Donderdag 15 februari 2018
|
Karin van den Broeke in De Hege Stins |
Preses van GS van PKN in Stiens
De voorlaatste vergadering in de oude samenstelling van de Classis Leeuwarden van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) vindt vanavond plaats in De Hege Stins te Stiens.
Het eerste deel van deze vergadering heeft een open karakter, waarbij leden van onze Protestantse Gemeente van Stiens en ook andere belangstellenden van harte zijn uitgenodigd. Vanavond is domina
Karin van den Broeke onze gastspreekster. Ze is preses van de Generale Synode (GS) van de Protestantse Kerk in Nederland, en houdt tijdens het eerste deel van de avond een lezing met als onderwerp:
'Vitaal kerkelijk leven in onze tijd en in onze omgeving. Eenheid in verscheidenheid'.
Warm en doorleefd
Deze classisvergadering begint met een liturgische opening, die wordt verzorgd door de Stienser dominee-pianist Jaap Overeem, met als lector de pastoraal werkster van dezelfde Stienser protestantse gemeente: Tine de Vries. Centraal in deze korte viering staat Psalm 98:
'Zing een nieuw lied voor God, de Here'.
Na deze openingsviering begint Karin van den Broeke te vertellen dat ze het fijn vindt om hier vanavond in het Friese Stiens als gastspreker aanwezig te zijn, want, zegt ze:
"hier is sprake van een warme gemeenschap met een doorleefd kerkelijk leven". En dat is temeer voelbaar in het jaar dat Leeuwarden de Culturele Hoofdstad van Europa is.
Waar staan we op dit moment
In haar toespraak laat Karin van den Broeke eerst kort iets van de historie van de Protestantse Kerk in Nederland de revue passeren, beginnend bij het ontstaan van de PKN in het jaar 2004, het jaar waarin we zowel met pijn als ook vreugde samen vierden dat we voortaan als één Kerk verder zouden gaan, waarbij vanaf het begin ook een missionair insteek werd gekozen, en waarbij ook het kerkelijk jongerenwerk van 'JOP' centraal stond.
In 2011 kwam de tweede nieuwe visienota, met als thema '
De hartslag van het leven', kijkend naar wat volgens ons 'kerk zijn' is, en ons er ook van bewust zijnd dat het hier en daar ook wel eens wat 'kraakt’ in kerkelijk Nederland.
Van 75 naar 11
We zijn ons gaan realiseren dat de vorm van de Kerk ons dan wel dierbaar is, maar dat die niet als heilig hoeft te worden beschouwd, want ook andere, nieuwe vormen van 'kerk zijn' zouden mogelijk moeten zijn.
Al in 2015 kwam er weer een nieuw beleidsplan, waarin aandacht kwam voor de roep om ervoor te zorgen dat in de kerk vooral aandacht zou moeten zijn voor waar het in de kerk echt over zou moeten gaan. We wilden vooral zichtbaar worden met de kern van het kerk-zijn, en we realiseerden ons dat er tot op dat moment wel erg veel tijd ging zitten in de veelheid van de dingen waarvan we vonden dat die allemaal gedaan moeten worden. We stelden ons de vraag of we wellicht teveel overgeorganiseerd waren.
De insteek als reactie op dat vraagstuk werd onder andere: wat moet nog wel, en wat hoeft niet meer in de classis. Mede op grond daarvan gaan we nu van de 75 Nederlandse bestaande classes naar de beoogde 11 nieuwe classes, met ingang van 1 mei 2018. Dan hoeft bijvoorbeeld maar op die 11 plekken nog bestuurswerk te worden gedaan, en blijft er meer tijd over voor andere dingen, waar het in de kerk vooral over zou moeten gaan.
Besturen en ontmoeten
Het ontmoetingskarakter van en in de classes moet vooral wel overeind blijven, maar dat hoeft niet te betekenen dat we dat zouden moeten blijven doen in de aloude, verplichte samenstellingen. Zo zou bijvoorbeeld in kleinere verbanden (zoals in 'ringen') iets samen kunnen worden gedaan. Daarbij gaat het erom dat je besturen ontkoppelt van ontmoeten.
In elke nieuwe classis wordt een zogenoemde 'classispredikant' aangesteld; iemand die ook pastoraal rond zal gaan door diens classis om onder andere toe te zien op hoe het er aan toe gaat in het classicale gebied waarin hij/zij is aangesteld; waarbij ook zal worden onderzocht wat de mogelijkheden in diens classis zijn.
Daarbij verwijst Karin van den Broeke onder andere naar de vanavond ook aanwezige Leeuwarder studentenpastor en de aanwezige legerpredikant van de vliegbasis Leeuwarden, die evenals de justitiepastor hier in Fryslân ook al nauw betrokken zijn op het werk in onze classis.
Nieuw met meer diversiteit
Verder roept de PKN-preses op om vooral niet alleen en voortdurende alleen de dingen te blijven doen die je altijd al hebt gedaan. Vraag je ook eens af waarom we dat (nog) doen. Durven we wel eens iets los te laten, iets niet meer te doen, en wat gebeurt er dan? Verandert er dan iets? En welke nieuwe dingen zie je dan wellicht ontstaan? Lukt het om de oude vormen los te laten en nieuwe dingen met ook (meer) diversiteit te laten ontstaan?
PKN-Pioniersplek Nijkleaster in Jorwert
Karin van den Broeke wijst ons vooral ook op de PKN-Pioniersplek 'Nijkleaster' in ons Friese Jorwert. Wat doet dat momenteel al met onze eigen gemeente, wat zou het allemaal voor onze kerkelijke gemeente nog kunnen betekenen, wat zouden we daarin samen met andere kerkelijke gemeenten in en rond Nijkleaster kunnen doen?
We zien na de eerste zes bestaansjaren van Nijkleaster al dat daar iets nieuws groeit en bloeit. Zulke pioniersplekken zoals Nijkleaster zouden vooral ook met alle omliggende gemeenten - dichtbij en veraf - in gesprek kunnen (dienen te) gaan om te bekijken hoe meer en beter samengewerkt kan worden. Wat zouden Nijkleaster en onze kerkelijke gemeenten elkaar kunnen bieden.
Zulke nieuwe plekken als Nijkleaster voorzien in een bepaalde behoefte, en als PKN-gemeente mag je wel degelijk ook pionieren met (zulke) nieuwe vormen.
Rijke kerkelijke gemeenten: maak ook elders nieuwe initiatieven mogelijk
We kunnen wel stellen dat de financiën in de kerk 'oneerlijk'/ongelijk zijn verdeeld. Je kunt je en zou je ook eens moeten afvragen of het nog wel verstandig is dat de rijke kerkelijke gemeenten zo op hun geld blijven zitten. Het zou mooi zijn dat kerkelijke gemeenten zelf gaan bekijken en zien en besluiten op welke wijze zij zouden kunnen bijdragen aan andere, nieuwe geloofsgemeenschappen in de regio. Je kunt ze natuurlijk niet dwingen, en dat hoeft/moet ook niet, maar zij zouden zich zelf en elkaar die vraag wel eens kunnen en moeten stellen, om te bekijken wat ze aan dergelijke nieuwe initiatieven - zoals bijvoorbeeld Nijkleaster - structureel zouden kunnen bijdragen.
Geef samen werken een kans
Er zijn in den lande al verschillende van dergelijke gesprekken en bijdragen bekend. In Fryslân heb je bijvoorbeeld ook al de oecumenische Kerkendag.
Kleine gemeenten zouden ook heel goed met elkaar kunnen (gaan) samenwerken, om te leren en om te bemoedigen. Van dergelijke zaken mogen allerlei sombere gedachten (over verlies en fusie) wel eens wat meer af worden gehaald. Geef het een kans, doe iets samen.
In nieuwe woonwijken waar nog geen kerkelijke presentie is, zie je om je heen ook al pioniers van buiten de PKN zich vestigen. Dergelijke nieuwe initiatieven trekken dan zomaar PKN-leden weg uit plaatselijke wijken en kerken elders.
Wij willen echter niet dat pionierende PKN-gemeenschappen insteken met concurrerende gedachten. We zouden vooral meer dingen samen kunnen doen.
Zo zou de nieuw beginnende classispredikant er allicht ook voor (kunnen) zorgen dat wat in de eigen classis leeft, doorklinkt in landelijke PKN-verbanden, om er mee voor te zorgen dat wat van onderaf komt, ook boven in de PKN-organisatie wordt opgepakt, om het daarna dan weer te implementeren in de andere classes die daar iets mee willen en kunnen.
Om kerk te zijn in deze wereld van vandaag en morgen
De PKN wil ook landelijk wel investeren, maar dan moet er toch (eerst en vooral) ook iets van onderop komen, dus gebaseerd op vragen van onderop.
Zou de PKN dan wel meer ruimte willen en kunnen geven?
Ja, we moeten wel naar een flexibeler kerk toe, met meer ruimte voor andere en nieuwe initiatieven, bijvoorbeeld en vooral ook voor de jongeren, voor wie institutionele zaken zoals kerkelijke structuren en organisatie niet of minder aantrekkelijk zijn.
Binnen bepaalde kaders - en ook ruimer dan nu - zouden we best kunnen zoeken naar nieuwe, flexibele vormen. Die openheid hebben wij als kerk momenteel heel erg nodig.
Als Kerk zouden we vooral ook open en aan de voorkant van allerlei kwesties in de samenleving kunnen werken, bijvoorbeeld bij politieke en maatschappelijke vraagstukken zoals voltooid leven, bij - tegenwoordig heel actueel - nieuwe donorwetgeving, bij armoedevraagstukken, en al die andere actuele en toekomstige zaken, waarin kerkelijke presentie ertoe kan doen en kan bijdragen, om het verschil te maken, om te laten zien wat het betekent om gemeente(lid), om kerk te zijn in deze wereld.