maandag 23 maart 2020

Pelgrimeren van Andenne naar Namen

Maandag 23 maart 2020
Jacobsschelp geschilderd op een boom aan de Maas

De eerste 31 pelgrimsdagen
De eerste pelgrimstocht van Durkje en mij - van het Friese Sint-Jacobiparochie naar het Spaanse Santiago de Compostela - duurde 152 dagen, in de periode van 16 mei 2005 tot en met 21 oktober 2012. Daarna liepen we aansluitend nog vier dagen door naar het ultieme eindpunt van deze pelgrimage op Cabo Fisterra, op de West-Spaanse rotskust van de Atlantische Oceaan.
Van alle 156 pelgrimsdagen schreven we een verslag, dat in combinatie met de onderweg gemaakte foto's een bijzonder document is geworden van een al evenzo bijzondere pelgrimage. Vanaf dag 32 zijn alle dagverslagen in de loop van de jaren gepubliceerd op mijn (deze) weblog. De eerste 31 dagverslagen zijn hier nog niet gepubliceerd, omdat ik in die periode nog geen weblog bijhield.
Om toch het verslag van die hele pelgrimstocht op deze blog te kunnen lezen, ga ik met terugwerkende kracht nog de ontbrekende eerste 31 wandelverslagen op deze weblog plaatsen. Af en toe zal ik zo'n dagverslag hier publiceren. Vandaag ga ik daarmee verder, met het verslag van pelgrimsdag nummer 28, over het traject van het Belgische Andenne naar Namen.

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela
Via Mosana van Andenne naar Namen
Maandag 6 augustus 2007 – 23,2 km.
Dag 28: 606,5 – 629,7 km

Laatste dag op de Via Mosana
Vandaag is de laatste wandeldag in een serie van vier opeenvolgende.
Als we vandaag in Namen aankomen, hebben we de Via Mosana achter de rug.
We rijden na het ontbijt op de camping eerst met de auto vanaf de camping in Hony-Esneux naar Andenne.
In Seilles parkeren we de auto bij het treinstation van Andenne.
Vervolgens lopen we naar en over de Maasbrug om het centrum van Andenne binnen te wandelen.
Midden in het centrum, bij het stadsplein, drinken we op het terras van een café eerst even een kop koffie, alvorens we de laatste dag van deze wandelvierdaagse aanvangen.

Sentier de Seilles
Na de koffie starten we tegenover het café, bij het Stadhuis van Andenne, op het Place des Tilleuls, bij het monument ter nagedachtenis aan de oorlogsslachtoffers.
We steken het plein over en wandelen achter het stadhuis langs in de richting van de sportvelden.
Onderweg passeren we het voormalige Huis van de Katholieke Arbeiders, uit 1892, dat ons toont dat de sociale actie niet alleen iets van heden is.
Voorbij het sportcomplex met de sportvelden wandelen we naar het Sentier de Seilles.
Als we de bebouwde kom van Andenne uit lopen, passeren we twee plaatsen waar de bewegwijzeringsstickers van de pelgrimsroutes bruut zijn beschadigd; iets wat we tot op heden op voorliggende stukken nog niet constateerden.
Buiten Andenne lopen we over een pad tussen een landbouwstrook en het Bois de Stû door.
Als we bij de N90 – de verkeersweg tussen Andenne en Namen – komen, steken we die over, om een eindje verder bij het jaagpad van Le Ravel langs de rivier de Maas te arriveren.

Maas-route
Langs de Maas gaan we in westelijke richting verder.
Op het moment dat onze zoon Jan Wijbe ons vanuit Nederland mobiel belt, staan we net overheerlijke pruimen te plukken en te eten bij een pruimenboom aan de oever van de Maas.
Verderop pauzeren we even op een tuintrapje langs de Maas.
Daarna krijgen we al vrij snel de brug van Sclayn in zicht.
Bij Sclayn verlaten we het jaagpad langs de Maas, door bij de brug de trap te nemen die ons tot op de brug leidt.
Als we via deze brug de Maas oversteken, zien we achter ons in het centrum van Sclayn de 11e-12e eeuwse Romaanse kapittelkerk St.-Maurice, voorheen de St.-Félix.

Brand in de skottelbraai
We hebben nu de eerste 6 kilometers vandaag achter de rug.
Aan de overzijde van de brug gaan we door de berm van de verkeersweg N985 en langs de oude steengroeve van Sclaigneaux over een steil traject naar het dorp Vezin.
Buiten Vezin steken we de N942 over en gaan dan tussen de velden door in westelijke richting verder.
Onderweg passeert ons over de smalle landbouwweg een tractor met een volle wagen met stro.
Deze tractor gaat naar de boerderij van Montigni, die er nogal vervallen bij ligt.
Grote gaten in de rieten kap tekenen deze boerenschuur.
Voorbij deze boerderij dalen we geleidelijk naar Les Fonds de Wartet, de gemeentegrens tussen Andenne en Namen.
Bij de entree van het uitgestrekte dorp Marche-Les-Dames pauzeren we, onder de rook van een oudere vrouw, die in de tuin van haar woning in een skottelbraai haar huisvuil in kleine porties verbrandt.
Huisvuilverbranding is hier gebruikelijker dan in Nederland, zo constateerden we al eerder tijdens deze wandeldagen in België.

Kasteel van La Dame
Op een driesprong arriveren we bij het Manoir van Wartet, voorheen de zetel van de Heerlijkheid van La Tour.
Het is een combinatie van een kasteel en een boerderij; een versterkte boerderij met een groot binnenhof, sterke muren, een vierkante toren met een rond hoektorentje en een grote poort met schietgaten.
Naast deze 15e-16e eeuwse woonburcht staat een oude, vervallen kasteelkapel, gewijd aan Notre-Dame des Sept Douleurs, ofwel: Maria, Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten.
Hier riep men vroeger St.-Apolline aan tegen tandpijn.
De kapel is ruimtelijk beperkt toegankelijk en heeft helaas geen dak meer.
Weer en wind hebben dus ongehinderd vrij spel op deze al zwaar vervallen kapel.
Vóór de kasteelkapel staat een eeuwenoude, holle boom.
Het hele gebouwencomplex wordt ook wel genoemd: Kasteel van La Dame.

Warme mars voor commando's
Een eind verderop staan we aan de rand van een militair terrein.
Het is het gebied waarop het trainingscentrum voor Belgische commando’s is gevestigd.
Op een laag gelegen veld in Marche-Les-Dames is een groot legerkamp ingericht, waarin de commando’s hun tentjes in lange rijen hebben opgezet.
Gezien het feit dat ze hun bepakking op de rug nemen, maken ze zich kennelijk klaar voor een mars.
Gezien de hoge temperatuur, hun legerkleding en de zware bepakking zal een dergelijke mars voor hen een ware beproeving worden.

Pauze aan de Gelbressée
Voordat we het domeinbos in gaan, verlaten we even de wandelroute, om de Abdij Notre-Dame du Vivier te bezichtigen.
We kunnen wel in de kleine kapel en in de openbare tuin, maar de kerk – de Notre Dame du Vivier van 1843 - èn de rest van de abdijgebouwen zijn helaas gesloten.
Derhalve gaan we maar weer terug naar de wandelroute, om bij de rand van het domeinbos bij een hoger gelegen kapel te rusten, boven aan de oever van de beek Gelbressée, die zowel door het abdijterrein als ook hier door het domeinbos stroomt.

Dodelijke val van de Ravenrots
Na deze korte, schaduwrijke pauze treden we over het sterk stijgende pad het Forêt Domaine de Marche-Les-Dames binnen.
Het is heerlijk om op zo’n warme dag als deze een eind door zo’n schaduwrijk bos te kunnen lopen.
Dit is ook het koninklijke domeinbos, waarin de Belgische koning Albert I als alpinist verongelukte op 17 februari 1934, door een dodelijk val van de Ravenrots, ofwel de Roche aux Corneilles, vlakbij de Maas.
Door een losliggend rotsblok viel hij met zijn hoofd op een puntige steen, toen hij die dag in zijn eentje een klim maakte vanaf de piek van de Bon Dieu.
Op het moment dat we het vrij steil dalende pad volgen in de richting van de bosrand, kruipt vlak voor ons een kleine slang over het pad, om rechts in het struikgewas weer snel te verdwijnen.

Beez
Als we het domeinbos achter ons laten, wandelen we door een woonwijk naar de N955, de weg van Andenne naar Namen, op de noordoever van de Maas.
We steken de verkeersweg over en gaan over het noordelijke jaagpad langs de Maas, in de richting van Beez.
Op de Maasoever pauzeren we weer even, nadat we vandaag ongeveer 18 kilometer hebben afgelegd.
Daarna wandelen we met een kleine omweg onder het Viaduc de Beez door.
Dit viaduct van Beez is de Maasbrug van de E411, de autosnelweg van Brussel naar Luxemburg, die ook wel de Autoroute des Ardennes wordt genoemd.
In Beez passeren we de oude molens van Beez, een belangrijk gebouwencomplex waarin momenteel de Regio Wallonië is gevestigd.
We passeren een kapel uit 1880 en verlaten de plaats Beez.

Jacobsschelpen langs de Maas
Door een smalle wegberm tussen links de Maas en een spoorlijn en rechts een drukke verkeersweg wandelen we voorzichtig naar de Sluisbrug van Les Grande Malades.
Daarbij negeren we het verbodsbord voor voetgangers, omdat we - ondanks het wandelverbod - over deze sluisbrug naar de overzijde van de Maas moeten.
Opmerkelijk is overigens dat de sluisbrug aan beide zijden wel een voetpad heeft.
Aan de overzijde lopen we over het jaagpad naar Jambes, dat in de gemeente Namen ligt.
In Namen vinden we langs het Maas-jaagpad twee bijzonder afgebeelde Jacobsschelpen: één geschilderd op een boomstam en één geschilderd onderaan de brugmuur van de Pont des Ardennes.
Zo met de hand geschilderd zijn we ze nog niet eerder tegengekomen.

Schuilen bij Sint Jacob
Inmiddels is het mooie weer langzamerhand verslechterd.
De hete zonneschijn is inmiddels overgegaan in af en toe hele lichte regen.
In Namen steken we over de Pont des Ardennes de Maas over.
Op de achtergrond zien we de Citadelle Terra Nova, waar de rivieren La Sambre en de Maas bij elkaar komen.
Aan de overzijde van de Maas passeren we het naast de Pont des Ardennes geplaatste beeld van het paard Bayard met de 4 Heemskinderen, uit de sage waarin deze vijf op Kruistocht naar Palestina gaan.
Op dat moment begint het harder en onophoudelijk te regenen, zo hard dat we voor de wandeling door de binnenstad de paraplu moeten gebruiken.
Via het stadswinkelcentrum komen we uiteindelijk aan bij de Kerk St.-Jacques uit 1757, in de Rue St.-Jacques van Namen.
Deze St.-Jacobskerk staat op de plek waar al in 1256 de St.-Jacobskapel stond, die verbonden was aan een 13e eeuws pelgrimshospitaal.
De grote kerkdeur is gesloten en uit het informatiebord bij de ingang maken we op dat de kerk inmiddels wordt gebruikt door een school.
Bezichtigen is dus (nu) niet mogelijk; ook de toegang aan de zijkant is afgesloten, zo merken wij bij een tweede poging.
Op de traptreden bij de ingang van deze Sint-Jacobskerk schuilen we even voor de regen.
We hebben vandaag na 23,2 kilometer volgens planning het eindpunt van de Via Mosana bereikt.

Aankomst in Namen
Als de regen milder wordt, vervolgen we onze weg.
We wandelen eerst nog even langs de Kathedraal St. Aubin, waarvan het oorspronkelijke kapittelkerkgebouw van 1047 al een baken was voor pelgrims.
Tenslotte lopen we naar het treinstation van Namen, waar we om 16:40 uur arriveren.
We reizen al om 16:46 uur met de stoptrein van Namen naar Andenne en gaan daarvandaan met de auto weer naar onze camping in Hony-Esneux.
Na een opfrisbeurt op de camping, rijden we ’s avonds weer van de camping in Hony naar Esneux.
Daar genieten we van een heerlijke couscousmaaltijd in het Marokkaanse restaurant L’Oasis El Mahdi, aan de oever van de Ourthe in Esneux.

Einde Via Mosana en begin GR654
Vandaag hebben we dus 23,2 kilometer gelopen.
In de afgelopen vier dagen hebben we van Esneux tot Namen 74,2 kilometer afgelegd.
Daarmee sluiten we ook de 122,2 kilometer lange Via Mosana af die we van Maastricht tot en met Namen nu geheel hebben bewandeld.
De teller van onze pelgrimsweg vanaf het Friese Sint-Jacobiparochie tot aan het Belgische Namen staat nu totaal op 629,7 kilometer.
We zien terug op vier schitterende wandeldagen.
Vier dagen met prachtig wandelweer, mooie wandeltrajecten en vooral ook gezellig zo met zijn tweeën en met de mensen die we onderweg hier en daar hebben ontmoet.
De volgende wandelgids ligt al klaar: de GR654, ofwel het St.-Jacobspad van het Belgische Namen naar Vézelay in centraal Frankrijk.

Geen opmerkingen: