Vrijdag 11 februari 2011
Vorig weekend kreeg ik van mijn ouders een oud kwartetspel, afkomstig van mijn grootouders: “Het Hoogelandsche Kwartet Spel”; rond 1920 uitgegeven, dus inmiddels zo’n 90 jaar oud. Het kwartetspel is uitgegeven door de “Vereeniging “Het Hoogeland”, de Christelijke Vereeniging tot stichting en instandhouding van Arbeidskoloniën”, opgericht in het jaar 1892. Deze vereniging was aangesloten bij de “Centrale Bond van Inwendige Zending en Christelijke Philanthropische inrichtingen in Nederland.” Beschermvrouwe van de vereniging was Hare Majesteit Koningin Wilhelmina.
Het was in de zomer van 1891 dat een conferentie werd gehouden ter bespreking van godsdienstige en maatschappelijke onderwerpen. In deze bijeenkomst kwam met name de vraag ter sprake “wat er gedaan kon worden voor bedelaars, zwervers en idioten”. Als resultaat van dit overleg werd een comité gevormd, dat zich richtte op het werk voor bedelaars en landloopers. Er moest een stichting komen voor “landloopers en zwervers!”. Men liet zich daarbij indertijd niet weerhouden door dwaze vagen “of men die heeren bedelaars nu ook al moest gaan verplegen en of dit geen ziekelijke openbaring van sentimenteele philantropie was”.
Met “blijden moed” werd de zaak aangepakt. De oprichtingsdatum werd 2 december 1892. De naam van de vereniging luidde aanvankelijk: ““Het Hoogeland”, vereeniging tot Christelijke verpleging van bedelaars en landloopers”. Die naam werd later veranderd in “Christelijke vereeniging tot stichting en instandhouding van Arbeidskolonies”.
Het oog viel op de hoeve “Het Hoogeland” in Beekbergen. Hier in Het Hoogeland hebben veel zwervers en anderen een toevlucht gevonden, waar ze weer “vasten grond onder de voeten” kregen en “bovenal Christus als Heiland leeren kennen, die toch gekomen is om te zoeken en zalig te maken, wat verloren is; een vervulling van een reeds lang gekoesterden wensch om zijn gaven en krachten te mogen wijden aan de schipbreukelingen in de maatschappelijke samenleving, die bovendien meestal met allen Godsdienst gebroken hebben".
“De hoeve bergt – behalve het gezin van den directeur, 10 koeien, 1 paard en een aantal biggen en kippen – zeven en veertig landloopers. ’t Is er dan ook even practisch ingericht als een bijenkorf en ge aanschouwt hier het wonder, dat bedelaars als echte werkbijen, ’t zij uitvliegen, ’t zij in de korf zelf bezig zijn.”
Zo werd de vereniging "Het Hoogeland" een ware “Christelijke Vereeniging tot Stichting en Instandhouding van Arbeidskoloniën”, die kolonies exploiteert waar uitsluitend mannen tewerkgesteld werden, die bejaard waren, die met justitie in aanraking waren geweest, die een drankprobleem hadden, die als zwerver of als bedelaar of anderszins "maatschappelijk ongeschikt" werden bevonden.
In deze arbeidskolonies vond je in 1893 vooral bedelaars, landlopers en ontheemde oud-kolonialen. Een bed en verzorging waren al heel wat en voor de rest was het werken geblazen, want het doel was de instandhouding van de arbeiderskolonie en het was dus voor de tijdelijke bewoners zeker geen vakantiekolonie.
Het “Hoogelandsche Kwartet Spel” bevat de volgende tien kwartetten:
1. Koloniekwartet, met daarop de verschillende arbeidskoloniën, met op de A-kaart “Het Hoogeland”;
2. Bureaukwartet, met op de B-kaart het “Reclasseringbureau”;
3. Propagandakwartet, met als A-kaart het “Bezorgen van het orgaan”, verschenen onder de naam “Het Hoogeland”, later het kwartaalblad “Helpende Handen”;
4. Filmkwartet, met op de D-kaart een voorstelling van het “Leden winnen” voor de vereniging; 5. Verpleegdenkwartet, met daarop de doelgroepen: “Voorwaardelijk Veroordeelde”, “Drankzuchtige”, “Landlooper” en “Oude van dage”;
6. Landbouwkwartet, met: “Ploegen”, “Zaaien”, “Gewassen” en “Oogsten”;
7. Tuinbouwkwartet, met daarop de “Kassen”, de “Boonenteelt”, het “Slaveld” en het “Koolveld”;
8. Ontspanningskwartet, met daarop volksverheffende clubs, zoals op de B-kaart de “Mondharmonicaclub”;
9. Resultaatkwartet, met een overzicht van de opbrengsten van de vereniging, zoals: de “Landbouwer in zijn gezin terug”, de “Teruggeplaatste werkman”, de “Teruggeplaatste Matrassenmaker” en de “Teruggeplaatste kantoorbediende”.
10. Moraalkwartet, dat een overzicht geeft van de betekenis van deze vereniging, achtereenvolgens: “In de branding”, In veilige haven”, Barmhartige Samaritaan” en “Ora et Labora”, ofwel “Bid en Werk”.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Ja, leuk. Ik vond er ook een tussen mijn grootvaders spullen.
Een reactie posten