Camino del Norte > Irún – Santiago de Compostela
Van Ontón naar Castro-Urdiales
Woensdag 16 juli 2014 – 18 km.
Dag 10: 180,7 – 198,7 km
Castro-Urdiales, halteplaats voor pelgrims op de Camino del Norte |
Keurig op tijd
Keurig op tijd komt de gisteravond gereserveerde taxi bij de receptie van Camping de Castro in Castro-Urdiales, om ons om 8.00 uur vanaf de camping naar het dorpje Ontón te brengen. Daar willen we vandaag onze negende wandeldag van deze pelgrimsvakantie aanvangen, om over een afstand van 18 kilometer vanuit Ontón via Castro-Urdiales terug te lopen naar de twee kilometer verderop liggende camping, die we al enige dagen als uitvalsbasis gebruiken.Het is zo vroeg in de ochtend nog zwaar bewolkt, maar tijdens het verstrijken van de uren zullen we zien dat het helder wordt, en dat de temperatuur snel omhoog gaat. Het wordt warm vandaag.
Ontón
Ruim een kwartier later staan we al bij de brug van Ontón, om te vertrekken. Hier moet je kiezen voor je route naar Castro-Urdiales. Acht kilometer lopen langs de drukke N634, of 16 kilometer door het binnenland, over de Helguerapas. Wij hebben gekozen voor de lange variant, die door de wandelgids als de officiële Camino wordt aangeduid. Die route voert door de bergen en gaat langs en door enkele kleine bergdorpen.
We zijn nog maar net op weg, als er een auto naast ons stopt. Een oudere Spanjaard wijst ons erop dat we de zware route gaan lopen, en dat we veel beter de korte, lichte route langs de N634 kunnen bewandelen. Als we hem tot tweemaal toe uitleggen dat we toch willens en wetens deze landschappelijke, zwaardere route willen en gaan lopen, schudt hij met zichtbaar onbegrip zijn hoofd, geeft gas en rijdt door. Niet iedere Spanjaard erkent de landschappelijke charme van een ook historisch verantwoorde Camino, zo leerde onze ervaring ons ook al in de afgelopen dagen en jaren.
Baltezana
Vastbesloten en opgewekt beginnen we aan onze pelgrimstocht van vandaag. We verlaten al snel de verkeersweg om over een onverhard pad binnendoor naar het dorp Baltezana te lopen. Onderweg zien we nog enkele ruïnes van voormalige bedrijfsgebouwen, waarschijnlijk ook van de mijnbouw van voorheen.Buiten Baltezana staat aan het begin van de Helguerapas een camino-wegwijzer, waarop staat aangegeven dat het vanaf hier nog 14 kilometer is naar Castro-Urdiales.
Helguerapas
Langzamerhand zetten we de klim in. Verderop splitst de Camino zich in de route voor de fietsers en voor de wandelaars. Als wandelende pelgrims gaan we door een Eucalyptusbos over een sterk stijgend, en op het eind zelfs bijzonder steil bospad. Gelukkig is de grond door het mooie weer van de afgelopen dagen gedroogd, dus het is nergens meer glibberig glad, zoals we dat enkele dagen geleden gewend waren tijdens de regenachtige dagen.
Als we de zwaarste klim hebben gehad, komen we weer op de doorgaande asfaltweg, waarover ook de fietsers klimmen. Een langgerekt stuk bos aan onze linkerzijde is geruime tijd geleden verbrand. De zwartgeblakerde resten van de bosbrand zijn nog duidelijk zichtbaar.
Op een driesprong van wegen zijn we onmiskenbaar op het hoogste punt van de Helguerapas gearriveerd. Vanaf deze col gaat het voor de rest van de wandeldag - op een enkele uitzondering na - letterlijk bergafwaarts. Het zwaarste gedeelte hebben we dus bovenop de col van de Helguerapas achter de rug.
Afdaling via voormalige spoorweg
Het eerste deel van de afdaling gaat nog over de doorgaande asfaltweg. Hier en daar krijgen we mooie doorkijkjes met uitzicht over de omgeving. Zo zien we in de verte bijvoorbeeld ook de immense steengroeve nabij Castro-Urdiales.En dan is al spoedig het moment aangebroken dat we de asfaltweg verlaten, om onze route voort te zetten over het verharde tracé van een voormalige spoorweg langs de berghellingen.
Op grote hoogte passeren we het dorp Otañes, dat in het dal links van ons ligt.
Iets verderop komen we langs het vroegere treinstation van Otañes. Restanten van het oude perron zijn nog duidelijk zichtbaar. De rails en de bielzen zijn echter alle weggehaald.
Het volgende dorpje dat we passeren, is Ota Es.
Koffie met aardappel in Santullán
En nog een eindje verder komen we aan bij en in Santullán.
In Santulán moeten we naar de veel hoger liggende doorgaande weg lopen, waarbij we een geasfalteerde straat naar boven moeten beklimmen, die extreem steil omhoog loopt. Maar dan zijn we ook waar we willen zijn, namelijk in de doorgaande straat waar de kerk en twee café’s staan. Na twee uren lopen, is dit een ideale plek voor een rustpauze met koffie. Op de bar in het café staat een lekker uitziend aardappelgerecht (Tortilla de Patata), waarvan we een stuk nemen, om dat bij het door ons meegenomen brood te eten.
Gerookt naar Sámano
Weldoorvoed verlaten we Santullán, op weg naar Sámano. Tussen beide plaatsen wandelen we over prachtige smalle asfaltweggetjes en boerenpaden tussen de velden door. We moeten halverwege even door een stinkend rookgordijn, op de plaats waar een boer een stapel vochtig bermgras verbrandt. Bij de hoge kerk wandelen we Sámano binnen. Aan de andere zijde zijn schilders bezig om het stenen hekwerk rond de kerk geheel met witte verf over te schilderen.
We lopen door de moderne buitenwijken van Sámano naar de doorgaande weg, waarlangs we in de richting van de snelweg tussen Bilbao en Santander lopen. We moeten ter hoogte van de brandweerkazerne hier onder de A8 door, om dan Castro-Urdiales binnen te wandelen.
Santiago!
Langs de Rio wandelen we door Castro-Urdiales naar het strand van Playa de Bazomar.Op het strand is het een drukte van jewelste. Jong en oud vermaken zich hier in groten getale prima op het strand en in de zee. Een peuter van ongeveer drie jaar oud, in een buggy voortgeduwd door een al wat oudere vrouw, roept mij in het voorbijgaan toe: “Santiago!”. De combinatie van rugzak, kalebas, grote hoed en Jacobsschelp zijn voor hem op zo jonge leeftijd kennelijk al genoeg om dat te associëren met de tocht naar Santiago de Compostela. Ik bevestig de associatie van dit schrandere manneke met het beetje Spaans dat ik spreek.
Strandweer in Castro-Urdiales
Tussen het strand en de haven van Castro-Urdiales vinden we een koel stenen bankje in de schaduw. Dan pas komen we er ook achter hoe warm het al is. De zon schijnt al enkele uren onafgebroken, maar wat wij al wandelend nog niet in de gaten hadden, is dat de temperatuur inmiddels is opgelopen naar 33 graden Celsius. Een tropische dag, inderdaad heel geschikt als stranddag.Na onze verkoelende pauze wandelen we over de zeeboulevard langs de haven van Castro-Urdiales.
We gaan de VVV binnen om een stempel van deze stad te vragen voor onze pelgrimspaspoorten. Als ik de VVV-medewerkster om uitleg vraag over de tekst in het stempel, krijgen we van haar een uitgebreide en interessante uitleg over de camino’s van Santiago èn van Sint Toribius, die hier door de regio Cantabrië lopen. Ze geeft ons ook nog enkele brochures van deze verschillende historische pelgrimsroutes mee.
Ter hoogte van de zeehaven hebben we een prachtig zicht op de kerk en op het kasteel met de vuurtoren van Castro-Urdiales.
Middeleeuws Castro-Urdiales
Over de gezellige havenkade lopen we in de richting van de pier. Daar kunnen we bij de oude trappen omhoog, om over de middeleeuwse Santa Anabrug naar de restanten van het voormalige kasteel te lopen, waar de huidige vuurtoren bovenop staat.Daarna lopen we door naar de Santa María-kerk, één van de mooiste gotische kerken van Cantabrië.
We gaan de kerk binnen en worden door een jongeman in de gelegenheid gesteld om (verplicht linksom!) de hele kerk te bezichtigen.
Als we de kerk na onze rondgang verlaten, staat hij bij de deur om die voor volgende bezoekers gesloten te houden. Kennelijk gaat de kerk nu sluiten voor een middagpauze. Het is nu 13.00 uur.
Playa Ostende
We blijven in Castro-Urdiales de gele camino-pijlen volgen langs de kust. Voorbij de kazerne van de Guardia Civil komen we bij het langgerekte strand van Playa Ostende. Ook hier worden de vierkante meters strand en branding dankbaar benut door de vele badgasten. We volgen Playa Ostende tot het eind, en dan gaan we landinwaarts verder op de route, om langs de gemeentelijke pelgrimsherberg naar de tunnel onder de A8 te gaan, waar we door moeten om onze camino-route te vervolgen.
Camping de Castro
Door het uiterst smalle straatje tussen de muurtjes door wandelen we aan de overzijde van de tunnel over de Camino naar Camping de Castro, waar onze caravan staat. Om 13.30 uur arriveren we op de camping. De rest van deze warme dag kunnen we heerlijk doorbrengen op de camping. Een ijsje, boodschappen halen in de supermarkt, een goede warme maaltijd en een koele avond met vanaf onze kampeerplaats een weids uitzicht over de Cantabrische Zee completeren deze mooie wandeldag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten