Op een prachtige zomeravond in de tuin aan het werk.
Tijdens de harde wind van vorige week zijn weer enkele bolsters uit de Wilde Kastanje gevallen. Te vroeg in de zomer afgevallen bolsters omvatten nog een witte kastanje. Dan hebben de "ruwe bolsters nog een blanke pit". Van mensen die zo op het eerste gezicht grof lijken te zijn, maar eigenlijk een vriendelijk karakter hebben, wordt onder verwijzing naar de Wilde Kastanje wel gezegd: "Dat is een ruwe bolster met een blanke pit". Als je ooit eens zo'n onrijpe, witte kastanje in zo'n bultige bolster hebt gezien, begrijp je direct dat zo'n typering van "ruw gedrag en zacht karakter" een hele rake is.
Maar het stadium van de nog witte kastanje zijn we nu al lang gepasseerd. Het is tijd geworden voor de glimmende, kastanjebruine kleur van het bittere zaad van de Wilde Kastanje, ook wel Paardekastanje genoemd. De bultige bolster van de vroege zomer is veranderd in een dikkere bolster met scherpe punten. "De ruwe bolster moet er nog af" om het volkomen, glanzende zaad van de Paardekastanje het daglicht te laten zien. Een tweede spreekwoord in de Nederlandse taal dient zich daarmee aan, want van een nog al te onbeschaafd, onbeholpen persoon zeggen we ook wel eens dat "de ruwe bolster er nog af moet".
Bij de kastanje èn óók bij de mens is het doorgaans een kwestie van tijd om aanvankelijk nog tegen de bultige, en later tegen de stekelige bolster aan te kijken. Maar er komt vroeg of laat voor elke bolster een moment, waarop de aanvankelijk onzichtbare blanke pit zijn door de tijd en weer en wind gelouterde, glimmende innerlijke glans laat zien.
Ter afsluiting nog twee andere spreekwoorden, woorden die ook spreken, die veel zeggen:
* Geduld en gras zal melk worden
* Geduld is als een bittere plant die zoete vruchten geeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten