Zondag 29 december 2013
|
Cover van 'Aan de heidenen overgeleverd' |
Inaugurele rede als essay te boek
Christa Anbeek (1961) is sinds 1 september 2013 bijzonder
hoogleraar Remonstrantse theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam namens de
Remonstrantse Broederschap, een geloofsgemeenschap die zich inzet voor een vrij
en verdraagzaam christendom. Zij is tevens universitair hoofddocent aan de
Universiteit voor Humanistiek.
Haar inaugurele rede heeft Anbeek verwerkt tot een essay, getiteld 'Aan de heidenen overgeleverd', met als ondertitel: 'Hoe theologie de 21ste eeuw kan overleven'. In november 2013 kreeg ik dit in 2013 gepubliceerde boek bij mijn afscheid van VU-Connected.
Geloof als keuzemogelijkheid
In haar essay constateert ze dat veel kinderen niet meer weten
wat Pasen of Pinksteren betekent, of wie Judas en Petrus waren. Dat is jammer,
omdat religie de mens een rijk levensperspectief kan bieden. Geloof moet volgens Christa Anbeek een
keuzemogelijkheid blijven. Maar om die optie open te houden, moeten we
theologische inzichten terugvertalen naar persoonlijke ervaringen van kwetsbaar
leven. Anbeek geeft in haar essay een eerste aanzet tot een door haar genoemde '
vernieuwde
ervaringstheologie'.
De urgentie van een religieuze oriëntatie
In onze tijd waarin religie voor velen onbegrijpelijk en betekenisloos is geworden, pleit Christa Anbeek ervoor om religieuze levensoriëntatie als keuzemogelijkheid in stand te houden. Geloven is volgens haar beter dan niet geloven. Anbeek wijst op de taak en de verantwoordelijkheid die hedendaagse theologen daarin hebben.
Ze verwijst naar professor Marius van Leeuwen, die in 2012 een pleidooi hield om stevig te blijven staan in het 'geloof als waarheid voor jezelf', maar dan zonder absolute waarheidsclaim, en bovenal wel principieel met een openheid tegenover andersgelovigen en tegenover ongelovigen. De grondlegger van de Remonstrantse Broederschap (Jacobus Arminius, 1560-1609) wees al op het belang van geloof als keuzemogelijkheid: bied het evangelie aan, maar de mens moet het geloof wel zelf aannemen.
In haar essay wijst Christa Anbeek de lezers op de urgentie en op de keuzevrijheid van religieuze oriëntatie, want - zo schrijft ze -
'Overgeleverd zijn aan seculiere heidenen is een schraal perspectief'. Daarmee is de toon voor dit boek in hoofdstuk 1 wel gezet.
Een antropologische visie op religie
Religie veranderde in de loop der eeuwen, maar haar grote aantrekkingskracht bleef en blijft vanwege bijvoorbeeld haar keuzemogelijkheid en haar ervaringsgerichtheid. In onze individuele zoektochten en ervaringen zijn we op zoek naar zin en betekenis, en daarmee nog lang niet toe aan ongeloof.
Vooral als je als mens de kwetsbaarheid van je bestaan ervaart - bijvoorbeeld falen, bij kwaad, en bij grenservaringen zoals een ongeneeslijke ziekte of bij overlijden - ga je op zoek naar wat er voorbij alle grenzen is. Op die cruciale momenten wijst religie mensen de weg en vormt de religie een bezwering van de chaos waarin je je voelt. Religie stelt vragen die de dagelijkse routine overstijgen.
De Schotse religiewetenschapper Roderick Ninian Smart beschrijft de volgende zeven dimensies van religie als volgt: 1. Narratieve dimensie (verhalen); 2. Sociale dimensie; 3. Rituele dimensie; 4. Leerstellige dimensie; 5. Materiële dimensie (kerken & kunst); 6. Belevingen (gebed & meditatie); en 7. Ethiek. Vanwege al die dimensies spreken we over '
geleefde religie', waarbij je hoofd, je hart en je handen zijn betrokken, dus je hele lichaam en menselijke bestaan doen mee.
Dan formuleert Christa Anbeek vanuit die onlosmakelijke band tussen religie en menselijke ervaringen haar
drie opdrachten voor de theologie als volgt:
- 1. Theologie moet de religie vertalen naar de menselijke ervaringen die achter die ervaringen schuil gaan;
- 2. Theologie moet verhelderen wat er in onze tijd gaande is op het gebied van religie en zingeving;
- 3. Theologie dient onze ogen open te houden voor de verbinding tussen waardenoriëntatie en macht.
Versnippering van het religieuze landschap
We zien dat religie steeds verder fragmenteert en onoverzichtelijk wordt. Verbindingen verdwijnen. We krijgen meer vrijheid, religies worden weliswaar flexibeler, maar we raken het overzicht kwijt. Veel mensen zijn religieus ontheemd en rusteloos op zoek:
'longing without belonging'.
Buiten de kerkelijke muren vinden we meer mensen met een religieus gevoel of met een spirituele belangstelling, dan binnen die kerkmuren. Religie bracht en brengt velen spanningen en stress, zie bijvoorbeeld discussies over hoofddoekjes, besnijdenis, ritueel slachten, homofilie, en vrouwen op de kieslijst. De erosie van religie lijkt zich verder voort te zetten.
In dat versnipperde religieuze landschap vindt de mens geen duidelijke, overstijgende zingevingskaders meer. En als je leven dan eens op de kop staat, als je voor morele dilemma's komt te staan, dan doemt de vraag naar zin en betekenis (weer) op. En waar vind je dan betekenis?
Dan mag je hopen dat je nog hulpverleners vindt met kennis, methodiek, taal en tijd om adequaat op je zingevingsproblematiek in te (kunnen) gaan. In de sector van Zorg & Welzijn moet je daartoe steeds beter zoeken om ze te vinden.
Nieuwe zingevingsbronnen
We hebben - ondanks onze egoïstische en gewelddadige neigingen - de behoefte om op harmonieuze wijze in gemeenschappen samen te leven. En we hebben de behoefte om het hoofd te kunnen bieden aan het vele leed (bijvoorbeeld relationeel, en door ziekte en sterven) dat ons treft. In onze huidige seculiere samenleving weten we daar vaak (nog steeds) niet goed mee om te gaan. De filosoof Alain de Botton wijst ons op de waarde van de religie, die we niet kwijt moeten raken, want geloof is in veel opzichten rijker dan ongeloof. Maar dan moeten we wel theologen vinden die bedreven zijn in het decoderen van theologische inhoud naar de achterliggende menselijke ervaringen. We hebben dus momenteel theologen nodig die de ingewikkelde heilige taal spreken en begrijpen, en die in staat zijn om in de moderne cultuur de fundamentele levensvragen te herkennen.
Mensen zijn door en door relationeel,
maar dat maakt ons ook kwetsbaar.
Een ervaringstheologie van kwetsbaar leven
In het laatste hoofdstuk van dit boek geeft Christa Anbeek haar aanzet tot een '
Ervaringstheologie van kwetsbaar leven', bestaande uit de volgende drie pijlers waarop theologie volgens haar gebouwd zou moeten zijn:
- A. Kwetsbaar Leven: persoonlijke ervaringen die je bestaan op zijn kop zetten, bijvoorbeeld bij verlies van gezondheid, werk en/of van je geliefde. Bij dergelijk verlies zien en voelen we dat we diep en fundamenteel met elkaar verbonden zijn, veel meer dan wij normaal gesproken denken. We moeten elkaar onze verhalen vertellen en dan goed naar elkaar luisteren, om ons zo te openen voor de ervaringen van onszelf en van anderen. Spreek over wie er belangrijk voor je zijn, over je morele identiteit en over je waarden. Zo koppel je theologische reflectie aan eigen ervaring.
- B. Christelijke Systematische Theologie: geloof is ooit ontstaan uit een zoektocht om te midden van kwetsbaarheid en lijden tot een leven in volheid te komen. Een verfijnde systematische ordening kan ons tal van aspecten van het menselijk leven tonen. Theologie hoort hierin dienend te zijn. Anbeek werkt dit verder uit in de zeven elementen van systematische theologie: 1. Kennis & inzicht; 2. God; 3. Schepping; 4. De mens; 5. Jezus Christus' persoon & werk; 6. De Heilige Geest; 7. Het instituut Kerk; 8. Toekomst.
- C. Geleefde Waarheid: de koppeling van onze hedendaagse verhalen over kwetsbaar leven aan het brede palet van inzichten van de systematische theologie bieden een bijzonder perspectief.
Drie uitdagingen
Christa Anbeek onderscheidt op grond van bovenstaande nu drie verschillende uitdagingen en verantwoordelijkheden:
- 1. We hebben theologen nodig die samen met filosofen en geïnteresseerde leken de bovenbouw van de systematische theologie op zorgvuldige wijze verder vertalen naar de achterliggende werkelijkheid van de menselijke ervaringen;
- 2. Gelovigen en ongelovigen zouden samen in gesprek moeten gaan over kwetsbaar leven, sprekend over concrete ervaringen.
- 3. We moeten zoeken naar de verbinding tussen ons eigen geleefde leven enerzijds, en de inzichten en verhalen uit de tradities anderzijds.
Christa Anbeek:
"Op deze wijze krijgen we een theologie die weer bestaat uit reflectie op fundamentele levensvragen.
Die in gesprek gaat met de mensen om wie het gaat,
en die verbindingen weet te leggen met hen die ons voorgingen en hen die na ons komen."