vrijdag 27 maart 2020

Pelgrimeren van Namen naar Bois-de-Villers

Donderdag  26 maart 2020
Boerenzoon Yves Binamé met zijn vader bij de gîte Clos de la Charlerie



















De eerste 31 pelgrimsdagen
De eerste pelgrimstocht van Durkje en mij - van het Friese Sint-Jacobiparochie naar het Spaanse Santiago de Compostela - duurde 152 dagen, in de periode van 16 mei 2005 tot en met 21 oktober 2012. Daarna liepen we aansluitend nog vier dagen door naar het ultieme eindpunt van deze pelgrimage op Cabo Fisterra, op de West-Spaanse rotskust van de Atlantische Oceaan.
Van alle 156 pelgrimsdagen schreven we een verslag, dat in combinatie met de onderweg gemaakte foto's een bijzonder document is geworden van een al evenzo bijzondere pelgrimage. Vanaf dag 32 zijn alle dagverslagen in de loop van de jaren gepubliceerd op mijn (deze) weblog. De eerste 31 dagverslagen zijn hier nog niet gepubliceerd, omdat ik in die periode nog geen weblog bijhield.
Om toch het verslag van die hele pelgrimstocht op deze blog te kunnen lezen, ga ik met terugwerkende kracht nog de ontbrekende eerste 31 wandelverslagen op deze weblog plaatsen. Af en toe zal ik zo'n dagverslag hier publiceren. Vandaag ga ik daarmee verder, met het verslag van pelgrimsdag nummer 29, over het traject van het Belgische Namen naar Bois-de-Villers.

Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela
Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Namen naar Bois-de-Villers
Maandag 15 oktober 2007 – 14 km.
Dag 29: 629,7 – 643,7 km

Driedaagse voor twee pelgrims
Vandaag is de eerste wandeldag in een serie van drie opeenvolgende in de herfstvakantie.
Op deze dag gaan we vanuit het Belgische Namen beginnen met de Sint-Jacobsroute, de Weg van Vezelay (de GR 654), die ons over een afstand van 684 km naar het Franse Vézelay zal voeren.
We rijden na het ontbijt om 6:45 uur met de auto vanuit Stiens naar Namen.
Tussen Breda en de Nederlands-Belgische grens drinken we even een kop koffie.
In Namen parkeren we om 11:45 uur de auto langs een doorgaande weg achter het treinstation van Namen.
Vervolgens lopen we over de spoorovergang en langs het spoor naar het treinstation van Namen.
Hier begint rond 12:00 uur onze wandeldriedaagse.

Vriendelijke stempel-ambtenaar
Vanuit het treinstation lopen we langs het busstation naar de Rue de Fer.
In deze winkelstraat staat het ook stadhuis van Namen.
Bij de balie van dit Hotel de Ville vragen we om een stempel van de gemeente van Namen in onze pelgrimspas.
Dat is snel gedaan, want het stempel ligt in een lade achter de balie.
Daarna maakt de ambtenaar op ons verzoek een foto van ons beiden in het stadhuis.
Verderop in de Rue de Fer pauzeren we enkele minuten op de trappen van de Sint-Jozefkerk om daar wat te eten en te drinken.
Vervolgens doorkruisen we het winkelcentrum en komen onder de poort van Hotel d’Harskamp door uiteindelijk bij de boog van de Handelsbank.
Voorbij deze boog passeren we vóór het gebouw van de Handelsbank het bronzen beeldje van Djoseph & Francwes, twee grappige figuren van de in 2002 overleden Naamse schilder Jean Legrand.

Kasteel en Citadel van Namen
Tegenover de Handelsbank steken we het Place d’Armes over.
Verspreid over dit plein zitten op de pleinbestrating meer dan honderd studenten in kleine groepjes bijeen, gezellig praten, eten en drinken in de heerlijke herfstzon.
Tussen de groepjes studenten door wandelen we na de eerste anderhalve kilometer rond 12:30 uur naar de brug over de rivier de Sambre, vanwaar we boven op de berg de vesting van Namen zien liggen: het kasteel van de Graven van Namen.
We beklimmen de trappen van het kasteel en lopen langs de vestingmuren, tot we uit komen bij een panoramapunt, vanwaar we de stad en het hier bij elkaar komen van de Maas en de Sambre van boven af goed kunnen bekijken.
Daarna gaan we in een flinke klim verder naar boven in de richting van de Citadel van Namen.
Door een combinatie van het deels ontbreken van de vertaling van de routebeschrijving, een inmiddels verdwenen kabelbaan en het ontbreken van routesignalering op essentiële plaatsen valt het tegen om de juiste route te vinden.

Land van Sambre en Maas
Vanaf de Citadel, voorbij het boven op de berg liggende Stadion èn het park met het Arboretum erachter wordt het een ware zoektocht.
Ook een sportlerares, die joggende groepjes studenten op een grote viersprong de weg wijst, durft niet met zekerheid te zeggen welke kant wij op moeten.
Na lang zoeken door de bungalowwijk achter het stadion en het park vinden we uiteindelijk weer de rood-wit gestreepte routemarkering.
We verlaten deze wijk van Jardin du Roy via de oude, onverharde weg van Brogne en gaan vanaf daar het sparrenbos van Marlagne in.
Over het kampad met in de valleien rechts de Sambre en links de Maas gaan we in de richting van het domeinbos van Vecquée.
We passeren de oude boerderij Notre-Dame-au-Bois en volgen de Route des Forts.
We komen dan rond 14:30 uur voorbij het bord van de plaats Wepion, waarvan de dorpskom verderop in oostelijke richting ligt.

Bunkers
Bij Cabaca gaan we verder door het Bois de la Vecquée.
Deze streek staat bekend om haar frambozen en fruitbomen.
We verlaten dit bos op een plaats waar nog net binnen de bosrand de ruïne van een bunker staat.
Vlak buiten de bosrand staat nog een tweede bunker.
Na een lange afdaling komen we in het gehucht Le Broctia.
Daarna volgt een stijgend pad naar het plateau van Maulenne.
Als we daarna tegen 15:00 uur een bosperceel verlaten, komen we bij de verkeersweg N954, waar we bij de boerderij van la Vallée de gemeente Bois-de-Villers binnen wandelen.

Bois-de-Villers
Over de Rue de la Haute-Charlerie en een veldpad tussen weilanden door, komen we bij de kapel in het dorp Bois-de-Villers aan.
Aan deze zijde van het dorp ligt het buurtschap La Charlerie.
De tweede boerderij die we vlak na 16:00 uur passeren, blijkt tot onze verrassing een gîte op de boerderij te zijn.
Achter de schuur zit een jongeman gehurkt een sigaret te roken.
We vragen hem of het mogelijk is om hier een kamer van deze gîte te huren voor één nacht.
Dat kan en we spreken af dat we voor 60 euro de grote tweepersoons kamer huren, dat we aan het begin van de avond van hem een warme maaltijd krijgen en we de volgende ochtend bij hem kunnen ontbijten op de boerderij.
We nemen de kamer en rusten eerst even op de binnenplaats van de hoeve.

Overnachten bij boer & zoon-traiteur
De gîte op deze hoeve wordt beheerd door de zoon van de boer, die vroeger deze boerderij in bedrijf had.
Vader en zoon zorgen voor een aangenaam verblijf voor de gasten van deze gîte.
Zoon Yves Binamé maakt met schoon bedtextiel onze kamer in gereedheid, terwijl wij buiten wachten.
Yves Binamé heeft de boerderij ingrijpend verbouwd tot gîte.
In deze luxe gîte kunnen gelijktijdig 12 personen verblijven.
Daarnaast heeft hij een professionele keuken laten installeren, van waaruit hij als traiteur veel grotere groepen uitgebreide menu’s kan voorschotelen.
Het ziet er allemaal keurig uit, deze gîte op de hoeve Clos de la Charlerie (www.closdelacharlerie.be).
Even na 19:00 uur wordt ons een heerlijke maaltijd geserveerd: lasagne met wijn en bier en een overheerlijk warm chocoladedessert.
Na een kop koffie wenst Yves ons een goede nacht en hij verlaat de hoeve.
Het was een prachtige dag, waarin we met veelvuldig en lang klimmen en dalen in vier uren weer 14 kilometer hebben afgelegd.

Geen opmerkingen: