Cover van 'By de Fryske Bibel' |
By it rékommen fen de Bibel yn Fryske Oersetting –
Kristlik Frysk Selskip
In mijn serie
boekbesprekingen over het ontstaan van de Friese Bijbel ga ik nu in op de
Friestalige publicatie ‘By de Fryske Bibel’, die is uitgegeven door het
Kristlik Frysk Selskip bij het in 1943 voor het eerst gereedkomen van de gehele
Bijbel in de Friese vertaling. Dit boek
is in de Tweede Wereldoorlog (1944/'45) gedrukt bij de bijbeldrukker A. Jongbloed C.V te
Leeuwarden.
Dit boek werd geschreven door
E.B. Folkertsma (één van de bijbelvertalers) en S.E. Wendelaar Bonga
(voorzitter van het Kristlik Frysk Selskip).
De figuur op de omslag van
het boek staat ook op de voorkant van het programmaboekje van de Friese Bijbeldag
in 1943, waarop het gereedkomen van de eerste gehele Friese Bijbel in
Leeuwarden werd gevierd. Deze tekening toont de zuid-ingang van de Grote Kerk
van Leeuwarden, met op de achtergrond het kruis, en op de voorgrond de
opengeslagen Bijbel.
Searje fan boekbesprekken oer de Fryske Bibel
Mijn voorgaande
boekbesprekingen over het ontstaan van de Friese Bijbel gingen nader in op de publicaties:
A - De betsjutting fen ‘e Bibel yn eigen tael –
E.B. Folkertsma
In zijn voorwoord gaat
Folkertsma als volgt in op de betekenis van een Bijbel in je eigen taal:
- De Bijbel is een boek, geschreven in een taal, bedoeld voor het
volk, gelezen door vele mensen. De Bijbeltaal levert een bijdrage aan de
actueel gesproken en geschreven taal: op zijn woordenschat,
taaleigenschap en stijl. De Friese taal is geschikt als bijbeltaal.
- De Bijbel is ook literatuur, met ook in het Fries alle epische,
lyrische, dramatische en didactische schoonheid in zich. Daarmee geeft de Bijbel het Fries ook
cachet en glans. Het bijbels Fries kan een bijdrage leveren aan nieuwe
Friese literatuur.
- De Bijbel – ook in de Friese taal – blijft altijd actueel, en kan
door gebruik te maken van de moedertaal de diepste levensvragen van de
Fries concreet en actueel maken.
- Door de Friese vertaling spreekt de Friese Bijbel tot mens en volk
met goddelijk gezag. De Fries voelt zich daarmee persoonlijk aangesproken
in zijn eigen taal. In de Friese taal zorgt de Bijbel voor geestelijk
opleving, geloofsgroei, sterke liefde, voor een zuivere en trouwe kerk en voor
een intense verwachting van de terugkeer van Jezus Christus op aard. God
wil dat de Heilige Geest tot alle volken spreekt in hun eigen taal, dus
ook in het Fries.
B - Bibeloersettingen yn it Frysk – S.E. Wendelaar
Bonga
Na dit voorwoord geeft
Wendelaar Bonga in de volgende zeven paragrafen een chronologisch overzicht van
de opeenvolgende bijbelvertalingen in de Friese taal:
I Foar de Herfoarming – Wendelaar Bonga
Waarschijnlijk diende het
oud-Fries eeuwen geleden al voor de evangelieprediking, want van Bonifatius is
bekend dat hij – in Fryslân – in de landstaal sprak. En de Friezen hadden Karel
de Grote gevraagd om een Friessprekende apostel, waarna de keizer de
Friessprekende Liudger naar Fryslân stuurde. Ook wordt aangenomen dat al in de
late Middeleeuwen sommige bijbelteksten in het Fries waren vertaald, anders zou
evangelisatie onder de Friezen geen kans van slagen hebben gehad. Ook bisschop
Frederik van Utrecht preekte in het Fries. Abt Jarich van klooster Mariëngaarde
bij Hallum gaf zijn monniken opdracht het Hooglied van Salomo in het Fries op
schrift te zetten. Er zijn enkele middeleeuwse bijbelfragmenten (ook gebeden)
in het Fries bewaard gebleven. Het Fries werd in kerkelijke kringen dus al
(ver) vóór 1500 gebruikt.
II Yn’t forrin fen trije ieuwen – Wendelaar Bonga
De eeuw van de kerkhervorming
na de Reformatie heeft de laatste sporen van het Fries in het kerkelijk leven
weggevaagd. In de periode van 1500-1800 bleef het Nederlands in het ambtelijk
leven – en daarmee ook in de kerk – de boventoon voeren, en stond het het Fries
in de kerk in de weg. Opmerkelijk was overigens wel dat het Brits
Bijbelgenootschap in 1714 aan de rector van de Latijnse school van Dokkum vroeg
om een deel van het bijbelboek Matteüs in het Hindeloper dialect te vertalen en
dat het Brits letterkundig genootschap in 1740 een nagenoeg zelfde vraag stelde
naar een vertaling in het dialect van Molkwar (Molkwerum). Ook overige
Friestalige bijbelteksten uit die tijd zijn meer gebaseerd op wetenschappelijke
en letterkundige basis dan dat ze op godsdienstige motieven zijn gebaseerd.
III Bibelfrysk yn ‘e 19de ieu – Wendelaar
Bonga
De periode van het Friese
Reveil bracht weer een begin van het gebruik van de volkstaal (het Fries) in
het godsdienstig leven. Er wordt begonnen met een eigenstandige vertaling uit
de grondtekst – en vooral los van de Statenvertaling – met woorden en
zegswijzen, die door de Friezen in die tijd werden gebruikt. Doel van de Friese
Bijbelteksten was dat de Friese taal voor geestelijke vruchten zou zorgen in
geloof en leven. Desondanks werd in die tijd geklaagd over de onverschilligheid
van de Friezen – ook de Friese kerken - jegens Gods woord in eigen taal. Tegenstanders
van Friese Bijbelteksten vonden het niet deftig genoeg, met onvoldoende heilige
wijding. Nu moet je er ook rekening mee houden dat de meeste Friezen de eigen
taal niet konden lezen. Voorstanders van de Friese Bijbel vonden echter dat
deze Bijbel in de eigen volkstaal vooral wel in de eredienst gebruikt moest
worden, omdat de Friezen daarmee het beste bediend zouden worden.
IV Bibelfrysk yn de 20ste ieu – Wendelaar
Bonga
In de 20e eeuw
begonnen Gerben Postma en Pieter de Clercq in overleg met het Kristlik Selskip aan
een Friese Bijbelvertaling vanuit de grondtekst, maar hen werd duidelijk
gemaakt dat al te Fries bot taalgebruik en moderniteiten onwenselijk waren, en
dat de stijl van de Statenvertaling wel gewenst was. Beide heren onderhielden
ook contact met het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG). Ze maakten het zich
niet gemakkelijk, want ze leverden gewijd en statig Fries taalgebruik. Toch
liep het niet goed af, want vanwege alle kritiek die ze over zich heen kregen
van bijvoorbeeld Wumkes, Schoolland (Grand Rapids) & Kamerling en Huismans beëindigden
beide heren hun bijbelvertaalwerk.
Toen besloot het Kristlik
Selskip in 1915 dat de Friese Bijbelvertaling in opdracht werd gegeven aan dr.
G.A. Wumkes & A. de Vries. Pas 28 jaar later leidde dit besluit tot de
eerste Friese Bijbel.
Wumkes onderhield contact met
het NBG en hield voor het NBG zijn beroemde lezing over ‘Bijbelfriesch’. Die
lezing leidt tot de aansluiting van het NBG op de totstandkoming van de eerste
Friese Bijbel (1943). Het NBG zorgt voor enige financiële bijdrage, en het
Kristlik Selskip geeft Wumkes & Huismans de vertaalopdracht, en een team
van revisoren wordt geïnstalleerd. Huismans kan het werk niet waarmaken, maar
Wumkes gaat door. Maar er is wel kritiek op Wumkes’ werk (vooral van E.B.
Folkertsma). Het zou teveel ‘wanFries’ bevatten, Wumkes zou te weinig kaas
hebben gegeten van de gevoelswaarde van de taal en van Friese woorden en zegswijzen,
en er komt kritiek op de geest, de stijl, de methode, de sfeer en de taal. Maar
Wumkes wil, kan, mag in 1926 (van het NBG, na een second opinion van revisoren)
en moet wel door. Na tien jaar is Wumkes echter zelf niet tevreden met zijn eigen
vertaling van het Nieuwe Testament (NT), dus die wordt door het NBG niet
gedrukt, en Wumkes begint opnieuw aan een hervertaling van het NT. Dat kost
Wumkes nog eens vijf jaar werk. Resultaat is dat in 1932 de eerste Friese vertaling
van het hele Nieuwe Testament klaar is, gedrukt in opdracht van het NBG bij (op
aanbeveling van Wumkes) Jongbloed te Leeuwarden. ‘Hulde aan Wumkes vooral en
aan de revisoren. Dank aan God. Dat dit Friese NT een plek mag krijgen in het
huis en in het hart van de Friezen, tot heil van land en volk, en tot eer van
God.’
V Oer de fortaling fen it Alde Testamint – Wendelaar
Bonga
Wumkes en E.B Folkertsma
overleggen om samen te werken aan de Friese vertaling van het Oude Testament.
Wumkes zou de vertaling maken, en Folkertsma zou borg staan voor de kwaliteit
van het Fries. De financiële positie van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG)
staat de bekostiging daarvan in de weg. Er moet vanuit het Kristlik Selskip dan
ook een Bijbelfonds komen, en het NBG stelt de helft van de kosten beschikbaar.
Wumkes en Folkertsma worden het echter niet eens over de eindrevisie van de
Friese vertaling. Na tussenkomst van Kok & Bonga legt Wumkes zich neer bij
de eindredactie van Folkertsma. Folkertsma kan aanvankelijk het tempo van
Wumkes niet bijhouden, maar het komt uiteindelijk wel klaar, want in 1943 is
ook de het Oude Testament geheel in het Fries vertaald. Een revisie van het NT
wordt omwille van de tijd die dat zou kosten achterwege gelaten. Dus dan is het
in 1943 – na 28 jaar vertaalwerk – zover dat de eerste complete Friese Bijbel
gereed is.
De Friese Bijbel is
wereldwijd de 180e complete Bijbelvertaling van de dan ongeveer
1.070 verschillende gehele en gedeeltelijke bijbelvertalingen die er dan
bestaan.
Het auteursrecht van de
Friese Bijbel wordt nu overgedragen aan het NBG, met de voorwaarde dat het NBG
bij herdrukken en revisies met het Kristlik Selskip zal overleggen, dus het
Kristlik Selskip behoudt in de toekomst een taak op het gebied van
bijbelvertalen in het Fries en op het toezicht daarop.
Omdat het voor het eerst
verschijnen van een complete Bijbelvertaling voor het hele leven van een volk
van de grootste betekenis is, organiseert het Kristlik Frysk Selskip ter
gelegenheid van de verschijning van de eerste gehele Friese Bijbel een Bijbeldag
in 1943.
Dat deze Friese Bijbel in een
behoefte voorzag, wordt duidelijk als al enkele weken voordat deze Bijbel
verschijnt bijna de gehele oplage van 5.000 Bijbels is uitverkocht.
VI De Bibeldei – Wendelaar Bonga
Omdat het gereedkomen van de
eerste hele Friese bijbelvertaling belangrijk was voor de Kerk, het Friese
volk, het NBG, het Kristlik Frysk Selskip en voor allen die eraan meewerkten,
werd er een Friese Bijbeldag georganiseerd om dit feit dankbaar te gedenken.
Daarvoor werd de Grote Kerk van Leeuwarden als vieringslocatie gekozen, maar
men vermoedde dat die zelfs te klein zou zijn, dus in de Leeuwarder Westerkerk
zou een schaduwprogramma draaien, hetgeen geen overbodige luxe was, want al een
half uur vóór aanvang van de viering was de Grote Kerk helemaal vol, en ook de
Westerkerk bleek nagenoeg vol te lopen. Op stel en sprong schreef de Friese
musicus Bernard Smilde vooraf de kerk-cantate ‘In
sterke fêsting is ús God’, die op heel korte termijn werd ingestudeerd, en die
tijdens de viering met groot succes werd uitgevoerd.
Jammer was dat de voorzitter
van de provinciale Friese afdeling van het NBG de sluiting van deze Friese
bijbeldag (1943) niet kon verzorgen, omdat de Duitsers hem gevangen hadden
genomen. De voorzitter van het Kristlik
Frysk Selskip sprak in zijn openingswoord de wens uit dat deze Friese bijbeldag
een dag mocht worden van wijding, van dankbaar gedenken dat God de Bijbel heeft
gegeven in de eigen taal, de taal van ons dagelijks bestaan en de taal van ons
hart: “Dat ta ús komt it Godswird yn ‘e
eigene sprake”. Het initiatief van het Kristlik Frysk Selskip (KFS), met
het NBG die voor de vergoeding van de kosten zorgde, met het levenswerk van
dominee Wumkes, en met de taalverzorging door E.B. Folkertsma, noemde de
KFS-voorzitter deze Friese Bijbel een heilig monument in ons volksleven, met
eeuwigheidswaarde, een nationaal taalmonument en nog veel meer als gedenksteen
voor Gods trouw aan de Friezen. Hij noemde dat de Friese Bijbel - meer dan de
volksvijand (de Duitse bezetters) en ook meer dan de gevaarlijke zee voor de
dijken – het Friese volk verenigt.
De secretaris van het NBG
noemde in zijn avondtoespraak tijdens het gezamenlijke diner van de besturen
van het NBG en het KFS dat het NBG nog nooit zo’n bijzondere dag had
meegemaakt, en dat het nog nooit was voorgekomen dat een Bijbel al zo snel was
uitverkocht.
Van deze eerste nieuwe Friese
Bijbel heeft uitgeverij Jongbloed zeven luxe uitgaven gemaakt, waarvan in elk
geval de besturen van het KFS en van het NBG een exemplaar hebben gekregen, en
er ook een exemplaar is bewaard om later aan te bieden aan Hare Majesteit de
Koningin. In de tussentijd heeft Jongbloed alvast een exemplaar naar haar
verstuurd tijdens haar verblijf in Londen gedurende de Tweede Wereldoorlog.
VII Taheakke (Koart oersjuch, lektueroersjoch,
bylagen) – Wendelaar Bonga
- Dr. G.A. Wumkes begon met de Friese vertaling van het Nieuwe Testament in 1915, was klaar in 1923, en die was gereviseerd in 1926.
- Maar, hij begon daarna direct al met zijn tweede Friese vertaling van het Nieuwe Testament in 1926, en die was klaar in 1930, en gereviseerd in 1933. Totaal duurde dat dus 17 jaar.
- Dr. G.A. Wumkes begon daarna met de Friese vertaling van het Oude Testament in 1933, en was daarmee klaar in 1937, en die was gereviseerd in 1943. Totaal duurde dat dus 10 jaar.
- De totstandkoming van de eerste complete Friese Bijbel duurde dus 28 jaar. Ter vergelijking: de Statenbijbel is in 19 jaar gerealiseerd.
Na dit historisch overzicht,
volgt een literatuuroverzicht van bronnen omtrent de totstandkoming van de
Friese Bijbel.
En daarna volgen in dit
hoofdstuk elf bijlagen van belangwekkende brieven die in het kader van de
totstandkoming van de Friese Bijbel aan deze en gene (onder andere aan KFS en
NBG) zijn verzonden. Die brieven getuigen van onenigheid en strijd, van
resultaten en van dankbaarheid.
C - Ho is de Bibel yn it Frysk brocht? – Folkertsma
Het laatste deel van dit boek
is een bijzonder deel qua vorm. De auteur Folkertsma maakt de lezer deelgenoot
van een gesprek tussen twee Friezen, Ate & Fryske, die zich geen goed beeld
kunnen vormen over de vertaalprincipes van de nieuwe Friese Bijbel. Folkertsma
had er voor kunnen kiezen om een zakelijk betoog op schrift te zetten, waarin
die vertaalprincipes staan, maar dat doet hij dus niet. In een samenspraak
brengt hij de persoon Gurbe ten tonele, die wel van de hoed en de rand weet. En
dan roepen Ate & Fryske de vragen op, en volgt de verantwoording van Gurbe.
- Zo legt Gurbe bijvoorbeeld uit dat de Friese Bijbel hier en daar afwijkt van de manier waarop de grondteksten zijn vertaald in de Statenvertaling. Gurbe wijst daarbij op het feit dat sinds de 17e eeuw de kennis omtrent de grondteksten is toegenomen; dat nieuwe kennis en nieuwe inzichten leiden tot nieuwe vertaalkeuzes.
- Daarentegen ligt de stijl van de Friese Bijbel qua taal op andere plaatsen dichter bij de Statenvertaling dan bij het volksfries, omdat het actuele volksfries in bepaalde opzichten tekort schiet om het beeldende en het mystieke van de Bijbel als Oosters boek goed onder woorden te brengen. Het gemoedelijk volksfries mist bijvoorbeeld woorden om de diepte, de hartstocht, het tere en de hogere macht van de bijbelse grondtekst te verwoorden. Omdat de Friezen nog geen Friese Bijbel hadden, was in de loop van de tijd ook de geestelijke, godsdienstige taal nog niet tot ontwikkeling gekomen.
- Daarnaast worden in de Bijbel ook zaken genoemd, die we in Fryslân in het geheel niet (meer) kennen. Denk maar aan kleding, godsdienstige gebruiken, militaire termen en gereedschappen. Ook daarom schiet de actuele volkstaal in sommige zaken ook wel eens tekort, en moeten niet-courante bewoordingen worden gebruikt. Een optimaal-toekomstgerichte vertaling heeft dus behalve actualiteit ook traditie, historie en taalverleden nodig.
Vertalen van Gods woord
vraagt bovenal ook voorzichtigheid, om zo dicht mogelijk bij het
oorspronkelijke van het woord van God te blijven, om ervoor te zorgen dat elk
woord, elke uitdrukking en elke zin zo weinig mogelijk van de volheid van zijn
oorspronkelijke inhoud (van God) verliest.
Bibel yn Hjoeddeiske Taal (2016)
Bijna aan het eind van dit
vraaggesprek Anno 1943 tussen enerzijds Ate & Fryske en anderzijds Gurbe,
doet Ate nog de volgende uitspraak, waar Gurbe als volgt op reageert:
- Ate: “As ik myn sin siz, den moasten wy ús Bibel hielendal hawwe yn moderne tael fen dizze tiid, dat alle man it wird foar wird begripe koe”.
- Gurbe: “It is in ûnmûglike eask, foar elke tael en bynammen for it Frysk”.
We schrijven nu 2016, dus 73
jaar later.
Het NBG heeft inmiddels een
Nederlandstalige ‘Bijbel in Gewone Taal’ (BGT, 2014) uitgegeven.
Ik vraag me af wat Gurbe Anno
2016 zou zeggen op die bovenstaande stelling van Ate…..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten