zaterdag 28 maart 2020

Pelgrimeren van Bois-de-Villers naar Anhée

Zaterdag 28 maart 2020
Als pelgrims aan de Maas in België bij Godinne


























Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela
Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vezelay
Van Bois-de-Villers naar Anhée
Dinsdag 16 oktober 2007 – 25 km.
Dag 30: 643,7 - 668,7 km

De eerste 31 pelgrimsdagen
De eerste pelgrimstocht van Durkje en mij - van het Friese Sint-Jacobiparochie naar het Spaanse Santiago de Compostela - duurde 152 dagen, in de periode van 16 mei 2005 tot en met 21 oktober 2012. Daarna liepen we aansluitend nog vier dagen door naar het ultieme eindpunt van deze pelgrimage op Cabo Fisterra, op de West-Spaanse rotskust van de Atlantische Oceaan.
Van alle 156 pelgrimsdagen schreven we een verslag, dat in combinatie met de onderweg gemaakte foto's een bijzonder document is geworden van een al evenzo bijzondere pelgrimage. Vanaf dag 32 zijn alle dagverslagen in de loop van de jaren gepubliceerd op mijn (deze) weblog. De eerste 31 dagverslagen zijn hier nog niet gepubliceerd, omdat ik in die periode nog geen weblog bijhield.
Om toch het verslag van die hele pelgrimstocht op deze blog te kunnen lezen, ga ik met terugwerkende kracht nog de ontbrekende eerste 31 wandelverslagen op deze weblog plaatsen. Af en toe zal ik zo'n dagverslag hier publiceren. Vandaag ga ik daarmee verder, met het verslag van pelgrimsdag nummer 30, over het traject van het Belgische Bois-de-Villers naar Anhée.

Tijd voor ontbijt in Clos de Charlerie
Vandaag is de tweede wandeldag in een serie van drie opeenvolgende in de herfstvakantie.
Om 7:00 uur gaat de wekker van de telefoon, dus: opstaan, wassen en aankleden.
Om 8:15 uur rijden de boer en zijn zoon van onze overnachtingsgîte 'Clos de Charlerie' met de auto de binnenplaats van de hoeve op.
Ze hebben vers brood, croissants en broodbeleg meegenomen.
In een kamertje van de boerderij mogen we plaatsnemen aan een kleine tafel in het midden van deze kamer.
Vader en zoon dekken de tafel en zorgen voor verse koffie.
Twee nieuwe potten zelfgemaakte frambozen- en perenjam worden erbij gezet.

Ontbijten met boer & zoon
Terwijl de zoon in zijn prachtkeuken voor ons aan het werk is, ontbijt de oud-boer samen met ons.
Zijn ontbijt bestaat voor een deel uit een groot aantal verschillende medicijnen die hij uit een onvoorstelbaar grote doos vol met allerlei verschillende soorten medicijnen selecteert.
Hij vertelt dat hij vroeger boer was op deze hoeve en dat zijn zoon – de traiteur - er een gîte met een dure grootkeuken voor grotere groepen (tot 30 gasten) van heeft gemaakt.
Tegen de muur in deze kamer staan onder de verwarming twee grote open platte bakken, waarin geoogste walnoten liggen te drogen.
Als de vader even later buiten aan het werk gaat, komt zoon Yves ons gezelschap houden.
Na dit prima ontbijt nemen we om 8:45 uur uur afscheid van onze vriendelijke gastheer.

Panorama na klim
Bij de verkeersweg N954 verlaten we het buurtschap La Charlerie en wandelen langs de grote weg naar het verderop gelegen kruispunt.
Daar vinden we een supermarkt, waar we even wachten tot 9:00 uur en er dan broodjes, beleg en drinken voor onderweg kopen.
Dan wandelen we door het centrum van Bois-de-Villers en verlaten dit dorp daarna al snel.
Ook hier weer blijkt dat de vertaling van de routebeschrijving niet overeenkomt met de exacte route.
De rood-witte markering houdt ons nu gelukkig wel op de juiste koers, zodat we voorbij het Meurette-plateau arriveren bij het bos van La Hulle, in de buurt van het panorama van La Sibérie.
We lopen dan door dit bosperceel in herfsttooi over de bergkam aan de kant van de Maas.
Er zitten gevaarlijke afdalingen in, die we voorzichtig over een onder herfstbladeren verscholen pad zigzaggend nemen.
Dan komen we bij het panorama van La Sibérie.
Vanaf hier zien we op de achtergrond ver beneden ons de Maas en op de voorgrond een dode meander van die Maas.
Ook zien we hier van links naar rechts het kasteel van La Hulle, de zuiveringsfabriek van La Cibe, de rotsen van Frêne en de plaats Profondeville aan de oever van de Maas.

Over bospaden naar Profondeville
Dan gaan we afdalend verder - over de kam en langs de helling van deze bergrug - naar het op 180 meter hoogte liggende La Grande Hulle.
We lopen vanaf hier vanuit het Bois de la Hulle ongemerkt over in het Bois de Profondeville.
Het bosgebied - met enkele oude groeves - waar we door heen wandelen, is een beschermd waterwingebied, getuige de vele waterputten die we passeren.
Vlak vóór de Maasoever maken we een haakse bocht in zuidelijke richting en gaan dan over een smal pad, dat af en toe tussen uitgehouwen rotsen door loopt.
Daarna gaat het pad slingerend naar beneden verder.
Na een scherpe bocht wordt het een diep en hol pad.
Het pad eindigt in een smalle doorgang tussen twee woonhuizen langs de verkeersweg N92.
We zijn hier om 11:15 uur aangekomen op de grens van de twee dorpen Rivière en Burnot, beide gelegen in de gemeente Profondeville.

Koffie van de pomphouder
Op de splitsing van de N92 zien we even verder een benzinestation.
We gaan daar naar het toilet en kopen er een flesje gekoelde melk om bij het brood te drinken.
Als de pompeigenaar van ons hoort dat we in fasen het pelgrimspad bewandelen naar Santiago de Compostela, biedt hij aan dat we op zijn picknickbank kunnen rusten.
Als we daar even zitten te eten, komt hij weer langs en biedt ons gratis koffie aan uit zijn eigen thermosfles, waar we dankbaar gebruik van maken.
Bij het afscheid vertelt hij ons nog dat we al vrij spoedig een traject van een half uur fiks klimmen voor de boeg hebben.

Maas-panorama
We steken de N92 over en komen dan weer de gemeente Profondeville binnen.
Een eindje verder dalen we af naar de Maasoever.
Op de plaats waar het riviertje Burnot hier in de Maas uitmondt, zijn een stuw en een sluis gebouwd.
We gaan over de Burnot en lopen in zuidelijke richting een klein eindje over het jaagpad langs de Maas.
Dan klimmen we weer landinwaarts en steken rond 11:45 uur nogmaals de N92 over bij de kerk van Rivière.
Achter de kerk volgt een steile helling op weg naar een kruisbeeld.
Voorbij dit kruisbeeld gaat het weer sterk klimmend verder naar het gehucht Les Sept Meuses.
En het gaat ook daarna nog met een stevige klim verder, totdat we boven op de berg arriveren bij de immense zendmast die met een schitterend wit-rood contrast afsteekt tegen de helderblauwe lucht.
We zijn hier nu boven op de Mont Pélé.
Bij het restaurant dat tegenover de zendmast tegen de helling van de berg Pélé is gebouwd, staat een man bij een bultje brandende boombladeren te harken.
Het vuurtje stoken lijkt zo onzinnig. Het restaurant is door dit stoken gehuld in één grote rookwolk en die paar brandende bladeren en takjes staan in geen verhouding tot de immense bosoppervlakte er omheen, waar een omvangrijk bladerdek om het hele restaurant heen ligt.
Het restaurant is gesloten, maar we mogen op ons verzoek even door het toegangshek om op het panorama-terras aan de voorzijde te kijken naar de Maas, die aan de voet van deze Mont Pélé meandert.
Dit Point de vue des Sept Meuses ligt op 255 meter hoogte.
De zendmast is op grote afstand te zien en vanaf hier is het mogelijk om bij goed zicht zelfs Frankrijk al te zien.

Rouillon
Vanaf dit hooggelegen punt wandelen we over de kamweg parallel aan de Maas in zuidwestelijke richting.
In de bocht van de Maas zetten we over een in lussen liggend breed pad de afdaling in, in de richting van Rouillon.
Bijna beneden pauzeren we aan de voet van een door de felle zon beschenen Jezusbeeld: de armen zegenend over de plaatsen Rouillon en Godinne, beide beneden, aan beide zijden van de Maas.
Aan de voet van de Mont Pélé volgen we een eindje de verkeersweg N932 en dalen we om 13:00 uur aan de overzijde tot in het centrum van Rouillon, waar we door een stel onophoudelijk blaffende honden worden begroet.
Zoals zoveel dorpjes in dit deel van België is ook Rouillon een combinatie van verspreid liggende bewoonde en onbewoonbare huizen.

Zijn eerste digi-foto
Daarna steken we de verkeersweg N92 weer over om aan de overzijde wederom bij de Maas aan te komen.
Aan de Maasoever vragen we een ouder echtpaar om van ons een foto te maken, waarop de Maasbrug naar Godinne en de zojuist bezochte zendmast met het panoramarestaurant staan.
Na enige pogingen lukt het om een mooie foto te krijgen.
Als we de man bedanken die de foto maakte en afscheid nemen van het echtpaar, vertelt de man ons trots dat dit de eerste keer is dat hij een foto maakte met een digitale camera.

Priorij en kapel van Godinne
Langs de Maas wandelen we naar de Maasbrug, die we hier oversteken om van Rouillon in Godinne aan de overzijde aan te komen.
Langs de camping van Godinne lopend, komen we bij de Maas-oever.
We lopen in westelijke richting voorbij de pas geschilderde picknickbanken langs de Maas en passeren daar de toren en de muren van de priorij van Godinne.
Tussen een hele oude boom en de ingang van de priorij door komen we eerst langs de basisschool in het centrum en daarna bij het station van Godinne, waar we via een lage donkere voettunnel onder de spoorlijn en de verkeersweg N947 door lopen.
Het is nu 13:30 uur en tot hier hebben we vandaag ongeveer 16 km gelopen.
Vanuit Godinne gaan we door een woonwijk klimmend naar de Rochuskapel.
Voorbij de Rochuskapel gaat het nog steiler omhoog over een pad langs de bosrand van Bois de Godinne.
Ter hoogte van het Landgoed van Tricointe staan hier en daar in het volle zonlicht tegen de bosrand een aantal struiken van de Amerikaanse Eik; qua vorm en vooral qua herfstkleuren-compositie is dit een lust voor het oog.

Van An-Wé naar Gayolles
Voorbij dit landgoed komen we in het midden tussen de bospercelen gelegen gehucht An-Wé.
De doorgaande dorpsweg doorsnijdt het gehucht op de smalle zijde, dus je bent er al weer doorheen voordat je het in de gaten hebt.
Vervolgens zetten we de afdaling in, in de richting van het voormalige treinstation van Les Forges.
Bij Les Forges verlaten we het bos en vinden we tegenover de forellenvisvijver - langs de doorgaande weg - een bankje, om daar in het warme zonlicht te rusten, te eten en te drinken.
Na deze rustpauze steken we een paar honderd meter verder het riviertje de Bock over en staan dan aan de voet van een steengroeve, waar achter de steenzagerij grote rotsblokken en hoge bulten steengruis liggen.
Omdat we bij Gayolle het bospad niet kunnen vinden dat we volgens de routebeschrijving vanaf hier moeten volgen, vervolgen we onze weg over de verharde weg, die parallel aan dit bedoelde bospad sterk stijgend door het bos gaat.

Zwaar voor wandelaars en fietsers
Na ongeveer een half uur komen we dan toch weer al kaartlezend op de gemarkeerde route en arriveren daarna om 15:15 uur - na weer 6 kilometer gelopen te hebben - bij de kapel van Evrehailles.
Evrehailles – in de gemeente Yvoir – is een karakteristiek dorp van de Condroz, met veel huizen van kalk- en zandsteen.
Aan het begin van het dorp ontmoeten we een groep leerlingen van het Nassau College uit Breda.
De leerlingen beklagen zich op dat moment bij hun fietsbegeleider over het feit dat het toch wel heel zwaar is om zo’n eind op mountain bikes te fietsen door dit heuvelachtige landschap.
We spreken ze even moed in en nadat ze horen dat wij de dagtocht wandelend doen, stappen ze weer hijgend en puffend op hun mountain bikes om hun eigen toch ook wel zware tocht te vervolgen.
Wij wandelen door het dorpscentrum in de richting van de hoog gelegen, grote dorpskerk.
Tegenover de kerk zien we de in het centrum van het Evrehailles gelegen kasteelboerderij Ferme Château du Buc.

Improviseren om te overnachten
Voorbij Evrehailles steken we de verkeersweg N937 over en komen dan in het natuurreservaat Champalle en Poilvache.
Midden in dit natuurreservaat arriveren we bij de ruïne van het fortkasteel van Poilvache.
Dit fort heeft veel oorlogen doorstaan, maar het is tenslotte door de troepen van de Franse koning Henri II in 1544 door kanonskogels verwoest.
Langs de ingestorte resten van de kasteelgracht zetten we tussen de noordflank van de ruïne links en het natuurreservaat rechts de lange en steile afdaling in om helemaal onderaan uit te komen bij de verkeersweg N92 in de Maasvallei.
Hier, bij het oude station van Houx, is aan de Maasoever de ingang van het landgoed van Champalle.
Hier ligt ook een dubbelspoors spoorbrug hoog over de Maas.
Omdat we vanaf hier even van de route willen afwijken om te kunnen overnachten in Anhée, zoeken we een eerste mogelijkheid om Anhée aan de overzijde van de Maas te kunnen bereiken.
We vermoeden dat we toch zeker een kilometer moeten omlopen naar de verkeersbrug van Anhée, die ten noorden van ons ligt.
Als we voor de zekerheid toch even het spoortalud beklimmen, ontdekken we dat we onder de spoorbrug door kunnen lopen om aan de andere zijde van de sporen over een smal voetgangerspad te kunnen wandelen over deze spoorbrug.
Daar maken we dan ook graag gebruik van.

Op zoek naar een slaapplaats 
Aan de overzijde van de Maas zien we boven op de rots aan de oostzijde van de Maas nog de kasteelmuur van het zojuist bezochte fortkasteel van Poilvache.
Langs de westoever van de Maas wandelen we naar Anhée, in de hoop dat we daar slaapplaats kunnen vinden.
Evenals in Esneux zien we ook hier in het weiland, in de Maas en op de walkant een grote groep Grote Canadese ganzen.
We lopen zoekend naar een slaapplaats door de hoofdstraat van Anhée, totdat we aan het eind van de bebouwde kom aankomen bij de camping aan de voet van de Maasbrug.
De camping ligt er verlaten bij, dus ook hier gaat het hoogstwaarschijnlijk niet lukken om een slaapplaats te vinden.
Bij het café op de hoek tegenover de camping vragen we naar overnachtingsadressen in Anhée.
De barvrouw legt ons uit dat even voorbij de bocht bij de Maasbrug een hotel is en nog verderop een ander overnachtingsadres.
We lopen nog een halve kilometer en komen dan tegen 17:00 uur bij Hotel Les Jardins de la Molignée (www.jardins.molignee.com).
Daar is nog wel een kamer vrij, die we dan ook direct nemen voor de komende nacht.

Eind goed, al goed
Na ons lekker opgefrist te hebben en genoeglijk gerust te hebben, gaan we naar de aan de overzijde van de weg gelegen Brasserie du Moulin, waar we ons tegoed doen aan een heerlijke portie spaghetti.
Het was vandaag een lange wandeldag: in 8 uren hebben we 25 kilometer afgelegd.
Dat is gemiddeld maar iets meer dan 3 kilometer per uur; minder dan we gewend zijn.
Maar dat is niet verwonderlijk, gezien de vele steile beklimmingen en afdalingen die we vandaag hebben getrotseerd.
Met een voldaan gevoel kijken we vanavond terug op een fantastisch mooie wandeldag met veel variatie qua locaties en met bovenal uitzonderlijk zonnig herfstweer.


Geen opmerkingen: