Posts tonen met het label vertrouwen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vertrouwen. Alle posts tonen

zaterdag 26 mei 2012

Vertrouwen loont; ook de merel

Zaterdag 26 mei 2012 
's Ochtends angstige blikken van het mereljong















Werk aan de tuin
Een prachtige zaterdag vóór Pinksteren. De hele dag mooi weer: volop zon, een lekkere temperatuur en een aangename bries. Omdat we al weken geen werktijd voor de tuin hebben aangewend, is het vandaag de hoogste tijd voor een tuindag. Niet alleen de gewenste tuinplanten, maar ook het onkruid heeft volop zijn best gedaan om te groeien en te bloeien, dus werk aan de winkel, of eigenlijk: werk aan de tuin.

De tweede leg
Nu wil het geval dat we al voor de tweede keer dit voorjaar een nest met jonge merels in de tuin hebben. Als ik achter in de tuin ben, vind ik één van de jonge merels weggedoken in een hoekje van één van de beide compostboxen die we in de tuin hebben. Vanuit de heg is deze jonge merel in de hoge compostbox terecht gekomen en kan er in dit prille stadium nog niet uit komen. Omdat ik straks onkruid in de compostbox ga gooien, moet de merel er eerst uit, dus die vang ik voorzichtig met een emmer en dan zet ik de merel verderop op een verhoging in de tuin, onder de dennenboom. Pa en Ma Merel protesteren hevig met opgewonden klanken en volgen mij en hun jong nauwgezet. Als ik even op grote afstand van de jonge merel ga staan, voegen Pa en Ma zich al spoedig bij hun jong met lekkernijen voor de nodige groei. De andere jongen zitten nog in het nest, zie ik.

Geen blijvertjes in het nest
Gedurende de hele dag vliegen de beide merel-ouders af en aan met voer voor hun jongen. Je kunt zien en horen dat ze het in het begin nog spannend vinden dat ik op betrekkelijk korte afstand van het nest aan het werk ben in de tuin, maar gaandeweg de dag groeit er toch enig vertrouwen en vliegen ze zonder al te veel omwegen - en steeds rustiger - rechtstreeks naar hun jongen, op de grond of in het nest. Halverwege de dag verlaten ook de andere jongen het nest, want ik kom ze onderweg af en toe tegen als ik achter in de tuin weer een emmer onkruid in de compostbox leeg.

Vertrouwen loont Pa Merel
Het wordt voor beide partijen wel een gezellige dag, zo in de tuin. We zijn allemaal druk bezig met onkruid wieden, voeren en gevoerd worden en de uren vliegen om.
Halverwege de middag krijgt één van de merels - het mannetje - in de gaten dat er toch meer dan gemiddeld wormpjes en larfjes gevonden worden op de plaats waar ik zojuist onkruid uit de tuin heb verwijderd. Als dat besef bij Pa Merel is doorgedrongen, komt hij na het voederen van de jongen steeds weer even bij me terug. Op ongeveer een meter afstand van mij hupt hij heen en weer en trekt met zijn snavel om de haverklap een wormpje of een larfje uit de grond. Hoe goed ik ook kijk, ik zie die wormpjes en larfjes niet, maar ik zie wel dat de merel ze elke keer weer uit de grond pulkt. Het zij zo en het is ook goed zo. Het is zo ook wel een goede werkverdeling: ik zie het onkruid en trek dat uit de grond en de merel ziet wormpjes en larfjes en trekt die uit de grond. Zo hebben we het beide druk en hebben we samen een gezellige dag in de tuin.

zaterdag 22 januari 2011

Waarmte in wurd

Sneon 22 jannewaris 2011

De Kristlik Fryske Folks Bibleteek (KFFB) publisearre yn 'e simmer fan 2010 de poëzy-bondel ”Waarmte in wurd" fan Anny de Jong. Yn dizze bondel binne 31 fersen sammele, meast koarte gedichten. In part fan dizze fersen hawwe de lêste jierren op Anny de Jong har eigen krystkaarten stien. De measte dêrfan hawwe ek te lêzen west op de jierlikse Fryske skriuwerskalinder. Dy krystfersen binne yn dizze bondel oanfolle mei har hiel persoanlike rougedichten, lykas:

“de dea is om ús hinne
mar dan treft er dy en my yn it moarch
der is gjin ferwin
loslitte is skrieme
en dochs
in rûnte fan leafde
draacht ús fertriet
en ik leau, dêr set ik alles by op
dat de deaden ús foargeane
nei de nije himel en de nije ierde”


De Fryske dichteres Anny de Jong hat de namme yn har gedichten de sombere kant it neist te wêzen. Mar se wiist der lykwols op dat har fersen altiten posityf einigje.
De waarmte wint it fan de kjeld.
It tsjuster moat belies jaan foar it ljocht.
Yn in pear wurden wit sy in gefoel hiel sterk oer te bringen.
Op it wyt-griis-swarte boek-omslach binne de namme fan de dichteres en de titel fan it boekje mei waarme reade letters oanjûn. It omslach is in ûntwerp fan Petra de Jong.

Anny de Jong oer har wurk: “Dichtsjen is dagenlang omrinne mei in idee. Wurden fine, skave
en skrasse oant it rint en op papier stiet wat ik sizze wol”.
De titel fan dizze bondel hat mei de ynhâld te krijen, mar ek mei de klank.
“In gedicht moat ritmysk en sjongsum wêze”, neffens De Jong.

Op side 17 stiet it fers “wurdboek”,
Yn dat fers lêze jo fjouwer wurden mei harren betsjutting, lykas:
Fertrouwe” is fêste grûn ûnder dreamen witte.

En dan op side 25 in moai sitaat út ien fan de 31 fersen:
“….mei lege wurden komme wy elkoar net yn 'e mjitte
dat wurden ta dieden bloeie
nei fruchten fan
fertrouwen groeie”.

As jo dizze fersen lêze en werlêze, fiele jo de waarmte yn har wurden.
Anny de Jongs “Waarmte in wurd” jout jo deistige wurden in noflike waarmte.

zondag 13 september 2009

Geloven in een God die niet bestaat

Zondag 13 september 2009

Veel mensen zijn grootgebracht met het idee dat geloven in God betekent dat je ook gelooft dat God bestaat. Toch hebben velen het geloof in dat 'bestaan' al lang losgelaten, of twijfelen ze eraan. Dominee Klaas Hendrikse neemt het voor deze onthechte twijfelaars op. Zijn boodschap is dat je niet hoeft te geloven dat God bestaat om in God te kunnen geloven. Met de Bijbel in de hand laat hij zien hoe het volgens hem ooit is begonnen en hoe het nog steeds gaat: “God bestáát niet”, beweert hij, “maar trekt mee met mensen die onderweg zijn'. Zonder mensen is God nergens in zijn visie.

De reacties op uitspraken van Hendrikse in de media hebben al veel stof doen opwaaien. Voor velen was zijn in 2007 uitgegeven boek “Geloven in een God die niet bestaat; Manifest van een atheïstische dominee” een opluchting, vanwege het gevoel van herkenning en erkenning. Anderen verfoeien het boek, omdat het bestaan van God door – nota bene – een dominee wordt ontkend. Dat emeritus-professor Harry Kuitert vanwege zijn grote invloed op Hendrikse het voorwoord van Klaas Hendrikse zijn boek schreef, is alleszins begrijpelijk. Toch is Kuitert het niet in alle opzichten met Hendrikse eens, zo schrijft Kuitert in zijn voorwoord.

Klaas Hendrikse (geboren in 1947) is predikant in het Zeeuwse Middelburg en Zierikzee, binnen het verband van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Hij is - volgens eigen zeggen - overtuigd atheïst. In zijn boek geeft Hendrikse zijn kijk op zijn en onze kerk en op zijn eigen geloof. Hij wil wel van het oude godsbeeld af, maar (nog) niet van het gesprek over God. Het aloude godsbeeld van “God als Almachtig Opperwezen” heeft hij losgelaten. Het gezag van de Bijbel als Woord van God is in zijn ogen beperkt. Volgens Klaas Hendrikse moeten we in het geloof en in de kerk geen (Middeleeuwse) antwoorden zoeken, maar moeten we leren om eerst de goede vragen te stellen..

In hoofdstuk 1 van zijn boek legt Hendrikse uit wat hij verstaat onder het begrip “atheïsme”. Hij beweert stellig dat wat de kerkgangers hun God noemen, berust op een historisch misverstand, omdat die God in zijn ogen nooit heeft bestaan.
Hoofdstuk 2 gaat over “geloven”, in de oorspronkelijke betekenis van het woord, namelijk: vertrouwen. God is voor dominee Hendrikse nog wel degene die met je meegaat op je levensweg, maar alleen bij de gratie van de mens die dat uitdrukkelijk wenst en zich daarvan ook bewust is.
Over de gevolgen van zijn denkwijze voor zijn bidden, voor zijn kerkdiensten en voor zijn omgang met ziekte en dood in zijn kerkelijke gemeente en over zijn predikantschap in het algemeen, schrijft hij op persoonlijke wijze in hoofdstuk 3. Zijn visie op de kerk als – in zijn ogen - falende instelling is helder, zijn overtuigingskracht zet mensen aan tot nadenken en gesprek. Zijn beschrijving van de kerk van vandaag de dag is een rake typering. Zijn metafoor van “zijn” kerk als eetcafé in hoofdstuk 4 is duidelijk. Eén gerecht ontbreekt in zijn eetcafé, namelijk: antwoorden. Van het gerecht “vragen” kan in de “kerk” van Hendrikse echter volop worden gesmuld.

Maar als je in de beeldspraak van Klaas Hendrikse even meegaat, kom je toch tot de constatering dat niet alle mensen altijd alleen maar “vragen” willen eten. Verandering van spijs doet eten, dus af en toe eens smullen van “antwoorden” doet mijns inziens de mens in het algemeen ook goed. En niet iedereen lust “vragen”. Maar “antwoorden” gaan er bij hen wel in als koek. Nee dominee Hendrikse, geef mij dan maar de restaurants waar beide gerechten op de kaart staan. Dan kies ik buiten eerst het restaurant van de dag en geniet ik binnen - samen met mijn disgenoten aan de tafel van de herberg - van het gerecht dat vandaag mijn eetlust opwekt.

zondag 1 februari 2009

100 Gouden regels voor kwaliteitsmanagement

Zondag 1 februari 2009

Per 1 januari 2009 vorm ik samen met mijn collega's Helma en Regina gedrieën het Quality Assurance-team in het Corporate Office van Stenden hogeschool. We zijn momenteel op zoek naar een vierde collega - een (senior) beleidsmedewerker Interne Kwaliteitszorg -, waarvoor gisteren in de dagbladen een vacaturetekst heeft gestaan. Mijn werkterrein is de Externe Kwaliteitszorg, ofwel dat wat te maken heeft met het toezicht van buitenaf op de kwaliteit van ons onderwijs. Daaronder vallen met name: visitaties & accreditaties van degree courses, Onderwijsinspectiebezoek, externe audits en certificeringen van bijvoorbeeld non-degree courses.

Eén van de zaken waarmee we zijn begonnen, is het lezen van het in 2008 uitgegeven boekje "100 Gouden regels voor kwaliteitsmanagement", geschreven door Roger Leenders & Jan Maas, uitgegeven bij Academic Service, een imprint van Sdu Uitgevers bv. De opzet van de auteurs is de essentie van kwaliteitsmanagement te vangen in 100 gouden regels. Het boekje wil ons op weg helpen naar excellentie, door de balans in ons werk te versterken tussen beheersing, betrokkenheid en creativiteit. Helemaal mee eens!

Het boek bevat 100 korte teksten over Leidinggeven, Inspireren & initiëren, Sturen & besturen, Beheren & beheersen, Invoeren & uitvoeren, Verbeteren & problemen oplossen, Innoveren en Persoonlijk excelleren. Al lezende merk je dat het boek is gebaseerd op allerlei herkenbare praktijkervaringen van de auteurs, die in de praktijk staan en die met deze publicatie hun kennis omzetten in aanbevelingen.

Dat de auteurs onderwijskundig niet stevig onderlegd zijn, blijkt o.a. uit het feit dat ze in de definiëring van het begrip "Competentie" tot een veel te smalle karakterisering komen, als ze schrijven dat het kwaliteiten & vaardigheden zijn die een specifieke persoon "van nature" heeft. Als we daar in onderwijsland in zouden gaan geloven, zou een groot deel van het competentiegerichte onderwijs in Nederland fundamenteel op de schop moeten. Zolang ik er nog van overtuigd ben dat ons onderwijs een essentiële bijdrage kan leveren aan de competentie(door)ontwikkeling van studenten, leg ik deze definitie van Leenders & Maas op grote afstand terzijde.

Meer waardering heb ik voor het merendeel van hun gouden regels. Die zijn alleszins het lezen waard. Sommige zijn heel goed bruikbaar. Gouden regel 44 gaat over het vertrouwen tonen aan je collega's. De auteurs schrijven dat je collega's vaak afwijzend staan tegenover "Toezicht & Sturing", omdat zij streven naar zelfstandigheid. Hun zelf opgedane kennis - zo staat er - zullen je collega's pas doorspelen aan jou als "Toezichthouder en/of Leidinggevende" als zij erop kunnen vertrouwen je daar op een vakbekwame & vertrouwelijke manier mee om gaat.