gedetailleerd, en daarop staan in verschillende kleuren de routes van de zeven etappes van het hele traject en ook van de vijf rondwandelingen. Deze wandelkaart zou moeten volstaan om correct 'en route' te blijven.

Een groet met een knipoog aan landloper Bosker
Durkje en ik hebben ervoor gekozen om vandaag de zevende etappe van deze wandelgids te gaan lopen.
Deze zevende etappe is het traject van Veenhuizen naar Zeijen; volgens de wandelgids 17 kilometer lang. 
Het thema van deze wandeling is 'Een groet met een knipoog aan landloper Bosker'. In de bij deze route behorende wandelgids beschrijft Fokko Bosker één van de vroegere bewoners van het Veenhuizer Gesticht No. 3. Fokko verhaalt over de vroegere zeeman Cornelius Bosker (1845-1906), die als landloper werd opgepakt, en daarna in 1899 werd opgesloten in Veenhuizen. 
Deze zevende etappe begint in Veenhuizen. De route voert ons dan over de Slokkert door de Tempelstukken naar Zuidvelde, om daarna door het Noordseveld, langs het Oostervoortse Diep en door de Zeijerstrubben naar Zeijen te gaan.

Balanceren tussen periodieke Controle en verdiend Vertrouwen
Om 8:20 uur verlaten we Feinsum en rijden we met beide auto's eerst naar Zeijen, waar we één van de auto's achterlaten op de Zeijer brink, het eindpunt van vandaag. Dan rijden we met de andere auto door naar Veenhuizen. Als we vertrekken uit Feinsum is het droog en het ziet er naar uit dat we vandaag wel enige zonneschijn gaan krijgen. De temperatuur loopt vandaag op van 10 naar 14 graden Celsius. Onderweg valt er twee maal hele lichte neerslag, dat het niet eens verdient om als regen betiteld te worden. We lopen onder een prachtige half bewolkte lucht, met regelmatig zonnige perioden. Later op de dag zien we de dikke bewolking vanuit het westen steeds dichter op ons af komen. Kortom, mooi wandelweer.
We parkeren de auto bij het voormalige hospitaal van Veenhuizen, waar we Corona-safe een kop koffie 'to go' kunnen kopen alvorens we de tocht van vandaag aanvangen. Op de picknickbank buiten gezeten, valt mijn oog op de grote gevelsteen hoog boven in het vroegere hospitaal. De tekst op die gevelsteen luidt: "Vertrouw op God". Als we om 10:40 uur opstappen, zie ik dat het gebouw naast het hospitaal ook een naam heeft, namelijk 'Controle'. 
Die twee termen in de opschriften van de beide gevelstenen karakteriseren mijn werk binnen NHL Stenden Hogeschool van de afgelopen jaren, waar het vaak een kwestie was van balanceren tussen vertrouwen en controle. Nu eens moet je op het continuüm tussen vertrouwen en controle wat meer opschuiven naar vertrouwen, maar dan evenwel nooit uit het oog verliezen dat controle ook essentieel is; in mijn portefeuille op het snijvlak van interne en externe kwaliteitszorg. Door bij tijd en wijle eens te controleren kom je er achter of het gestelde vertrouwen nog steeds verdiend vertrouwen is. Tot zover over werk; vandaag gaan we wandelen.

Naar het beekdal van de Slokkert
Vanaf 'Bitter & Zoet' lopen we langs het Veenhuizer gevangenismuseum over de Meidoornlaan naar het bosperceel ten oosten van de dorpskom. Door het bos en over de Eikenlaan wandelen we naar de algemene begraafplaats, die de naam 'Het Vierde Gesticht' (1830) draagt; voor de vroeger overleden gestichtsbewoners van de gestichten 1 en 2 en 3 dus hun laatste verblijfplaats, maar dan wel onder de grond. Alleen al in de vakken 5 en 6 van deze begraafplaats liggen ruim 10.000 ex-bewoners van de drie gestichten begraven. Pas vanaf 1875 werd een grafregister bijgehouden en alleen de jongste graven zijn voorzien van een wit kruis.
Verder op de Eikenlaan zouden we linksaf het beekdal van de rivier de Slokkert in moeten lopen, om door dat beekdal naar de Broekdijk aan de overzijde te lopen. Omdat we twee weken geleden daar in tegenovergestelde richting het beekdal hebben doorkruist, weten we dat het beekdal grotendeels onder water staat, en dat je door het onder water gelopen land moet waden. Die natte ervaring van twee weken geleden hebben we achter te rug, en dat hoeft voor ons niet nogmaals. Daarom lopen we over de Eikenlaan door naar de Norgerweg. Daar gaan we via het bruggetje van het fietspad de Slokkert over, en dan proberen we langs de Slokkert naar een laantje te lopen, waarvan we door een witte lijn op de kaart vermoeden dat daar een pad door die laan loopt. Daar aangekomen, zien we echter dat het niet om een pad, maar om een brede vaart gaat, dus daar kunnen we niet langs richting Broekdijk. Daarom lopen we weer terug naar het bruggetje en vervolgen onze route langs de Norgerweg naar de plek waar de Broekdijk de Hoofdweg in het verlengde van de Norgerweg kruist.

Door Zuidvelde en langs het Oostervoortse Diep
In de Tempelstukken gaan we verder over het verlengde van de Broekdijk, door een bosperceel. Waar we het bos uit komen, staat een houten bank, waarop we plaatsnemen voor een kop koffie en een broodje. We zitten hier heerlijk in de volle zon, en vlak vóór ons de dorpskom van Zuidvelde.
Na deze rustpauze verlaten we Zuidvelde over het zandpad van de Reeweg
Daarna gaat het over de es verder over de Peestweg in de richting van Peest. Even verlaten we de Peestweg om met een ruime bocht een veldpad langs de Peestweg te volgen. En een eindje verderop verlaten we de Peestweg, om dan over prachtige onverharde paden het open veld tussen Norg en Peest te doorkruisen.
In het volgende bosperceel kruisen we de Veldweg waarover we drie weken geleden naar het Westerveen liepen. 
Aan de overzijde van de Hoofdweg gaan we het Noordseveld in. Links in het veld zien we verderop een kudde Schoonebeeker heideschapen grazen op het lager gelegen en vochtige land tegen de bosrand. 
Aan de noordzijde van Peest gaat de route dan verder over brede zandpaden door het open veld en door het bos naar het beekdal van het Oostervoortse Diep. Zodra we het Oostervoortse Diep over zijn gestoken, vervolgen we onze weg over het schouwpad langs het Oostervoortse Diep. Op meerdere plaatsen is dit graspad zo drassig en moerassig dat je hier en daar met je hele schoen wegzakt in de zuigende grond. 

Door de Zeijerstrubben naar Zeijen
Vlak voordat we de Peesterweg zouden bereiken, gaat de route verder over een smal veldpad vanuit de diepte van het beekdal naar een hoger gelegen zandpad aan de overzijde van het beekdal. 
Nadat we de Peesterweg hebben gekruist, komen we in het langgerekte bosperceel van de Zeijerstrubben, dat op de hogere delen al behoorlijk droog is, maar op de lager gelegen delen aan de zuidzijde nogal moerasachtig is. Bomen hebben hier geen stevige basis, dus her en der liggen omgevallen bomen in dit bijzondere bosperceel.
In het bos passeren we het oorlogsmonument voor de hier in 1944 gefusilleerde Friese verzetsstrijders dominee Lourens Touwen en Johanna van den Berg, de belangrijkste Friese koerier die in de Tweede Wereldoorlog gekend was met haar schuilnaam Annie Westland.
Als we de Zeijerstrubben uit komen, zien we het dorp Zeijen vóór ons liggen. Nu hoeven we alleen nog maar over een zandpad naar de bebouwde kom te lopen, en volgt tot slot nog een kort stuk door het dorp, tot aan de brink waar we vanmorgen onze auto hebben geparkeerd. Bij de warme bakker van Zeijen staan de klanten met mondkapjes op vóór de winkel hun beurt af te wachten, om straks hun brood en banket in de winkel te kopen. Verder is het rustig en stil in dit mooie Drentse dorpjes, waarin we hier en daar om ons heen verschillende oude boerderijtjes van het Saksische boerderijtype zien staan; die - zo te zien - nagenoeg allemaal woonboerderijtjes zijn tegenwoordig.
We rijden om 15:15 uur vanuit Zeijen naar Veenhuizen om daar de andere auto af te halen, en daarna gaat het weer huiswaarts.

Geen opmerkingen: