Posts tonen met het label Auxerre. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Auxerre. Alle posts tonen

zaterdag 8 augustus 2009

Pelgrimeren van Auxerre naar Accolay

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Auxerre naar Accolay
Maandag 20 juli 2009 – 24,5 km.
Dag 61: 1266,7 – 1291,7 km.

Durkje en ik vertrekken vanmorgen om 9.30 uur wandelend vanaf de camping in Auxerre. We lopen naar de voetgangersbrug vlakbij de camping, waar we gisteren onze wandeltocht beëindigden. Op de hoger gelegen promenade gaan we in zuidwestelijke richting tot aan het informatiepaneel, waar informatie wordt gegeven over de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. Volgens dit bord is het nog 2054 kilometer tot aan onze Spaanse bestemming.

Hier gaan we door een nieuwe woonwijk van Auxerre verder, een eindje over de oude Romeinse weg, die nu de D239 is. We lopen dan om de nieuwbouwwijk van Auxerre heen en verlaten na 2,5 kilometer de bebouwde kom bij een speelterrein ten zuiden van Auxerre.
Op de splitsing enkele honderden meters verder waar we het veld in gaan, staat een richtingwijzer met daarop enkele wandelafstanden in tijden genoemd van de plaatsen die we na Auxerre zullen bezoeken.

Tussen de akkers en wijngaarden door stijgen we eerst en daarna gaan we sterk dalend naar het dorpje Vaux, dat vóór ons in de vallei van de rivier de Yonne ligt. In Vaux passeren we na 2,5 kilometer de Saint-Loup kerk, met haar bijzondere, 12e eeuwse Romaanse, open voorportaal met zuilen.
Bij het gemeentehuis willen we linksaf via de brug de Yonne oversteken, maar borden geven aan dat de brug is afgesloten wegens werkzaamheden. Tòch even doorlopend zien we dat men met een kraanwagen bezig is met het werk aan de onderzijde van de brug. Wij kunnen gemakkelijk tussen de brugleuning en de kraanwagen door, dus dat doen we ook. Vanaf de brug hebben we een mooi uitzicht over de Yonne en haar rivieroevers.

Aan het eind van de brug ligt het dorpje Champs-sur-Yonne. Hier ontbreekt enige markering van de doorgaande wandelroute. Als we de wandelgids bestuderen komt een Fransman vanaf zijn grasmaaier naar ons toe en vertelt ons dat het pelgrimspad tussen de bomen door verder gaat langs de oever van de Yonne, in zuidelijke richting. Wij gaan verder over deze voormalige vissersweg langs de rivier.

Als we verderop, voorbij het gehucht Toussac, na 3 kilometer de dorpskern van Champs-sur-Yonne in gaan, komen we langs een perifeer gelegen dubbel winkelcentrum. We treffen hier helaas geen café aan om er een kop koffie te drinken, dus we gaan verder naar het dorpsplein, waar we wel een café aantreffen.
Het is een nieuw café met een kelder onder het café met daarin de toiletten, die geheel in oude bouwstijl zijn gebouwd. Je waant je er in een echte oude kelder. Het is hier op deze warme dag in elk geval lekker koel en boven smaakt de koffie in het goed bezochte café met terras prima.
We verlaten Champs-sur-Yonne over de spoorweg en over de N6.

We gaan klimmend door de velden van Les Vaux Marquis. We steken de asfaltweg naar St.-Bris-le-Vineux over en vervolgen onze weg tussen wijngaarden en kersenboomgaarden door. De kersen zijn rijp. Sommige zijn dat stadium al lang voorbij en daar resteert aan de boom niet meer van dan alleen een soort zwarte krent. Lang niet alle kersenbomen worden hier (dus) geoogst.
We lopen boven om de 238 meter hoge heuvel Le Gaudier heen en steken de asfaltweg tussen Bailly en St.-Bris-le-Vineux over. En dan gaan we over landbouwwegen weer omhoog, om hóóg over de 254 meter hoge heuvel te lopen waarop het gehucht Couzein ligt. Vanaf de Col de Cremant dalen we naar een veelsprong van asfaltwegen. In de Vallée de Chanoy houden we bij een veelsprong onze eerste etenspauze.

Daarna gaan we nogmaals omhoog tussen de wijngaarden door, nu over de flank van de 277 meter hoge Vaupiarry. We hebben elke keer vanaf de flank van de gepasseerde heuvels een prachtig uitzicht over het omliggende landschap. Door de Vallei van de Paradis dalen we tussen de wijngaarden door tot in het dorp Irancy, dat 9 kilometer voorbij Champs-sur-Yonne ligt.
Bij de plaats waar we via de Promenade van Irancy het dorp weer uit zullen wandelen, zit de Nederlandse pelgrim Astrid met haar hondje Foxy, die wij gisteren tussen Chablis en Milly ontmoetten. We wisselen nog even ervaringen uit over de tocht van gisteren en vandaag. Astrid vertelt dat ze de Golden Retriever gisteren ook had zien lopen en dat de Herdershond haar en haar hondje ook kilometers had gevolgd. Ze had de Herdershond opgesloten achter een hek op het plein van een gemeentehuis, zodat ze niet langer door deze zwerfhond gevolgd zou worden. Ze vraagt of we nog een Belgische pelgrim hebben ontmoet, want die zou ook ergens in deze buurt moeten rondlopen, omdat ze haar eerder vandaag ontmoette. Wij hebben haar niet gezien. Astrid blijft nog even met haar hond in de schaduw en wij gaan door.

Vlak buiten Irancy zit een vrouwelijke pelgrim hoog boven de weg onder een boom aan de rand van het veld. Waarschijnljk is dit de Belgische pelgrim. We groeten elkaar, maar zijn te ver van elkaar af om elkaar te spreken. Als we een eindje verder de heuvel op zijn gegaan, zien we haar in onze richting komen.
Na een stevige klim komen we bij de rand van het hooggelegen plateau La Belle Vue, dat de vorm heeft van een halve ellips. Vanaf hier is het “vue” inderdaad ook “belle”. Het rondtrekkende plateaupad is smal en bestaat op veel plaatsen uit een dikke laag witte steentjes. Het panoramisch uitzicht dat wij wandelend verkrijgen, is voortdurend schitterend om te zien vanaf dit unieke wandelpad.
Nu zetten we een lange en steile afdaling in tussen de wijngaarden door, totdat we een asfaltweg bereiken. Die asfaltweg brengt ons in de richting van het dorp Cravant.

Na zo'n 2 kilometer asfaltweg komen we – 3 kilometer voorbij Irancy - voorin het dorp Cravant. We lopen door het mooie oude dorpscentrum en komen bij een klein plein, waaraan het – helaas - gesloten café ligt. Bij de fontein van dit dorpspleintje nemen we een etenspauze. Even later passeert de vrouwelijke pelgrim, die ons vanaf Irancy volgde.
Verderop in Cravant lopen we langs de oude stadsmuren en de imposante forttoren. We nemen ook even een kijkje in de oude wasplaats van Cravant. Dan laten we deze voormalig versterkte plaats met zijn vestingwerken achter ons.

Buiten Cravant gaan we over een smal bospad stevig klimmend de heuvel op over de dicht beboste helling. Als we boven zijn, gaan we langs de bosrand verder. Beneden het bos gaan we verder tussen de akkers door, totdat we bij de N6 komen, die we oversteken.

Dan arriveren we in het dorp Accolay, onze bestemming voor vandaag. In Accolay steken we eerst de rivier La Cure over. Direct daarna steken we het parallel gelegen kanaal over. We gaan verder over het pad langs het kanaal en komen langs een Brits schip. We spreken even met de man en de vrouw die op het schip de Firefly zitten. Ze hebben deze bijzondere boot vorig jaar op een trailer met de boot vanuit hun thuisland Groot-Brittannië naar Terneuzen laten brengen en zijn vanaf daar het Europese continent in gevaren. Afgelopen winter brachten ze door in Brussel en inmiddels zijn ze dus varend tot in midden-Frankrijk doorgedrongen.

Wij lopen door het dorp naar het treinstation van Accolay. We hebben eergisteren in Auxerre gehoord dat we vanuit Accolay om 17.31 uur met de trein naar Auxerre kunnen reizen. Tickets hebben toen alvast gekocht. We zijn hier nu ruim op tijd, want we moeten nog een uurtje wachten totdat de trein arriveert. We rusten en wachten in de schaduw op een bankje in het parkje naast het station. Achter het station zijn mannen bezig met grondwerk ten behoeve van het leggen van kabels. Een puberjongen met enkele diabolo’s zit en ligt verveeld in het wachthokje naast ons. Naast ons bankje staat een pruimenboom vol met rijpe pruimen.

De trein arriveert precies op tijd. Even na 18.00 uur arriveren we op het treinstation van Auxerre, vanwaar we via de supermarkt - voor onze dagelijkse boodschappen - weer terugwandelen naar onze camping in Auxerre.
We hebben vandaag een behoorlijke afstand van 25 kilometer gewandeld. Het maakt qua fysieke inspanning wel degelijk verschil dat je 's morgens - voordat je gaat wandelen - niet eerst het traject in omgekeerde volgorde hoeft te fietsen, zoals we dat gisteren en vandaag bij uitzondering eens niet hoefden te doen.

Pelgrimeren van Chablis naar Auxerre

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Chablis naar Auxerre
Zondag 19 juli 2009 – 22 km.
Dag 60: 1244,7 – 1266,7 km.

Op deze zondagmorgen arriveren Durkje en ik met de auto vanuit Auxerre om ongeveer 8.45 uur in Chablis. We zullen vandaag wandelen van Chablis naar onze camping in Auxerre. De auto parkeren we aan de oever van de rivier de Serein.
We lopen langs de Serein naar de brug over de Serein. We steken deze brug over in de richting van het centrum van Chablis en direct daarna ook de tweede brug. In de hoofdstraat van Chablis is de zondagochtend-warenmarkt. Die bezoeken we niet.

Wel gaan we aan de kop van de hoofdstraat in café Chablis eerst een kop koffie drinken. We nemen plaats in het goed gevulde café. Naast ons zit een man te ontbijten. Hij groet ons en vraagt ons of wij vandaag óók gaan wandelen. De man is een Belgische pelgrim, die vannacht heeft overnacht op de camping van Chablis. Hij loopt vandaag óók naar Auxerre, om daar waarschijnlijk te overnachten in La Maison de la Randonnée, een onderkomen voor de nacht voor passerende pelgrims. Als wij de koffie op hebben, is hij nog niet klaar met ontbijten, dus wij nemen afscheid van deze Belgische pelgrim.

Wij lopen eerst langs de oude wasplaats aan de Quai Voltaire. Een eindje verderop passeren we bij Place Lafayette de oude Porte Noël met haar twee burchttorens. Aan de rand van de bebouwde kom gaat bij het bureau van de Gendarmerie de weg over in een onverharde veldweg. We lopen in de richting van het dorp Milly.

Dan zien we een eind vóór ons een vrouwelijke pelgrim lopen met een klein hondje. Inschattend dat het een Nederlandse vrouw is, groeten we haar in het Nederlands. Ze is zichtbaar blij verrast hier en nu ook Nederlandse pelgrims te ontmoeten en we lopen een eind met haar mee. Het is Astrid van Dort uit Amsterdam. Het blijkt dat we elkaar al eens op grote afstand hebben gezien. Dat was op 15 juli 2009 toen zij in Avirey-Lingey de verkeerde weg had genomen en weer terug liep naar het punt waar wij wel goed de weg overstaken om de bebouwde kom te verlaten via een asfaltweg en veldpad. Wij hadden haar in de verte gezien. Zij ons óók, maar ze dacht op die afstand gezien te hebben dat wij de twee Britse pelgrims waren, die zij eerder al had ontmoet.
Astrid loopt net als wij óók elk jaar een stuk pelgrimspad en is onlangs begonnen in Reims, waar ze vorig jaar stopte. Ze is alléén op pad met haar hond Foxy en slaapt onderweg op campings, in refugio’s of kampeert bij nood vrij in de natuur. Vandaag gaat ze óók naar Auxerre. Wij bevelen haar onze camping in Auxerre aan, die nagenoeg aan de pelgrimsroute ligt.

We wandelen samen naar, door èn voorbij het 2,5 kilometer verder liggende dorpje Milly. Dan volgt een zware klim over een veldpad tussen de wijngaarden door.
Ons wandeltempo is vanwege onze minder zware bepakking veel hoger, dus we nemen hier afscheid.

We gaan boven op de heuvel langs èn door het Bos van Lechet. Als we aan de andere zijde dalen, zien we in het dal vóór ons de Vijver van Beine al liggen.
Aan de voet van de heuvel van Vaucharmot steken we de D965 over en lopen we om de Vijver van Beine heen. Deze vijver is aangelegd om de wijngaarden van Beine in de winter te besproeien, zodat de zich dan vormende ijsdruppels de knoppen van de druivenranken beschermen.
Donkere wolken schuiven voor de zon en het wordt kouder, zodat we de trui weer aan moeten doen. Aan de oevers van deze vijver zit een aantal mannen te vissen.

Als we Beine in wandelen, wijken we even van de route af om de bijzondere toegangspoort/-kapel van de begraafplaats van Beine beter te kunnen bekijken. Daarna wandelen we over de bovenste hoofdstraat door Beine. In het geopende kruidenierswinkeltje proberen we bij de broodafdeling nog een croissant te kopen, maar die zijn helaas al uitverkocht. We pauzeren aan de westzijde van het dorp. Via een steentjesweg lopen we het dorp uit en de wijngaarden in. Ook hier hangen al veel druiventrossen aan de ranken.

Iets voorbij een wateropvangbekken voegen zich ineens twee grote honden bij ons. Een Golden Retriever en een Herdershond komen tussen de druivenranken vandaan en lopen vanaf nu voortdurend met ons mee. Aan de verzorging te zien, zijn het zwervershonden. Agressief zijn ze beslist niet, maar we raken ze voorlopig niet kwijt.

Bij Matte (op 216 meter hoogte) steken we de D524 over. We passeren Le Vau Brou aan de noordzijde. Dan gaan we langs de bosrand van het Bos van Bel-Air en komen we bij Friches de Montpierreux.
De beide honden blijven ons getrouw vergezellen, maar vlak voordat we bij de D965 komen, verdwijnt de Golden Retriever na zo'n 4 kilometer in een graanveld. Die zijn we in elk geval kwijt. De grote zwarte herdershond wordt er wel wat zenuwachtig van, kijkt vaak achterom waar de andere hond blijft, maar hij blijft met ons meelopen.

We lopen ongeveer 2 kilometer parallel aan de D965 en passeren een eind verder de afslag naar het 18e eeuwse kasteel – en nu ook logiesverblijf - van Sint Anne. Dan moet je onwillekeurig toch ook even denken aan het nabij ons Stiens gelegen Sint Annaparochie, dat we in de volksmond ook Sint Anne noemen.
Dan komen we bij de entree van het dorp Hautes Soleines, dat we niet binnengaan, maar rechts laten liggen.
We nemen nu de begroeide weg omlaag en steken de beek van Sinotte over via een smalle betonnen plaat. De herdershond twijfelt zichtbaar even, maar volgt ons toch.
Als we weer op een asfaltweg komen, passeren we een Franse pelgrim met een zware bepakking en wandelstokken. We leggen hem het dilemma van de volgzame herdershond uit en passeren hem dan in de hoop dat de herdershond bij hem zal blijven. Dat gebeurt zo ook. Even verder jaagt de Franse pelgrim de herdershond weg met de wandelstokken en na tweemaal enig protesterend geblaf, verdwijnt de herdershond. Die zijn we nu ook kwijt.

Voorbij het gehucht Gimois nemen we een sterk stijgend veldpad naar het dorp Venoy. We komen Venoy binnen aan de kant waar de kerk en de school bij elkaar staan. Zojuist sluit hier ook de baguette-kiosk aan de rand van het dorp.
We gaan naar het bovendeel van Venoy en steken daar de autosnelweg A6 over.

We lopen over een aantal hooggelegen veldwegen en zien in de verte in het dal vóór ons de stad Auxerre al liggen.
In het gehucht Egriselles pauzeren we. Bij de bushalte is echter geen bankje, dus we nemen achter de bushalte plaats op een betonnen richel en hebben vanaf daar mooi zicht op het doorgaande verkeer op de centrale kruising van dit dorpje.
Daarna lopen we buiten Egriselles voorbij een groot electriciteitsstation.

Als we de D124 bij Pied de Bouquin zijn overgestoken, gaan we over een brede verharde veldweg dalend verder in de richting van Auxerre. We gaan onder de N6 door.
Dan lopen we het bedrijventerrein aan de oostzijde van Auxerre binnen. Op dat moment belt onze dochter Baukje ons over haar vakantiebelevenissen.

Voorbij een silo en langs de spoorlijn arriveren we aan de achterzijde van het treinstation van Auxerre. Het is behoorlijk zonnig geworden en de temperatuur is behoorlijk gestegen, dus de trui kan weer uit om in een wandelshirt verder te lopen. Via een hoge loopbrug gaan we over de sporen heen.
Aan de overzijde wandelen we over een pad langs het oude spoor van Auxerre naar Gien, dat nu een wandelpad is geworden. Het verlengde van dit pad gaat op behoorlijke hoogte door de stad heen. Eerst gaan we over de rivier de Yonne. Daarbij krijgen we een mooi uitzicht over beide zijden van Auxerre langs de Yonne. Daarna steken we het kanaal over.

En hoog boven de stad vervolgen we ons voetgangerspad, ook langs het festivalterrein in het stadspark waar afgelopen vrijdag, zaterdag en vandaag het meerdaagse muziek-Festival des Zarb (Les Arbres) wordt georganiseerd. Vlakbij de camping verlaten we dit hooggelegen voetpad via een trap naar de doorgaande weg naar onze Municipal Camping in Auxerre.

We hebben vandaag 22 kilometer gelopen bij mooi wandelweer. Mooi is ook dat we precies bij de camping uit komen.
Nu wil het toeval dat mijn zuster Rennie met haar man Anne gistermiddag als verrassing op de terugweg vanuit de Provence naar Nederland bij ons op de camping zijn gekomen voor een tweedaagse tussenstop. In meerdere opzichten is dat aangenaam zo halverwege onze pelgrimstocht van dit jaar. Daarmee hebben we nu ook even twee auto's ter beschikking, waardoor Durkje en ik vanochtend eerst niet hoefden te fietsen vanuit Auxerre naar Chablis. Met de auto van Anne en Rennie halen we aan het eind van de middag onze auto weer op uit Chablis. Dat scheelde ons vanmorgen mooi zo'n 24 kilometer fietsen. Zo'n luxe is een aangename onderbreking van onze pelgrimage.