Cover van de lustrumuitgave van Bettine Siertsema |
Tegenover het kwaad
Toen het Blaise Pascal Instituut van de Vrije Universiteit te Amsterdam in het jaar 2004 haar 25-jarig bestaan vierde, publiceerde dit jubilerende instituut van de VU een Lustrumcassette, met daarin vijf lustrumuitgaven.
De titel van deze Lustrumcassette luidt: 'Het goede leven is ...'.
Eén van de lustrumuitgaven in deze cassette is geschreven door Bettine Siertsema, en kreeg als titel: 'Het goede leven ... tegenover het kwaad'.
Deze jubileumserie van vijf publicaties bestaat uit de volgende delen:
- 1. Het goede leven is geluk(t) - van - Bert Musschenga;
- 2. Het goede leven is ... zonde? - van - Anton van Harskamp;
- 3. Het goede leven is te weinig groen - van - Jan J. Boersema;
- 4. Het goede leven tegenover het kwaad - van - Bettine Siertsema;
- 5. Het goede leven is oninvoelbaar - van - Wim Haan.
Dr. Bettine Siertsema is als onderzoeker verbonden aan de Faculteit der Wijsbegeerte (Praktische Filosofie) van de Vrije Universiteit. Ze studeerde Nederlands aan de VU. Vanaf 2000 deed zij onderzoek naar de levensbeschouwelijke aspecten van Nederlandse dagboeken en memoires over de concentratiekampen. In 2007 promoveerde zij op de studie 'Uit de diepten. Nederlandse egodocumenten over de nazi concentratiekampen'.
Schrijven als levensnoodzaak
Siertsema vroeg zich af er voor de mens nog momenten van geluk mogelijk zijn, als hij of zij langere tijd achtereen geconfronteerd werd met en omringd werd door een - meestal als absoluut ervaren - kwaad, zoals bijvoorbeeld de gevangen in een concentratiekamp in de Tweede Wereldoorlog hebben ervaren. Om op haar onderzoeksvraag antwoord te vinden, kiest ze als voorbeeld-casus de schrijver Floris Bakels, die in 1942 als verzetsstrijder werd gearresteerd en die nadien gevangen zat in Duitse gevangenissen en concentratiekampen.
Bakels ervoer het schrijven als een levensnoodzaak: "Als ik niet schrijf, stik ik, dan kan ik beter doodgaan".
Het goede leven verpersoonlijken
Floris Bakels ontsnapt tijdelijk aan de kampcontext, door te vluchten in het schetsen van een tegenwereld die hij creëert. Uit zijn beschrijvingen van zelfs de kleinste onderdelen van de natuur laat Bakels in zijn lofprijzing van God als Schepper blijken dat hij zijn beschreven objecten ziet als een deel van Gods schepping. Door het creëren van zo'n tegenwereld kan de schrijver zijn eigen persoonlijkheid in stand houden, en zorgt het verlangen naar de geliefden thuis zijn wil tot overleven.
Hij houdt stand door het goede leven te verpersoonlijken. Zo benoemt hij zijn vrouw als (aarts)engel, en vertegenwoordigt zijn vrouw ook het moreel goede en zuivere voor hem.
God grijpt in en helpt
Zijn levensmemoires zijn in de eerste plaats een geloofsgetuigenis, want zijn overleven schrijft hij uiteindelijk toe aan God.
Bakels was niet religieus opgevoed, maar hij krijgt vlak na zijn gevangenneming een visioen, die je eigenlijk zou kunnen beschouwen als een soort bekering. Hij schrijft daarna over de troost van het geloof, over de zekerheid die het Evangelie geeft, vooral wanneer alle gewone zekerheden zijn weggevallen. Hij voelt het ingrijpen en de hulp van God in zijn ellende.
Daarentegen blijft hij kritisch tegenover kerk & theologie, en verwijt hij de kerken hun verdeeldheid.
De geloofscrises te boven komen
Ondanks visioenen en ervaren hulp van God geraakt Floris Bakels diverse malen in crises. Voor hem is God dan nergens te bekennen:
Is het geloof dan toch een kolossale vergissing?
Bestaan God en Christus dan niet??
Is alles dan een uit nood geboren fantasie???
Helpt dan ook zelfs je gebed niet????
Hij duidt het kwaad dat hem overkomt in het begin nog als een straf, die hem door God wordt opgelegd.Toch komt Bakels altijd weer bij God terug, en wel zo Licht en grandioos, dat sprake is van een mystieke ervaring van eenwording, en een absolute vrede in God. Voor Bakels is Jezus Christus in Zijn lijden en sterven een duidelijk identificatiefiguur. Hoe vaak niet hebben Zijn lijden & sterven en de opstanding van Jezus (het Paasfeest) de doorslag gegeven? Zo ook voor Floris Bakels.
Het is opmerkelijk dat Bakels in gevangenschap en concentratiekamp tot geloof is gekomen. Voor hem is zijn geloof wezenlijker - en zelfs zijn enige zekerheid - in alle doodsangst en onzekerheid.
Bakels in God en God in Bakels
Niet alleen uit teksten van Floris Bakels, maar ook uit concentratiekampgeschriften van anderen blijkt dat 'het goede leven' het besef wakker hield dat er een andere, grotere werkelijkheid was dan die van het concentratiekamp. Het geloof van veel concentratiekampgevangenen hield - dwars door alle onzekerheid en leed - het zicht op een andere, betere wereld open.
Ervaringen van het goede leven te midden van èn tegenover het kwaad van het concentratiekamp werden ingezet om de eigenwaarde van jou als gevangene hoog te houden; en zo werd dàt een middel tot overleven.
De Bijbel leert ons dat God ons altijd nabij is.
Floris Bakels week nu eens van, en naderde dan weer tot God.
Maar altijd kwam Bakels weer bij God terug.
Eigenlijk was Bakels altijd in God en God altijd in Bakels.
De Bijbel leert ons immers dat God ons altijd en overal nabij is.
Ook als we dat even niet zien en voelen, worden we gedragen,
en is God toch nabij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten