vrijdag 7 maart 2014

De middeleeuwse verering voor Santiago de Compostela

Donderdag 6 maart 2014
Jan van Herwaarden begint zijn voordracht in Puenta la Reina















Bedevaart naar Santiago de Compostela
In het kader van haar 45-jarig bestaan heeft de Stichting Oude Groninger Kerken (SOGK) emeritus hoogleraar dr. Jan van Herwaarden uitgenodigd om in het kader van haar jubileumthema 'Het noorden door de ogen van het zuiden' een avondlezing te verzorgen over 'De middeleeuwse verering van Santiago de Compostela vanuit Nederlands perspectief'.
Van Herwaarden is in 1978 gepromoveerd op 'Opgelegde bedevaarten', en hij was hoogleraar Cultuurgeschiedenis van de Middeleeuwen en Renaissance. Hij publiceerde veel over middeleeuwse bedevaarten, en dan in het bijzonder over de bedevaart naar het Spaanse Santiago de Compostela.

Dè stad van emotie
In de Remonstrantse Kerk aan de Coehoornsingel te Groningen heet SOGK-directeur Breukink de ongeveer 90 belangstellenden van harte welkom.
Hij geeft het woord aan Antoon de Baets, universitair hoofddocent Eigentijdse Geschiedenis aan de RUG, die vanavond als discussieleider zal fungeren. Baets is ook gefascineerd door de lange afstandswandelingen, en heeft zelf de pelgrimsroute vanuit Genève gelopen, onder het motto van 'Vroeg vertrekken, en het moet wel leuk blijven voor iedereen'. Hij beschrijft de weemoed van de pelgrims, zodra zij het doel Santiago de Compostela hebben bereikt. De Baets: "Santiago de Compostela, nergens ter wereld bestaat een dergelijke stad van emoties".

Ieder gaat zijn eigen weg als pelgrim
Jan van Herwaarden begint zijn voordracht met een foto van de middeleeuwse brug in het Spaanse Puenta la Reina, de plaats waar de vier Franse hoofdroutes als één pelgrimsweg voortgaan over de Spaanse camino naar Santiago de Compostela. Hij toont afbeeldingen van Sint Jacobus de Meerdere, bijvoorbeeld afgebeeld met een groot boek, om de geletterdheid van Sint Jacob te benadrukken.
Dan volgt een overzicht van enkele Jacobskerken langs het Gronings-Drents-Overijsselse Jacobspad, in Uithuizen, Zeerijp, Rolde en Hasselt. Daarop volgen verhalen over de pelgrims en hun Jacobusliederen.

De middeleeuwse pelgrim liep snel, lang en ver
Hij relativeert en bekritiseert de actuele proposities van de huidige pelgrimswegen, door te stellen dat de eigentijdse pelgrimswegen niet per definitie de pelgrimswegen zijn die pelgrims in bijvoorbeeld de Middeleeuwen bewandelden. Ieder vond en vindt zijn eigen weg naar Santiago de Compostela, in elk geval niet in alle gevallen langs alle 'Jacobalia' en over de paden en wegen die momenteel gepromoot worden.
De middeleeuwse pelgrim liep overigens heel anders dan de tegenwoordige pelgrims. Vroeger liep men veel sneller, en van de vroege ochtend tot in de avond, en daardoor per dag ook veel verder. Zo liep een snelle Nederlandse Santiago-pelgrim in ruim drie maanden heen en terug, wat betekent dat men dan toch wel zo'n 65 kilometer per dag liep.

Pelgrims bricoleren
Na deze voordracht neemt Antoon de Baets dat lenig over, stellende dat pelgrims 'bricoleren': "Ieder construeert zijn eigen pelgrimage". Als gespreksleider brengt hij de vragenstellers in gesprek met Van Herwaarden.
Pelgrimeren was en is nog steeds eigenlijk ook het uitbreken uit je vertrouwde gemeenschap. Je ging als vreemdeling door vreemd gebied, maar de pelgrimswegen boden de pelgrim een beschermde status.
Ook komt aan de orde dat de Jacobustraditie zo rond 1970 in Nederland weer opleefde. Mensen werden mobieler en meer reisgericht. Pelgrimeren kreeg ook het karakter van een sportieve uitdaging en werd een cultureel verschijnsel. Daar kwam nog bij dat in die jaren het Nederlands Genootschap van Sint Jacob ontstond, dat er wandelgidsen voor pelgrims kwamen, en dat kerken langs de pelgrimsroutes mee gingen doen.

Zie de mens, of niet ...
Opmerkelijk is de reactie van Jan van Herwaarden als ik hem in de vragenronde vraag wat die middeleeuwse pelgrims en de huidige pelgrims bewoog en nog beweegt om zo lang en zo ver te lopen naar een bedevaartstad, waarvan bekend is dat het hele verhaal berust op niet meer dan een oude legende. Op de vraag wat de mens bezielde en nu nog bezielt, geeft Van Herwaarden geen antwoord, want - zo stelt hij - zijn onderzoek heeft zich gedurende zijn loopbaan geenszins gericht op mensgerichte zaken van filosofische, psychologische en/of sociologische aard. Hij is historicus, en wenst daarop bevraagd te worden.
Dat is toch wel jammer, want het verhaal van de pelgrim gaat nooit alleen over de geschiedenis van bijvoorbeeld de pelgrimsweg, van de steden en bouwwerken, en van teksten en beelden. Bij een pelgrimage is immers altijd een mens onderweg; een mens die iets wil, iets zoekt, iets beleeft en voelt. Helaas, ook andere vragenstellers die in deze richting hun vragen formuleren, krijgen over die menselijke component geen antwoord van Van Herwaarden.
Dat doet uiteraard niets af aan zijn expertise en aan de mooie voordracht die hij vanavond verzorgde, maar over de menselijke kant van de middeleeuwse en de eigentijdse verering voor Sint Jacob en voor zijn bedevaartstad - ook gezien vanuit het perspectief van de Nederlandse pelgrim toen en nu - blijft Van Herwaarden de vragenstellers het antwoord helaas schuldig. Desalniettemin was het een geslaagde avond, met een grote groep belangstellenden, die een boeiende voordracht kregen over Sint Jacobus, zijn pelgrims, hun weg en hun doel.

Geen opmerkingen: