Posts tonen met het label Serein. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Serein. Alle posts tonen

zaterdag 8 augustus 2009

Pelgrimeren van Chablis naar Auxerre

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Chablis naar Auxerre
Zondag 19 juli 2009 – 22 km.
Dag 60: 1244,7 – 1266,7 km.

Op deze zondagmorgen arriveren Durkje en ik met de auto vanuit Auxerre om ongeveer 8.45 uur in Chablis. We zullen vandaag wandelen van Chablis naar onze camping in Auxerre. De auto parkeren we aan de oever van de rivier de Serein.
We lopen langs de Serein naar de brug over de Serein. We steken deze brug over in de richting van het centrum van Chablis en direct daarna ook de tweede brug. In de hoofdstraat van Chablis is de zondagochtend-warenmarkt. Die bezoeken we niet.

Wel gaan we aan de kop van de hoofdstraat in café Chablis eerst een kop koffie drinken. We nemen plaats in het goed gevulde café. Naast ons zit een man te ontbijten. Hij groet ons en vraagt ons of wij vandaag óók gaan wandelen. De man is een Belgische pelgrim, die vannacht heeft overnacht op de camping van Chablis. Hij loopt vandaag óók naar Auxerre, om daar waarschijnlijk te overnachten in La Maison de la Randonnée, een onderkomen voor de nacht voor passerende pelgrims. Als wij de koffie op hebben, is hij nog niet klaar met ontbijten, dus wij nemen afscheid van deze Belgische pelgrim.

Wij lopen eerst langs de oude wasplaats aan de Quai Voltaire. Een eindje verderop passeren we bij Place Lafayette de oude Porte Noël met haar twee burchttorens. Aan de rand van de bebouwde kom gaat bij het bureau van de Gendarmerie de weg over in een onverharde veldweg. We lopen in de richting van het dorp Milly.

Dan zien we een eind vóór ons een vrouwelijke pelgrim lopen met een klein hondje. Inschattend dat het een Nederlandse vrouw is, groeten we haar in het Nederlands. Ze is zichtbaar blij verrast hier en nu ook Nederlandse pelgrims te ontmoeten en we lopen een eind met haar mee. Het is Astrid van Dort uit Amsterdam. Het blijkt dat we elkaar al eens op grote afstand hebben gezien. Dat was op 15 juli 2009 toen zij in Avirey-Lingey de verkeerde weg had genomen en weer terug liep naar het punt waar wij wel goed de weg overstaken om de bebouwde kom te verlaten via een asfaltweg en veldpad. Wij hadden haar in de verte gezien. Zij ons óók, maar ze dacht op die afstand gezien te hebben dat wij de twee Britse pelgrims waren, die zij eerder al had ontmoet.
Astrid loopt net als wij óók elk jaar een stuk pelgrimspad en is onlangs begonnen in Reims, waar ze vorig jaar stopte. Ze is alléén op pad met haar hond Foxy en slaapt onderweg op campings, in refugio’s of kampeert bij nood vrij in de natuur. Vandaag gaat ze óók naar Auxerre. Wij bevelen haar onze camping in Auxerre aan, die nagenoeg aan de pelgrimsroute ligt.

We wandelen samen naar, door èn voorbij het 2,5 kilometer verder liggende dorpje Milly. Dan volgt een zware klim over een veldpad tussen de wijngaarden door.
Ons wandeltempo is vanwege onze minder zware bepakking veel hoger, dus we nemen hier afscheid.

We gaan boven op de heuvel langs èn door het Bos van Lechet. Als we aan de andere zijde dalen, zien we in het dal vóór ons de Vijver van Beine al liggen.
Aan de voet van de heuvel van Vaucharmot steken we de D965 over en lopen we om de Vijver van Beine heen. Deze vijver is aangelegd om de wijngaarden van Beine in de winter te besproeien, zodat de zich dan vormende ijsdruppels de knoppen van de druivenranken beschermen.
Donkere wolken schuiven voor de zon en het wordt kouder, zodat we de trui weer aan moeten doen. Aan de oevers van deze vijver zit een aantal mannen te vissen.

Als we Beine in wandelen, wijken we even van de route af om de bijzondere toegangspoort/-kapel van de begraafplaats van Beine beter te kunnen bekijken. Daarna wandelen we over de bovenste hoofdstraat door Beine. In het geopende kruidenierswinkeltje proberen we bij de broodafdeling nog een croissant te kopen, maar die zijn helaas al uitverkocht. We pauzeren aan de westzijde van het dorp. Via een steentjesweg lopen we het dorp uit en de wijngaarden in. Ook hier hangen al veel druiventrossen aan de ranken.

Iets voorbij een wateropvangbekken voegen zich ineens twee grote honden bij ons. Een Golden Retriever en een Herdershond komen tussen de druivenranken vandaan en lopen vanaf nu voortdurend met ons mee. Aan de verzorging te zien, zijn het zwervershonden. Agressief zijn ze beslist niet, maar we raken ze voorlopig niet kwijt.

Bij Matte (op 216 meter hoogte) steken we de D524 over. We passeren Le Vau Brou aan de noordzijde. Dan gaan we langs de bosrand van het Bos van Bel-Air en komen we bij Friches de Montpierreux.
De beide honden blijven ons getrouw vergezellen, maar vlak voordat we bij de D965 komen, verdwijnt de Golden Retriever na zo'n 4 kilometer in een graanveld. Die zijn we in elk geval kwijt. De grote zwarte herdershond wordt er wel wat zenuwachtig van, kijkt vaak achterom waar de andere hond blijft, maar hij blijft met ons meelopen.

We lopen ongeveer 2 kilometer parallel aan de D965 en passeren een eind verder de afslag naar het 18e eeuwse kasteel – en nu ook logiesverblijf - van Sint Anne. Dan moet je onwillekeurig toch ook even denken aan het nabij ons Stiens gelegen Sint Annaparochie, dat we in de volksmond ook Sint Anne noemen.
Dan komen we bij de entree van het dorp Hautes Soleines, dat we niet binnengaan, maar rechts laten liggen.
We nemen nu de begroeide weg omlaag en steken de beek van Sinotte over via een smalle betonnen plaat. De herdershond twijfelt zichtbaar even, maar volgt ons toch.
Als we weer op een asfaltweg komen, passeren we een Franse pelgrim met een zware bepakking en wandelstokken. We leggen hem het dilemma van de volgzame herdershond uit en passeren hem dan in de hoop dat de herdershond bij hem zal blijven. Dat gebeurt zo ook. Even verder jaagt de Franse pelgrim de herdershond weg met de wandelstokken en na tweemaal enig protesterend geblaf, verdwijnt de herdershond. Die zijn we nu ook kwijt.

Voorbij het gehucht Gimois nemen we een sterk stijgend veldpad naar het dorp Venoy. We komen Venoy binnen aan de kant waar de kerk en de school bij elkaar staan. Zojuist sluit hier ook de baguette-kiosk aan de rand van het dorp.
We gaan naar het bovendeel van Venoy en steken daar de autosnelweg A6 over.

We lopen over een aantal hooggelegen veldwegen en zien in de verte in het dal vóór ons de stad Auxerre al liggen.
In het gehucht Egriselles pauzeren we. Bij de bushalte is echter geen bankje, dus we nemen achter de bushalte plaats op een betonnen richel en hebben vanaf daar mooi zicht op het doorgaande verkeer op de centrale kruising van dit dorpje.
Daarna lopen we buiten Egriselles voorbij een groot electriciteitsstation.

Als we de D124 bij Pied de Bouquin zijn overgestoken, gaan we over een brede verharde veldweg dalend verder in de richting van Auxerre. We gaan onder de N6 door.
Dan lopen we het bedrijventerrein aan de oostzijde van Auxerre binnen. Op dat moment belt onze dochter Baukje ons over haar vakantiebelevenissen.

Voorbij een silo en langs de spoorlijn arriveren we aan de achterzijde van het treinstation van Auxerre. Het is behoorlijk zonnig geworden en de temperatuur is behoorlijk gestegen, dus de trui kan weer uit om in een wandelshirt verder te lopen. Via een hoge loopbrug gaan we over de sporen heen.
Aan de overzijde wandelen we over een pad langs het oude spoor van Auxerre naar Gien, dat nu een wandelpad is geworden. Het verlengde van dit pad gaat op behoorlijke hoogte door de stad heen. Eerst gaan we over de rivier de Yonne. Daarbij krijgen we een mooi uitzicht over beide zijden van Auxerre langs de Yonne. Daarna steken we het kanaal over.

En hoog boven de stad vervolgen we ons voetgangerspad, ook langs het festivalterrein in het stadspark waar afgelopen vrijdag, zaterdag en vandaag het meerdaagse muziek-Festival des Zarb (Les Arbres) wordt georganiseerd. Vlakbij de camping verlaten we dit hooggelegen voetpad via een trap naar de doorgaande weg naar onze Municipal Camping in Auxerre.

We hebben vandaag 22 kilometer gelopen bij mooi wandelweer. Mooi is ook dat we precies bij de camping uit komen.
Nu wil het toeval dat mijn zuster Rennie met haar man Anne gistermiddag als verrassing op de terugweg vanuit de Provence naar Nederland bij ons op de camping zijn gekomen voor een tweedaagse tussenstop. In meerdere opzichten is dat aangenaam zo halverwege onze pelgrimstocht van dit jaar. Daarmee hebben we nu ook even twee auto's ter beschikking, waardoor Durkje en ik vanochtend eerst niet hoefden te fietsen vanuit Auxerre naar Chablis. Met de auto van Anne en Rennie halen we aan het eind van de middag onze auto weer op uit Chablis. Dat scheelde ons vanmorgen mooi zo'n 24 kilometer fietsen. Zo'n luxe is een aangename onderbreking van onze pelgrimage.

Pelgrimeren van Epineuil naar Chablis

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Epineuil naar Chablis
Vrijdag 17 juli 2009 – 22,5 km.
Dag 59: 1222,2 – 1244,7 km.

Het warme weer van gisteren werd gisteravond genadeloos afgestraft met regen en langdurig onweer. Daardoor is de temperatuur vandaag behoorlijk lager dan gisteren. Waar we gisteren de 32 graden nog haalden, wordt dat vandaag niet veel hoger dan 19 graden Celcius.

Durkje en ik rijden vanmorgen eerst naar Chablis, waar we de auto bij de rivier de Serein parkeren. Dan fietsen we van Chablis naar Epineuil. We parkeren daar de fietsen op de plaats waar we gisteren onze wandeling beëindigden.
We laten Epeneuil verder links liggen en lopen langs de gebouwen van Le Petit-Quincy. Daarna gaan we in westelijke richting verder totdat we bij de D905 komen, die we oversteken.
Iets noordelijker steken we het kanaal over via een in onbruik geraakte, versperde brug. Er missen een aantal brugplanken, maar we kunnen er nog prima over heen.

We volgen het kanaal in de richting van Tonnerre via het westelijk gelegen jaagpad, totdat we in Tonnerre arriveren bij de sluis in het kanaal. Bij de sluis gaan we Tonnerre in. Eerst steken we een al lang geleden drooggevallen rivier over. De brede rivierbedding is al begroeid. Daarna steken we de rivier de Armaçon over.

Verderop gaan we nog onder de spoorweg door en dan lopen we in de richting van het treinstation van Tonnerre. Halverwege passeren we in het park eerst het monument ter herinnering aan de 1e Wereldoorlog en daarna komen we bij het monument ter nagedachtenis aan de gevallen soldaten in de 2e Wereldoorlog. Als we in Tonnerre het Plein van de Republiek over steken, zien we hoog voor ons de Saint-Pierre-kerk.

We lopen door naar de Rue de la Fosse-Dionne en komen dan uit bij de oude wasplaats La Fosse-Dionne, die gelegen is boven een Vauclusische bron. Het is nog steeds een mysterie hoe het kan dat uit deze bijna 60 meter diepe bron altijd turkoois-blauw water stroomt door een zo diep gelegen watergangenstelsel met een lengte van zo'n 360 meter.

We klimmen het steile trappenpad op naar de hooggelegen Sint Pieterkerk, gebouwd in Renaissancestijl en na de brand van 1556 weer herbouwd. Het bijzondere aan de voorgevel zijn de twee grote stenen Jacobsschelpen aan de linker en rechter zijde van de grote kerkdeur in de gevel. Ook boven de kleinere zijdeur aan de linkerzijde van de kerkgevel zitten twee kleinere stenen Jacobsschelpen.
Over de stadsmuur heen hebben we vanaf het voorplein van deze kerk een mooi uitzicht over de stad Tonnerre. Opvallend zijn de Bourgondische rode dakpannen, de smalle huizen en steegjes en verderop de rivier en op de achtergrond de vele wijngaarden van Bourgondië.
We lopen nu de kerk voorbij en gaan bij het nabijgelegen kerkhof via een asfaltweg naar boven.

De weg voert ons langs een telecommast steeds verder naar boven, totdat we in het hooggelegen veld uitkomen bij de boerderij van Les Boussemis.
Achter de boerderij gaan we door het veld verder omhoog over een iets meer dan 1,5 kilometer lange veldweg, eerst tussen de akkers door en later langs het Bos van de Garenne.
We lopen nu in de Vallei van Coquard. De zon begint door de wolken te breken en daarmee wordt het zó warm dat we de trui uit kunnen doen. Toch zijn de luchten voor ons nogal dreigend. Er is zeker regen op komst, maar tot nader order genieten we van dit prachtige veldpad in de zon.

Als we in zuidelijke richting de vallei afdalen, komen we langs de ruïne van de boerderij Chavant. Achter het hekwerk in het bos meen ik een varken of een wild zwijn te horen, maar ik kan hem niet zien. Iets verder lopend, zien we aan de andere zijde van de veldweg iets lager gelegen een drinkplaats voor vee. Daar loopt een groep wilde zwijnen met jongen. Als ze ons zien, lopen ze verder van ons af en blijven bij het water staan om ons goed in de gaten te houden.

Wij dalen over de veldweg totdat we uitkomen bij de kleine spoortunnel onder de spoorlijn van de TGV (Tres Grande Vitesse) door. Ik maak hier een foto van de onderdoorgang en op dat moment horen we de TGV aankomen. Het lukt nu gelukkig om de razendsnel voorbijgaande TGV op de foto te krijgen.
Als we door het spoortunneltje gaan, hebben we vóór ons een prachtig uitzicht over het heuvelachtig gebied waar we straks doorheen zullen wandelen.

We lopen een eindje over de D35 en arriveren dan in het dorpje Tissey. Bij het gemeentehuis vinden we een aantal bankjes, dus hier houden we onze etenspauze. We hebben nu inmiddels 12,5 kilometer zonder rustpauzes gelopen.
Achter Tissey gaat de helling op naar het bosperceel van Les Brúlis. Vlak buiten Tissey worden we nageblaft door een groot aantal jachthonden, die hier in een kennel buiten staan. Ongeveer vijftig meter verder is hoogstwaarschijnlijk onbedoeld een grote strorol uit een hoger gelegen graanveld weggerold, is daarbij over de veldweg gerold naar een lager gelegen graanveld. De strorol is over het graan heen verder gerold met een grote bocht naar links en is een eind verder in het graanveld stil komen te liggen. Een breed spoor van geplet graan heeft de strorol achter zich gelaten.

Wij steken verderop de Vallei van Chamblais over en zien dan in het dal het dorp Collan liggen. Het begint eerst zacht te regenen, en al spoedig neemt de intensiteit toe. We wandelen snel door naar Collan en als we bij de rand van het dorp arriveren, regent het al behoorlijk, vooral ook door de straffe wind die opstak. We schuilen aan de rand van Collan in een boomwal bij een opslagplaats van brandhout en gedumpte voertuigen.
Als de regen stopt, wandelen we door Collan. Als we achterom kijken, zien we haar hooggelegen dorpskerk.

Voorbij Collan gaan we eerst over een asfaltweg en verderop over onverharde landbouwwegen tussen de akkers door. Een oude boer komt ons in zijn auto langzaam tegemoet als we bijna boven op het plateau zijn. We lopen onder een dubbel stel stroomdraden door, die hier ogenschijnlijk eindeloos boven het veld links en rechts verder gaan.
Vlakbij het gehucht Rameau zien we een hert door het graanveld rennen, waarna hij een eindje vóór ons de veldweg oversteekt en snel verdwijnt in het struikgewas tussen de bomen, die hier ten zuiden van ons wandelpad staan.
Hier begint het óók weer te regenen, dus we schuilen even onder een paar bomen, die iets van de veldweg af staan.

Voorbij de boerderij van Carrières volgt over het plateau een kilometers lange onverharde veldweg in de richting van Chablis. We hebben voortdurend een fantastisch vergezicht over landbouwvelden, bospercelen, wegen en wijngaarden. Door de Vallei van Vauvilien wandelen we tussen het bos en de Chablis-wijngaarden door. Als we het bos verlaten, hebben we een schitterend uitzicht over de wijngaarden rond het stadje Chablis.

Als we bijna bij de laatste wijngaard komen, begint het wéér te regenen. We schuilen in een openstaande schuilhut van een wijnboer, aan de rand van de wijngaard. Deze droge plek biedt ons ook de gelegenheid om nog even wat te eten en te drinken.
Het laatste stukje door de wijngaarden gaat via het Chablis-wandelpad dat hier en daar tussen de wijngaarden door loopt.

Daarna steken we de D965 over om over de asfaltweg door te lopen naar de camping van Chablis. Deze camping ligt aan de rivier de Serein.
Wij volgen hier de rivier, die op een gegeven moment ook een aftakking naar het zuiden heeft. We blijven de rivier de Serein volgen, totdat we 10 kilometer verder bij onze auto arriveren.

We hebben nu vandaag 22,5 kilometer gewandeld. Met de auto halen we onze fietsen weer op uit Epineuil.
Het weer is vandaag erg wisselvallig geweest met een stevige wind. Toch hebben de drie regenbuien de pret niet gedrukt, want het was al met al geschikt wandelweer en een mooie landelijke route.