Posts tonen met het label Hastière-Lavaux. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Hastière-Lavaux. Alle posts tonen

dinsdag 5 augustus 2008

Pelgrimeren van Hastière-Lavaux naar Vodelée

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela


Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vezelay
Van Hastière-Lavaux naar Vodelée
Zaterdag 5 juli 2008 – 20,5 km.
Dag 33: 703,7 – 724,2 km.


Ook vanmorgen gaat de wekker weer om 7.00 uur.
Na het wassen, aankleden en ontbijten, rijden Durkje en ik met de fietsen achter op de fietsendrager met de auto naar Vodelée, waar we de beide fietsen stallen bij de dorpsschool.
Dan rijden we met de auto naar ons startpunt in Hastière-Lavaux.

Het begint om 9.15 uur direct al met een fikse klim over een bospad van Hastière-Lavaux naar Izémont.
Al spoedig verlaten we dit gehucht.
Dan komen we op een hoogvlakte, waar het veldpad tussen mais en graan loopt, met aan weerszijden van het pad prachtig bloeiende planten, zoals klaproos, kamille en korenbloem.

Verderop haalt een boer met een tractor met een vee-aanhangwagen ons in op een asfaltweg.
Met een aantal anderen gaat hij een groep koeien uit het weiland halen.

Daarna gaan we het bos in, passeren daar twee woonwijkjes met veelal semi-permanente bebouwing en dalen dan het rotspad af naar het dorpje Hermeton-sur-Meuse.
Daar scoren we een bijzondere kop koffie, waarbij we ieder een koffiefilter met daarin heet water op een koffiepad op ons koffiekopje krijgen.
Terwijl wij koffiedrinken op het terras, staat de caféhoudster in de woonkamer te strijken.

Daarna volgt een bijna tien kilometer lang bospad door de Val de Hermeton, door een vallei steeds parallel aan de rivier de Hermeton.
Op een open veld tegen de bosrand ontdekken we een rond kampement van allemaal kleine tentjes.
In het veld staat een groep van ongeveer 30 vrouwen, licht dansend in een grote kring.
In het midden van de kring staat een jonge vrouw met ontbloot bovenlijf expressief dansende bewegingen te maken op de muziek met zware Afrikaanse drums.
De vrouwen in de kring dansen lichtjes mee, ruim de helft van de dames ook met ontbloot bovenlijf.
Al met al een heel bijzonder tafereel in dit Belgische “oer”woud.
Voorzichtige conclusie: een meerdaagse workshop Afrikaanse vrouwendans, zo natuurgetrouw als wenselijk en zo oorspronkelijk als mogelijk uitgevoerd.
We maken onderweg altijd veel foto’s van wat ons opvalt, maar om de gemoedsrust in dit dameskransje te behouden, hebben we dat hierbij toch maar niet gedaan.

Het bospad langs de Hermeton dat we nu opgaan, is af en toe goed begaanbaar, maar voor de rest valt het behoorlijk tegen.
Regelmatig moeten we allerlei capriolen uithalen om de over het pad gevallen bomen te passeren.
Ook moeten we hier en daar flinke stukken bij de steile heuvel op en af, omdat daar geen pad langs de rivier voortgaat.
Het is eigenlijk geen wandelen meer, maar heuvelbeklimmen en –afdalen.
De wandelgids schrijft over “sportieve ommetjes wegens obstakels”, maar de plaats waar het zó steil is dat aangebrachte klimtouwen noodzakelijk zijn om omhoog te komen en/of om verderop weer af te dalen, duiden eerder op bergsport dan op sportieve ommetjes.
Maar, ook deze uitdaging gaan wij niet uit de weg – wat hier trouwens ook niet kan – en we trotseren met de nodige uitglijders alle steile hellingen.

Verderop wordt het pad weliswaar vlakker, maar daar is het over lange trajecten zo drassig, dat je nu eens door een bosvegetatie er ruim omheen moet en dan eens springend, glibberend en glijdend zigzaggend de randen van het pad neemt om met niet al te natte en te zwaar besmeurde wandelschoenen weer verder te kunnen.
Ook hier lijkt het meer op survival dan zomaar een wandeling.
Dit Sentier de l’Hermeton zorgt dus zeker voor een breed scala van allerlei wandelverrassingen.
Wij passeren met goed gevolg al die obstakels en naderen dan de rand van het bosgebied, waar het af en toe licht begint te regenen.
Maar het bladerdak van de bomen is zo dicht, dat de regendruppels ons niet bereiken.
We steken enkele kleine bosbeekjes over en gaan dan door het koningsbos van Vémont.
Bij de molen van Praile verlaten we het bos.

Pas buiten het bos valt het ons op hoe lekker de zon weer schijnt en hoe licht het hier is.
We pauzeren bij een stenen brug over de rivier de Hermeton.

Daarna klimmen we via een veldweg naar het dorpje Soulme.
Het wandelboekje prijst dit aan als één van de mooiste dorpjes van het Belgische Wallonië.
De pastorie, de muren van het kerkhof en de oude kastanjes bij die muur staan samen met de kerk op de monumentenlijst.

Even buiten Soulme lopen we over een bijzonder leisteenpad.
Verderop wandelen we over een bospad parallel aan de weg van Romedenne naar Vodelée door een naaldbos; aan de ene zijde met hedera gedecoreerde boomstammen en aan de andere kant van het pad met geheel kale stammen.

Bij de kerk in het centrum van Vodelée eindigt onze étappe van vandaag na 20,5 kilometer.
Op het moment dat we bij onze fietsen in Vodelée arriveren, begint het te regenen.
We schuilen meer dan een halfuur bij de dorpsschool, maar gaan uiteindelijk toch maar op de fiets weer verder.
Samen fietsen we via Agimont naar Heer-Agimont.
Daarvandaan fietst Durkje rechtsaf langs de Maas naar onze camping in Givet en ik fiets linksaf langs de Maas om onze auto op te halen, die nog in Hastière-Lavaux staat.

maandag 4 augustus 2008

Pelgrimeren van Dinant naar Hastière-Lavaux

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vezelay
Van Dinant naar Hastière-Lavaux
Vrijdag 4 juli 2008 – 23 km.
Dag 32: 680,7 – 703,7 km.


Om 7.00 uur gaat de wekker op onze camping in het Franse Givet: wassen en aankleden!
Als Durkje en ik de fietsen op het fietsenrek van de auto hebben bevestigd, rijden we naar de supermarkt Intermarché van Givet, om daar de boodschappen voor vandaag te halen: het ontbijt èn het eten en drinken voor onderweg.

Aangezien deze supermarkt pas om 9.00 uur open gaat, rijden we door naar Hastière-Lavaux.
Hier stallen we onze fietsen op het dorpsplein vóór de school en de kerk.
Bij de plaatselijke bakker halen we lekker vers brood en bij de slager twee soorten door hem zelf gemaakte gerookte worst.
Op een verlaten terrasje op het dorpsplein ontbijten we van dit lekkers in de aangenaam warme ochtendzon.

Dan blijkt dat vanaf hier om 9.10 uur een bus vertrekt naar Dinant.
Derhalve laten we - in afwijking van ons plan - onze auto hier ook staan en rijden we met de bus van Hastière-Lavaux langs de Maas naar het Belgische Dinant.

In Dinant halen we bij een supermarkt die we passeren nog wat extra proviand voor vandaag.
En dan lopen we door de Rue St. Jacques naar boven, waar vandaag ons wandeltraject begint op de locatie waar we de vorige keer op 17 oktober 2007 stopten.

We klimmen naar de citadel van Dinant via een steil bergpad.
Nabij de ingang van de citadel drinken we op het terras van een hotel-restaurant een kop koffie, nadat we hier eerst nog een oorlogsbegraafplaats ter herinnering aan de 1e en de 2e Wereldoorlog hebben bezocht.

Voorbij de citadel gaan we over een plateau naar de toren van Mont-Fort.
Het hier aanwezige pretpark is geheel verlaten en is inmiddels ook zwaar in verval geraakt.
Voorbij dit pretpark gaan we over het kampad langs de Maas en hebben we vanaf dat pad af en toe een heel mooi uitzicht over de Maasbedding.

Langs de grillige kant van de helling gaan we naar de weg van de Montagne-de-la-Croix.
Over een helling komen we bij de plaats Herbuchenne.
Daar passeren we het Observatorium en iets verder ook een groep padvinders op een groot gemeenteveld.
Vervolgens gaan we door een bos en daarna dalen we in het ravijn van Sorinnes.

Bij Rocher Bayard komen we weer bij de Maasoever, op een plaats waar veel wegen bij elkaar komen.
We pauzeren hier even en lopen dan onder het hoge viaduct van Pont Charlemagne door.

Ter hoogte van l’île d’Amour vervolgen we onze weg over het Maasoeverpad, dat we volgen tot we bij de oude brug, de Pont Saint-Jean (Anno 1533) in Anseremme arriveren, op de plaats waar de rivier de Lesse in de rivier de Maas uitmondt.
Onder de spoorbrug door vervolgen we ons pad over de promenade langs de Maas.
Langs de muren van de priorij (Anno 1648) gaan we verder totdat we bij een schuilhaven - haaks op de Maas - komen, waar we pauzeren.

Na de lunch gaan we het bos in, waar we dan langs verschillende rotspartijen lopen.
Op één van die rotswanden treffen we twee bergbeklimmers aan, die al halverwege zijn.
We zijn hier vlakbij de klimschool van Freyr, getuige de aanwijzingsborden langs ons pad.

We missen hier helaas het dalende pad, dus besluiten we een eindje verder af te dalen langs een pad dat door bergbeklimmers is aangelegd om bij een aantal klimrotsen te kunnen komen.
Dit afdalen valt ons hier echter behoorlijk tegen; het is hier eigenlijk tè steil om af te dalen, maar we moeten èn gaan nu toch maar wel door.
Stapje voor stapje komen we na een lange, gevaarlijke afdaling aan bij het wandelpad langs de Maas.
Ook hier lopen we tussen de Maas en hoge rotspartijen door.

Bij Colébî gaan we door een weiland met koeien om daarna langs een ravijn naar Crétia te klimmen.
Voorbij Crétia gaan we weer door een weiland en langs een bosrand, waarna we uiteindelijk via een kampad over het plateau wandelen, tot we op een gegeven moment de Roche au Drapeau bereiken, waar we een prachtig uitzicht over de Maas en over het plaatsje Waulsort hebben.

Een eind verder dalen we niet af naar Falmignoul en Waulsort, maar steken we het ravijn van de kloof van Chestia over.
Daarna volgen we het bospad, tot we een bergbeek oversteken.
Dan volgt een heel zwaar traject over het kampad, aan de zeer grillige kant van de heuvelrugkam.
Het bospad is hier en daar bijna onbegaanbaar, omdat het nu eens te steil is, dan weer te glad en soms zelfs geheel afgesloten door omgevallen bomen.
Dit stuk maakt deze dagtocht buitengewoon zwaar.

We steken nòg twee ravijntjes over, gaan verder over de bovenzijde van de hellingen en dan dalen we af naar en door het ravijn van Les Cascatelles tot we wéér bij de Maas komen, waar we bij een prachtige picknickplaats aan de Maasoever pauzeren.

Na een tijdje zoeken, vinden we langs een oude steen- en pottenbakkersfabriek het pad dat ons door het ravijn van Bonsoy tot op het plateau brengt.
Daar arriveren we - over een pad tussen de weilanden door – in Blaimont, waar we pauzeren bij de receptie van een 190 chalets tellend recreatiepark.
Een clown staat bij de receptie - langs de hoofdweg van het dorp - om alle met auto’s arriverende gasten (vooral Nederlandse gezinnen) met kinderen bij aankomst vrolijk welkom te heten, hen het animatieprogramma mee te geven en de gasten de weg te wijzen.

Als we Blaimont verlaten, gaan we eerst over een veldweg en daarna door het bos van Les Spineuses èn door het bos van Gaux.
Bij de Maasoever gekomen, lopen we langs de oude muur van een Romaanse kerk, voorheen een Benedictijner abdij.
Over de Middeleeuwse kade van Hastière-par-delà komen we bij de Maasbrug.

We gaan tenslotte de Maasbrug over en arriveren dan in het Belgische Hastière-Lavaux, waar we in het dorpscentrum de fietsen weer op de auto laden om terug te keren naar de camping in Givet.

We hebben vandaag 23 kilometer gelopen.
Vanwege het bijna onbegaanbaar zijn van grote delen van deze route, is ons dit een bijzonder zwaar traject gebleken, waarover we dan ook wel bijna negen uren hebben gelopen.