Donderdag
14 februari 2013
Medewerkers van hulpdiensten zoals ambulancediensten maken steeds vaker mee
dat een patiënt thuis of onderweg een mobiele telefoon bij zich heeft.
Als een patiënt niet bij bewustzijn is, moet een medewerker van een hulpdienst veelal een moeizaam zoekproces in het adresboek van een mobieltje door, om in dat adresboek een naam en telefoonnummer op te sporen van een contactpersoon die kan worden gebeld om te worden geïnformeerd over bijvoorbeeld een plotselinge ziekenhuisopname.
Hoe vindt een hulpdienstmedewerker bijvoorbeeld je vader/moeder, of je partner/echtgeno(o)t(e) of een andere contactpersoon, die voor jou als eerste zou moeten worden gebeld in geval van nood?
Naar een internationaal alarmeringssysteem
Hoe vindt een hulpdienstmedewerker bijvoorbeeld je vader/moeder, of je partner/echtgeno(o)t(e) of een andere contactpersoon, die voor jou als eerste zou moeten worden gebeld in geval van nood?
Naar een internationaal alarmeringssysteem
Al in het jaar 2005 is er in Groot-Brittannië een oplossing voor het probleem bedacht om hulpverleners in dergelijke noodgevallen snel in contact te brengen met de juiste persoon.
Dat systeem is in Nederland nog niet wijd en zijn ingevoerd en in het jaar 2011 bleek dat Nederlandse hulpdiensten er nog niet of nauwelijks gebruik van maken, maar toch is het de moeite waard om met elkaar te proberen dit internationale alarmeringssysteem ook in Nederland breed in te voeren.
Naarmate meer mensen er gebruik van maken, wordt dit alarmeringssysteem immers effectiever in de hulpverleningspraktijk van alledag.
Ga als volgt te werk
Dit alarmeringssysteem werkt als volgt:
- Voer als contactpersoon de afkorting ICE in met daarbij het volgnummer 1, dus zo: ICE1.
- Koppel dan aan dat contactadres het telefoonnummer van de eerste contactpersoon die in een noodgeval voor jou zou moeten worden gebeld; sla dat op in het adresboek van je telefoon.
- Daarna kun je ook nog telefoonnummers invoeren van volgende contactadressen, zoals ICE2, ICE3 en ICE4.
Zo kan ICE1 bijvoorbeeld je echtgenoot zijn, ICE2 je thuisadres, ICE3 je dochter en ICE4 je buurman.
Bij nood opent de hulpdienstmedewerker het adresboek in je telefoon en belt het telefoonnummer van ICE1, waarmee direct de eerstaangewezen contactpersoon wordt geïnformeerd over je situatie.
Een andere optie is om aan de persoonsnamen in je adresboek bv. de code ICE1, ICE2, enz. toe te voegen.
ICE = In Case of Danger
De afkorting 'ICE" betekent 'In Case of Danger', ofwel in het Nederlands: 'In geval van gevaar (of nood)'.
Als je aan een ICE-adres het internationale toegangsnummer (bv. 00 31 6 bij een mobiel abonneenummer) koppelt, werkt dit systeem ook als je iets overkomt in het buitenland, want dan schakelt de telefoon direct door naar het gewenste telefoonnummer in Nederland.
Als hulpdiensten in Nederland en in het buitenland nu ook wereldwijd dit systeem als standaard toepassen en als iedereen de ICE-nummers in het adresboek van zijn mobiele telefoon zet, voorkomen we met zijn allen dat bij een calamiteit kostbare tijd verloren gaat met het identificeren van een slachtoffer en maken we het mogelijk dat binnen enkele minuten essentiële (medische) informatie wederzijds kan worden verstrekt tussen hulpdienst en contactpersoon.
Tip: direct doen
De invoering van dit internationale alarmeringssysteem is gemakkelijk te realiseren, het kost niets en het kan kostbare tijd besparen als het bellen van een contactpersoon snel voor jou kan worden gedaan, daarom ...
TIP:
Voer in je telefoon-adresboek nu direct enkele ICE-nummers met hun telefoonnummer in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten