Bij het haringvissersmonument van Koehool |
Minnertsga
In 2010 publiceerden geograaf Edward Houting & vormgever Jacob van der Vaart via de Friese Pers Boekerij de wandelgids 'Wandelen in Fryslân'. De focus van de 12 wandelroutes in deze wandelgids ligt op cultuurhistorie en landschap.
Vandaag lopen Durkje en ik weer een wandeling uit deze wandelgids. We lopen vanmorgen de 13 kilometer lange route nummer 4 vanuit Minnertsga.
Als we vanmorgen vanuit Minnertsga vertrekken, is het buiten 13 graden Celsius. Het is nog licht mistig, en als we buiten Minnertsga zijn, probeert de zon even door te breken, maar dat lukt uiteindelijk niet. Naarmate de wandeluren voorschrijden, wordt het steeds mistiger, totdat het lijkt alsof we onder een grote grijsmistige koepel lopen. Vanwege de prima temperatuur en het ontbreken van wind is het wel aangenaam wandelweer vandaag, maar ja, het zicht is beperkt, hier in dit toch zo open Friese zeekleilandschap.
Het thema van deze vierde route is: 'Terpen, torens en vissers'.
Grote Noorderpolder binnendijks
Rond 10.00 uur arriveren we met de auto in het Bildtse dorp Minnertsga. We beginnen onze wandeling bij de oude kerk van Minnertsga. Via de Stasjonsstrjitte en de Lange Dyk wandelen we het kleilandschap van de Grote Noorderpolder binnen, met links van ons een lange rij windmolens, die we vanuit de mist zien opdoemen.
Over de Hoarnestreek lopen we in westelijke richting over deze voormalige zeedijk, die vroeger ook wel de Oude Dijk werd genoemd. De eerste bewoning op deze langgerekte kwelderrug dateert al van de tiende/elfde eeuw. We passeren een grote boerderij, Groot Lammema, waarvan de twee stenen beelden van leeuwen met wapenschilden nog verwijzen naar wat hier eeuwen geleden een adellijke stins (Fries steenhuis) is geweest.
Koehoorn
Voorbij de twee onbewoonde terpen gaan we rechtsaf, de Camstrawei op, in de richting van het buurtschap Dijkshoek. Dijkshoek werd vroeger ook wel Dijkshorne genoemd. Een 'horne' of 'hoorn' is hier in deze Noordfriese streek de aanduiding van een boerderij of een buurtschap, veelal gelegen in de hoek (horne, herne, hoorn) waar twee zeedijken bij elkaar komen. Mijn Noordfriese familienaam 'Koehoorn' is hiervan ook afgeleid, want een 'koe hoorn' was vroeger de aanduiding van een 'koude hoek' in het Friese dijkenlandschap.
Hier in Dijkshoek, in de hoek waar de oude Armendijk en de Griene Dyk bij elkaar komen, slibde omstreeks het jaar 1550 de voormalige Middelzee dicht, De Armendijk vormde toen de grens tussen de Middelzee en de Waddenzee.
Als we in Dijkshoek, op de grens met het naburig buurtschap Westhoek, de oude zeedijk beklimmen, vinden we boven op deze Armendijk de terminus van Dijkshoek, de stenen grenspaal uit het jaar 1559, die het oude land afgrensde van het nieuwe land, het Bildt, waar mijn Koehoorn-voorgeslacht vandaan komt.
Koehool
Over de lage zeedijk lopen we vanuit Dijkshoek-Westhoek in westelijke richting naar Koehool. 'Koehool' en 'Koehoorn' zijn trouwens beide namen, die zijn afgeleid van 'koude hoek'. We komen dan eerst langs de oude Duitse bunker, die nog dateert van de Tweede Wereldoorlog, toen hier aan de Waddenzeekust een grote groep Duitse soldaten was gelegerd met onder andere luchtafweergeschut. Hier komen de lagere binnendijk en de veel hogere Waddenzeedijk op Deltahoogte bij elkaar, om in de richting van Koehool westelijk als buitendijk verder te gaan.
In Koehool gaan we bij de Deltadijk binnendijks naar beneden. Hier werd in het jaar 1182 het klooster Lidlum (ook wel Mariëndal genoemd) gesticht; een Norbertijner abdij, die een dochterklooster van Klooster Mariëngaarde (bij Hallum) was. Na alle overstromingen, oorlogen, brand en herbouw is dit klooster uiteindelijk als gevolg van de Reformatie opgeheven en afgebroken.
Het haringvissersmonument van Koehool herinnert ons hier nu nog aan de vroegere visserij op onder andere haring, bot, poon, rog, tong, schol, schar, tarbot en ansjovis. De ongeveer 100 vissershuisjes die hier zo'n 55 jaar geleden nog in Koehool stonden, zijn voor het overgrote deel allemaal afgebroken en verwijderd als gevolg van de aanleg van de nieuwe Waddenzeedijk op Deltahoogte.
Tzummarum
Vanuit Koehool gaan we over de Skilleane en de Sinaedawei zuidwaarts (en dus landinwaarts) in de richting van Tzummarum. We passeren de oude Sinaedastate, met aan de overzijde een rijtje arbeidershuisjes, en aan de zuidzijde van deze statige boerderij een immens boerderijerf met ouderwetse allure.
In Tzummarum wandelen we bij de hoge dorpsterp naar het hoogste punt, waar naast de immense dorpskerk met veel oudere toren, nog het eeuwenoude vicarishuis staat, dat is opgebouwd met kloostermoppen, de zogenoemde 'âlde Friezen'.
Tot onze vreugde is het eetcafé van Tzummarum nu om 12.00 uur geopend, dus we kunnen hier even naar binnen voor een korte koffiepauze.
Daarna wandelen we een eindje terug om dan langs het oude treinstation van de voormalige spoorlijn Stiens-Harlingen (van de Noord Friese Lokaal Spoorweg) het dorp weer uit te lopen.
Firdgum
Buiten Tzummarum volgen we de Hearewei langs twee omvangrijke terpen richting Firdgum.
In Firdgum gaan we eerst naar het kerkhof, waarop de nog resterende kerktoren van de in 1794 afgebroken dorpskerk fier overeind staat in de mist. Ook deze kerktoren is opgebouwd op heel oude kloostermoppen.
Tegenover deze kerktoren lopen we in Firdgum nog even naar de Yeb Hettinga Skoalle, waarin het archeologisch steunpunt van deze streek is gevestigd. Tegenover dit museum is inmiddels de reconstructie van het zogenoemde 'zodenhuis' gerealiseerd. De museumvrijwilligers nodigen ons uit om binnen alles te bezichtigen, maar we bedanken daarvoor hartelijk, omdat we nu toch wel vlot door moeten lopen, om straks weer op tijd thuis te zijn voor een wasbeurt, waarna we halverwege de middag al weer bij ons volgende dagprogrammapunt moeten zijn: het concert van Pieter Wilkens in Sint-Jacobiparochie, maar daarover in de volgende blog meer.
Het spoor terug naar Minnertsga
Vanuit Firdgum lopen we over de Hearewei naar de boerderij Groot Folta. Daar verlaten we het asfaltweggetje, om dan over een pad tussen de akkers door te lopen, langs een lange rij draaiende windmolens.
Waar dit veldpad het voormalige spoorlijntracé tussen Minnertsga en Tzummarum kruist, buigen we af in oostelijke richting, om dan over de restanten van dit spoortracé weer terug te lopen naar Minnertsga, dat we binnenwandelen over een smal bruggetje, dat is gebouwd op de oude landhoofden van deze voormalige spoorlijn.
In Minnertsga lopen we over de Stationsstraat weer terug naar de oude dorpskerk, waar we onze auto vanmorgen hebben geparkeerd. Daarna rijden we weer terug naar huis, voor een sanitaire pauze, om ons klaar te maken voor het middagprogramma.
Al jaren wandelend blijven we ons overigens aangenaam verbazen over die rijkdom aan bijvoorbeeld natuur, cultuur en historie, die ons hier ook in Noord-Fryslân omringt. Waar een ogenschijnlijk sober landschap hier op de grens van klei en Waddenzee al niet in kan excelleren. Komt dat zien!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten