donderdag 18 januari 2018

Pelgrims, waarom gaan jullie?

Woensdag 17 januari 2018
Lezing van Jur Leinenga over pelgrims in mirakelboeken 



















Pelgrims in mirakelboeken
Vanavond verzorgt dr. Jur Leinenga in het Hannemahuis te Harlingen een lezing over pelgrims en middeleeuwse mirakelboeken.
Pelgrimstochten en bedevaarten zijn nog altijd actueel. Ze zijn na een lange periode weer populair. De oudste reisgids in Europa, de 'Liber Sancti Jacobi' , is de reisgids naar het Spaanse Santiago de Compostela. En je kunt Anno 2018 nog steeds over die eeuwenoude pelgrimswegen lopen. Durkje en ik hebben dat zelf mogen ervaren tijdens onze pelgrimages.
Maar, vanavond ook even terug tredend in de tijd:

  • Wat bracht en brengt mensen ertoe om op bedevaart te gaan? 
  • Was en is er, naast alle individuele motieven, sprake van bepaalde trends? 

Historicus Jurjen Leinenga uit Emmen zocht het antwoord op deze vragen in de Middeleeuwen, en niet ver weg, namelijk in Nederland. Hij deed dat door het analyseren van zo’n 1300 middeleeuwse wonderverhalen in mirakelboeken met betrekking tot Maria-heiligdommen in Amersfoort, Bolsward, Delft en Den Bosch. Daardoor ontstond een helder licht op dit nog altijd actuele verschijnsel.

  • Sprongen bepaalde ziekten er bij wonderbaarlijke genezingen bovenuit? 
  • Maakte het wat uit of je man of vrouw was, en ging je liever naar een bedevaartsoord in de buurt, dan naar een heiligdom ver weg? 

Vanavond wordt ons hier in dit centrum voor Harlinger cultuur en historie ook duidelijk: de middeleeuwse Nederlander was verbazend nuchter, en bepaald niet zweverig!

Knipoogjes van God
Jur Leinenga schreef een doctoraalscriptie (1986) naar aanleiding van zijn promotie-onderzoek over de motieven en het gedrag van pelgrims in de Late Middeleeuwen, voornamelijk in Nederland. De vraag was aanvankelijk of je de beschikbare mirakelboeken over 14e-, 15e- en 16e-eeuwse wonderen hiertoe zou kunnen gebruiken.
Middeleeuwers begrepen van (ook positieve) gebeurtenissen vaak niet wat er gebeurde. Voor hen leek wat voor ons nu verklaarbaar is een wonder. Wat voor ons nu wel voor de hand ligt, zagen de Middeleeuwers in veel gevallen nog als toeval, soms als een soort knipoog van God.
Leinenga vertelt ons als voorbeeld enkele mirakelverhalen van Onze Lieve Vrouwe van Amersfoort; verhalen die in dit geval overigens datering van de gebeurtenissen niet vermelden. Ook zie je in dergelijke mirakelverhalen dat - ondanks de hoge kindersterfte - in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, het affectieve gezin wel vaak voorkomt.

Trial and Error-bedevaart
We onderscheiden verschillende categorieën van mirakelverhalen, zoals bijvoorbeeld verhalen over niet-specifiek aangeduide kwalen en ziekten, over verlammingen, letsels, ontstekingen, etcetera.
Als je veel mirakelverhalen leest, zie je af en toe dat er in de Middeleeuwen ook sprake was van een soort 'trial and error-bedevaart', want als een pelgrimstocht naar bijvoorbeeld het Italiaanse Rome niet had gewerkt, ging je 'gewoon' nog eens op pelgrimstocht, maar dan bijvoorbeeld naar het Spaanse Santiago de Compostela. Kortom, de middeleeuwer zocht ook een alternatief, totdat iets wel werkte als oplossing van het gerezen probleem.

Motieven om op bedevaart te gaan
We onderscheiden twee soorten mirakelboeken, met enerzijds wonderverhalen uit prekenbundels van bijvoorbeeld de dominicanen, en anderzijds met mirakelverhalen over bedevaartsoorden.
Sommige verhalen in bepaalde mirakelboeken zijn historisch dateerbaar en dus controleerbaar, en soms met aanduidingen van sociale stand en/of plaats van herkomst van de hoofdpersoon.
Motieven om in de Middeleeuwen op bedevaart te gaan, kunnen onder andere te maken hebben met radeloosheid, het geen andere keus hebben, of geen arts kunnen betalen. Ook letsel als gevolg van ongelukken kon aanzetten tot bedevaart.
Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 2/3 deel van de pelgrim man was en dus maar 1/3 deel vrouw. Beide categorieën hebben een eigen soort reisgedrag. Vrouwen bijvoorbeeld pelgrimeerden vaker in gezelschap van anderen, hoogstwaarschijnlijk uit veiligheidsoverwegingen.

Wullen ende bervoets
Vrouwen mochten in die tijd wel degelijk zaken zelf beslissen, bijvoorbeeld om op pelgrimstocht te gaan.
Justitie liet zich in die tijd bepaald niet van de goede kant zien. Familieleden moesten bijvoorbeeld eten brengen bij gevangenen. Verder zie je geen rechtsvervolging van bijvoorbeeld ouders in geval van kindermishandeling. Volgens het toen geldende Romeinse recht was het kind het eigendom van de vader, hij mag met het kind doen wat hij wil, vandaar dat geen sprake was van rechtsvervolging bij wantoestanden.
Als in onze tijd beschouwd bizar pelgrimsgedrag zou je het toenmalig 'wullen ende bervoets' pelgrimeren kunnen noemen, ofwel in nogal hinderlijk jeukende wollen kleding en blootsvoets gaan. Bij nadere beschouwing is dat toch niet zo vreemd, want het toont ons het bewijs dat de pelgrim tijdens diens pelgrimstocht los was gekomen van aardse kwellingen.

Risico om naar de kerk te gaan
In de Middeleeuwen kwamen ziektes vaak voor als gevolg van bijvoorbeeld een slechte voeding, of er was ook wel sprake van psychosomatische klachten. Het werd in die tijd als een mirakel gezien dat je weer beter werd. Men begreep de genezing niet, dus voor de middeleeuwer leek het beter worden wel een wonder.
Veel werd wel in mirakelverhalen beschreven, maar de beschreven verschijnselen werden veelal niet begrepen. Zo lees je in dergelijke mirakelverhalen vaak dat mensen weer beter werden nadat ze een belofte (aan God of aan een heilige) hadden gedaan.
Pelgrims liepen van kerk naar kerk, en daarom was het eigenlijk ook wel een groot risico om naar een kerk in een bedevaartsoord te gaan; immers daar kwam een grote schare van mensen waarmee van alles aan de hand was qua ziektes en kwalen.

Het mirakel van Bolsward
Het tweede deel van deze avond na de pauze gaat alleen over Fryslân;  speelt zich af rond het jaar 1515, in de tijd van de 'Zwarte Hoop', in Bolsward en in 1517, de tijd van Grutte Pier, die in zijn gloriejaren enige tijd voor rust zorgde in deze regio.
Leinenga vertelt over verhalen uit het mirakelboek van Onze Lieve Vrouwe van Zevenwouden, waarin 97 verhalende beschrijvingen staan, met overigens een slechte (geen) chronologie, alsof het om een losbladig verhalenboek-systeem gaat. Het origineel van dit mirakelboek is verloren gegaan, maar er zijn in elk geval wel twee afschriften van, uit 1808 en 1890.
Hoge en lage adel-pelgrims komen niet voor in dit mirakelboek, dus de indertijd politiek-sociaal belangrijke groepen zijn de grote afwezigen in dit geschrift.
Het was in die tijd voor de hand liggend dat als er iets bijzonders gebeurde, de devotie daaromtrent aanving. Zo wordt in 1515 het eerste (Bolswarder) mirakel genoemd, en vervolgens in 1520 de eerste processie/ommegang. Nog vóór 1523 wordt vervolgens een kleine kapel gebouwd in Bolsward. Maar, in 1580 wordt alle openlijke verering niet meer toegestaan. Daarentegen zagen we in het jaar 2015 weer een processie in Bolsward, met ook bisschop Gerard de Korte als deelnemer, en met duizenden toeschouwers langs de route.

Devotie in Fryslân
Procentueel gingen er veel mensen met psychische stoornissen, met letsel en met onbekend gebleven ziektes op pelgrimstocht.
De pelgrims komen in dit Friese mirakelboek op vier na uit Fryslân, en voornamelijk van het Friese platteland.
Er was wel degelijk steun van de geestelijkheid in Fryslân, want wie meedeed aan de ommegang kreeg een aflaat op de dag van de ommegang, en er gold op zo'n dag ook een speciale vrede.
Het hoogtepunt van deze Friese devotie was waarschijnlijk al vóór de Reformatie voorbij.
Bedevaarten stonden overigens in het algemeen nu eens veel, dan weer minder in de belangstelling. Devotie bloedt dus ook wel weer eens leeg, zo blijkt.

Focus op eigen pelgrimsmotief
Spreker Jur Leinenga heeft zich in zijn promotie-onderzoek vooral gericht op de mensen die innerlijk de motivatie hadden om op bedevaart te gaan, in plaats van op de middeleeuwse mens die op bevel van een geestelijke of van een rechter op bedevaart-tocht moest gaan. Die laatstgenoemde verhalen komen in de door hem bestudeerde mirakelboeken niet voor, dus die zijn buiten beschouwing van zijn onderzoek en ook van deze lezing gebleven. De focus was en is hier dus op wie uit zichzelf wilde pelgrimeren. Daarmee kwam de focus van zijn onderzoek met name te liggen op pelgrimsgedrag en op pelgrimsmotivatie.

Zes mirakelverhalen van Harlingen
Leinenga sluit zijn presentatie af met zes verhalen van Harlingers die in dit mirakelboek worden genoemd. Over een kind dat drie dagen blind was, bij wie het gezichtsvermogen weer terug komt na een offer; over een kraamvrouw die gek wordt van de pijn en die daarvan verlost wordt als ze denkt aan Onze Lieve Vrouwe; over een jongen in razernij, met pest, die na een offer weer gezond wordt; over een volwassen maagd die beter wordt als haar moeder de mis voor haar laat opdienen; en tenslotte over over een schip dat los raakt door een niet functionerend anker, maar na een uitgesproken belofte aan Onze Lieve Vrouwe van Zevenwouden blijkt dat het anker weer functioneert.

Beschrijving is het begin van wijsheid
Aan het eind van de avond concluderen we dat mirakelboeken leuke bronnen zijn om het andere - middeleeuwse - wereldbeeld te leren kennen, over een tijd van veel minder wetenschappelijk bagage, en ook heel boeiend om door te nemen.
Leinenga: "Beschrijving is het begin van wijsheid"; Daar vinden we de grote waarde van de middeleeuwse mirakelboeken.

Geen opmerkingen: