Cover van het Nachtboek van een kerkuil |
Oorlogsdagboek over een Fries dorp
Voor mijn verjaardag in 2014 kreeg ik van onze kinderen onder andere het boek 'Nachtboek van een kerkuil', dat als subtitel draagt; 'De bewogen oorlogsjaren van een jonge predikant in Jorwert'. Dit boek is de tweede - bewerkte - uitgave van de eerste druk, die in het jaar 1990 verscheen. Het boek bestaat uit de dagboekaantekeningen van dominee Bas van Gelder (overleden in 1993), die zijn dagboek in de Tweede Wereldoorlog schreef in de periode tussen december 1940 tot en met november 1945.
Boeiend beschreef de dorpspredikant onder meer het dagelijkse dorpsleven, de plaatselijke familiegebeurtenissen, het groeiende verzet tegen de Duitsers, zijn eigen onderduikperiode in de dorpskerk, en tot slot ook nog zijn opsluiting in de Leeuwarder gevangenis.
Het boek is opgedragen aan de nagedachtenis van Klaas Erik Fopma, die in de illegaliteit van deze oorlog bekend was als de verzetsman Klaas Agema, en die als zodanig ook een belangrijke rol speelt in de dagboekaantekeningen van de dagboekschrijver, die zich in dit boek (dominee) Boudewijn Gardenier noemt.
Allen Jorwerters
Dominee Hinne Wagenaar schreef een inleiding op het boek. Dat is de huidige gemeentepredikant van de protestantse gemeeente Westerwert, tevens pionierspredikant van Nijkleaster, dat zich al weer enige jaren geleden als nieuw protestants klooster in het Friese Jorwert vestigde. Deze huidige Jorwerter voorganger gaf zijn inleiding als passende titel: 'Gedenkt uwer voorgangeren'.
Het boek bevat overigens allemaal fictieve namen, dus voor wie Jorwert en de Jorwerters van vroeger goed kent, kan het lezen als het ware ook een puzzeltocht zijn om er achter te komen wie van de Jorwerters de met een fictieve naam benoemde personages zijn. Er circuleert overigens wel een namenlijst, waarop je kunt zien wie wie is. Zo is één van de personages in het boek bijvoorbeeld boerendochter Marijke Pollema, die wij tot op de dag van vandaag kennen als de nog steeds in Jorwert wonende Gais Meinsma-Greydanus (geboren in 1926).
Ook de dorpsnaam Jorwert onderging een naamwisseling naar: Lytsewier.
Rehabiliteren met een mantel der liefde
Het Voorwoord van dit boek is geschreven door Geert Mak, die er onder andere op wijst dat het voor zo'n dagboek als dit - handelend in een kleine dorpsgemeenschap - voor de hand ligt dat Van Gelder zijn personages met pseudoniemen beschrijft, omdat het om te overleven in een dergelijke dorpsgemeenschap van belang is dat het nodige met de mantel der liefde wordt bedekt.
Mak karakteriseert in zijn voorwoord dominee Van Gelder ook als een scherp waarnemer, die met zijn beschrijvingen over werkelijk bestaande mensen scherp optekent wat oorlog, bezetting, vervolging en repressie allemaal teweeg brengen in zo'n betrekkelijk kleine dorpsgemeenschap.
Het boek bevat enkele illustraties van Douwe de Bildt.
De predikant over de oorlog
1940: De wereld barst zowat uit haar voegen en over Europa raast een noodweer van oorlog en geweld.
1940: De toestand was zeer explosief en er werd hoog spel gespeeld.
1941: Sinds de dag dat de Duitsers kwamen, is het steeds en bij alles gegaan om accepteren of verwerpen.
1941: Vrede stichten is zwaarder werk dan ruzie maken of oorlog voeren.
1942: Tot massaal verzet tegen de Duitsers en ten gunste van de Joden, is het hier nooit gekomen.
1942: Mijn God, wat moet dit nog worden?
1942: Spijt loopt helaas achter de feiten aan.
1942: In de steden is de armoede inmiddels uitgegroeid tot honger en gebrek. Daarvan worden juist de kinderen het eerst de dupe.
1943; Om elkaar te begrijpen, zijn vaak helemaal geen woorden meer nodig.
1943: Oorlog is geperfectioneerde doodslag in het groot.
1943: Er is niet te ontkomen aan de consequentie, dat je soms een oorlog moet voeren tegen onrecht, zoals je een dijk bouwt tegen de watervloed.
1944: Geheimen op schrift bestaan niet.
1944: Geestelijk en moreel verzet is het hooghouden van het ideaal van menselijke waardigheid, vrijheid en recht.
1944: Blijkbaar is alles heel geleidelijk scherper geworden, onrustiger. Het leven zoveel opgejaagder en de gebeurtenissen benauwender. We zijn naar een beklemming toe gedreven, waarin we vastlopen.
1945: Er was zoveel onbegrijpelijks in alles wat er gebeurde.
1945: Goed en kwaad liggen altijd en overal onontwarbaar door elkaar heen.
Bas over zichzelf en de ander
1940: Ik houd van tegen de wind in fietsen en koos dus voor Friesland.
1940: Het onbekende lijkt me altijd interessanter dan het van huis uit bekende.
1941: Ik was kwaad en dan heb je gewoonlijk ongelijk.
1941: Ik wil te veel en heb te weinig tijd. Soms ook gewoon geen zin. Wat nu belangrijk is, is over een jaar immers al lang weer vergeten. En wie maakt uit, wat belangrijk is en wat alleen maar waard is om vergeten te worden?
1941: Een mens die op zijn tenen loopt vanwege de risico's en de spanningen, moet zich soms ook wel lachend afreageren.
1941: Geweckte woede is explosief.
1941: Wie niet meer verandert is dood of op zijn minst in een geestelijke winterslaap gevallen.
1942: En wat is de mens? Alleen maar een donker spanningsveld tussen geloof en ongeloof.
1943: Geen mens is alleen maar slecht of alleen maar goed.
1944: Een vriend is iemand tegenover wie je hardop denken mag. Een vriend is iemand tegenover wie ik zwijgen mag, zonder dat hij vragen stelt.
1944: Volwassen worden levert gevoelige verliezen op en de motor van alle geestelijke rijping heet twijfel.
1944: Ik lees mijn eigen "nachtboek". Ik had het idee dat er zoveel onnozele dingen in staan, zoveel alledaagse kleinigheden. Dat is ook zo, maar het houdt me wel aan de gang. Dus toch niet zo vervelend als ik vaak vrees.
1944: Alleen een vrouw, warm en begrijpend, kan alles doen vergeten.
1945: Maar dan gebeuren er een paar dingen, die je toch weer wilt opschrijven.
1945: Daar bleek eens te meer hoe ontembaar de menselijke fantasie kan zijn als die eenmaal op drift geraakt.
1945: Opschrijven kost vaak meer tijd dan het beleven.
1945: Wie geen rekening houdt met de realiteit, is een domme dromer.
De theoloog
1940: Onder Eerwaarde broeders zijn alle dingen gewichtig en behoren dus voorzichtig en stichtelijk te geschieden.
1940: Hoogkerkelijk gevoel is me tamelijk vreemd gebleven.
1941: Preken zijn volstrekt onberekenbaar in hun uitwerking.
1941: Nieuwsgierigheid en beleefdheid zijn toch acceptabele redenen om ter kerke te gaan.
1941: Preken kan ook verrukkelijk zijn.
1941: Een verduisterde kerk is helemaal geen kerk.
1941: Rondom de jaarwisseling verdwalen we meestal tussen gevoel en verstand.
1941: Godsdienst is zo'n wankel evenwicht tussen geloof en ongeloof.
1941: Wie meer van zichzelf wil, is een dwaas. En de gemeente, die meer eist van haar voorganger, is een kudde vrome sadisten.
1941: Hoe hoog gaat het verlangen en hoe klein is de kracht?
1941: Rooie rakkers behoren geen zitting te hebben in kerkenraad of schoolbestuur.
1941: De veelvormigheid van de Kerk is niet haar armoe en verdriet, maar haar vreugde en haar rijkdom. Die is echter als alle rijkdom, wel lastig en verleidelijk.
1941: Veel eer zal ik moeten denken, dat God in mij gelooft, mij aan de gang houdt en leven doet, met altijd weer nieuwe kansen en nieuwe opdrachten .... boordevol nieuwe mogelijkheden.
1941: De oeroude Statenbijbel ligt er nog altijd als een levend getuigenis, dat ons samenhoudt; vanuit een diep verleden, over het barre heden heen, naar een duistere toekomst toe.
1942: Ik preek over Gotliath of Farao, over Nebukadnezar of Herodes of een van de vele andere bijbelse rotzakken. En de Gemeente weet, snapt, vermoedt of beweert, dat het over Hitler en consorten gaat.
1942: Blijdschap kan een christelijke deugd zijn. Maar dankbaarheid is beter.
1943: Ik ben soms bang dat onze kerkelijke praat en preek, bewust of onbewust bezig is, geleidelijk alle contact met de godvergeten realiteit te verliezen, weg te wieken op de vleugels van een vrome, maar ijdele droom.
1943: Ik denk dat waarheid en eerlijkheid belangrijker zijn dan zuiverheid in de leer. Een brave broeder blijft altijd staan waar hij is; alleen een ketter zet een stap vooruit. Een warhoofd is zoveel rijker dan een leeghoofd.
1943: Met bidden trekken we de zaakjes van binnen weer een beetje recht.
1943: Gods handpalmen zijn zo warm als het leven en zo wijd als de wereld. Niemand kan ooit vallen uit Gods hand, zelfs al wilde hij nog zo!
1943: Geloof moet iets zijn van niet weten, niet hebben, niet begrijpen. Pas door de uiterste negativiteit heen zal het positief worden. Geloven is niet hebben, maar zoeken, niet weten maar vermoeden, niet kennen maar voelen. Geloven begint en eindigt in het raadsel waar geen antwoord op is.
1943: Wij worden steeds armer in tradities; en daardoor steeds killer en kaler, armetierig en leeg.
1943: Een vleugje heilige onverschilligheid, zou niet misplaatst zijn in onze calvinistische zwaarwichtigheid.
1944: Omdat een dankbare gedachte een puur gebed is, zeg ik 'Amen'.
1944: Ik denk dat mijn bijdrage moet zijn: vier honderd mensen te helpen geestelijk en moreel de kop boven water te houden.
1945; Ik stelde mijn dundruk bijbel ter beschikking. Prima vloeipapier.
1945: De kerk is open voor iedereen, zonder enige uitzondering.
Van Gelder over Fryslân, Jorwert en de Jorwerters
1940: Het licht is hier mateloos .... dit gekke land is zo oneindig veel wijder dan het is. Alles is hier zo totaal anders, .... een zalig besef van ruimte,
1940: De schoonheid van dit kerkje (van Lytsewier = Jorwert) is zijn genadeloze eenvoud.
1941: Wat men uit goed bedoelde vriendelijkheid door elkaar haalt, werkt altijd verwarrend.
1941: Bijnamen hebben hier gewoonlijk geen kwetsende gevoelswaarde. Ze zijn niet meer en niet minder dan typeringen van scherp geziene bijzonderheden. Ze kunnen bitter zijn; nooit zijn ze gemeen.
1941: De gemiddelde inwoner van Lytsewier uit zich liever niet nadrukkelijk: dat leidt maar tot onnodige botsingen. Lytsewier is een stil dorp, dat in zijn geheel bij voorkeur de vrede zoekt en conflicten vermijdt. Ook op kerkelijk gebied kiest men de gematigde middenweg en houdt zich ver van scherpslijperij. Ze denken wel degelijk na en durven, als het nodig is, heus wel een besluit te nemen of een mening te verdedigen.
1941: In de dertiger jaren was vooral vanuit Jorwerd een sterk Fries bewustzijn gegroeid, vooral onder de jongeren.
1944: De vuile was komt hier nooit naar buiten. Toch gebeuren er soms merkwaardige dingen, waarvan je moeilijk kunt zeggen of ze alleen maar speels zijn of vol hatelijk venijn.
Over de Friese bijbelvertaling
Ik heb niets tegen een Hollandse vertaling, maar je went daar wel zo aan, dat je God en Zijn dienst eigenlijk buiten je gewone leven sluit. Ik denk dat dat niet goed is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten