Posts tonen met het label Dienville. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Dienville. Alle posts tonen

zondag 2 augustus 2009

Pelgrimeren van Dienville naar La Villeneuve-au-Chêne

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Dienville naar La Villeneuve-au-Chêne
Vrijdag 10 juli 2009 – 22,5 km.
Dag 54: 1112,7 – 1135,2 km.


Vanaf de camping in Dienville rijden we met auto en de fietsen naar La Villeneuve-au-Chêne. De auto laten we daar staan en Durkje en ik fietsen vanaf hier terug naar Dienville. Op de camping zetten we de fietsen bij onze tent en dan drinken we eerst even een kop koffie op het terras van de campingkantine.

Om 10.00 uur wandelen we vanaf de camping langs de Kapel van Tertre naar de brug over de Aube tegenover de prominente kerk van Dienville. Achter de kerk passeren we de overdekte markthal van Dienville.
Als we in Dienville de D11 verlaten, stopt een grote vrachtwagen uit Letland vóór ons. De chauffeur vraagt ons in het Duits de weg naar een groot bedrijf in Dienville, maar we kunnen hem hier helaas niet de weg wijzen. Als we verderop grote graansilo's passeren, haalt de vrachtwagen ons in en draait daar het bedrijfsterrein op.

Wij nemen vanaf de rand van de bebouwde kom de onverharde landbouwweg, die ons na zo'n 2,5 kilometer naar de oever van de Aube leidt. We komen tussen de velden door langs prachtig gekleurde akkers. Tussen het blauwbloeiende gewas bloeien hier in La Côte Sereine vuurrode klaprozen. Een eindje verder langs de boomwal tussen ons veldpad en de Aube zien we bij Côte Blanche allerlei soorten gekleurde vlinders en ook een groot aantal hele mooie, donkerblauwe libelles.

Aan het eind van dit mooie veldpad nemen we de D210 richting Unienville. Voordat we het dorpje bereiken, gaan we met een brug over de rivier de Aube, die hier met een klein verval toch nog behoorlijk sterk stroomt. Aan de overzijde van de Aube wandelen we na de eerste 5 kilometer Unienville binnen.

We verlaten Unienville over de D210 en gaan dan al vrij snel over een steentjesweg tussen de akkers door in de richting van het Kanaal van Amance. Dit Kanaal van Amence voert het water van de Aube door Les Grands Prés heen naar het reservoir van Amance, waaraan onze camping in Dienville ook ligt.
Aan de overzijde van het kanaal wandelen we het Bos van Pierrotes in.
Iets ten noorden van het dorpje Amance verlaten we het bos weer. Grote stapels kaphout liggen aan beide zijden van het bospad hoog opgestapeld.

We dalen eerst via een smalle asfaltweg naar Amance. Als we hier de D443 bereiken, zien we op de bovenverdieping van een halfopen boerenschuur twee oldtimer-auto's staan, waarschijnlijk van een verzamelaar, die ze hier hoog en droog bewaart.

In Amance – 4,5 kilometer voorbij Unienville - pauzeren we eerst even naast het gemeentehuis, waar we wat eten en drinken. Daarna gaan we het dorpscafé aan de overzijde van de D443 in om daar een kop koffie te drinken. Aan een tafeltje zitten twee mannen in werkkleding, een jongen zit aan de bar, even later komt er nog een vrachtwagenchauffeur bij aan de bar en op het moment dat wij vertrekken, komen er ook nog een man en een vrouw binnen. Geen van hen drinkt koffie. Kennelijk is het hier – gezien de genuttigde drankjes - gewoon om al vroeg op de dag met alcoholische dranken de dag te beginnen.

Als we Amance via de stijgende D112 verlaten, passeren we een ander wandelend stel. Zij gaan linksaf en wij gaan rechtdoor de heuvel op, in de richting van het Foret d' Orient. Bij de bosrand buigen we af naar het zuiden in de richting van het gehucht La Ville-aux-Bois. Vlak vóór dit gehucht zien we voorbij een afslag het ander wandelend duo weer lopen. Zij wandelen de geel-rode route; wij de wit-rode. We passeren hen weer bij de kerk van La Ville-aux-Bois.

Daarna begint een meer dan 5 kilometer lang bospad vanaf de watertoren van La Ville-aux-Bois. Op de eerst nog brede bosweg passeren we een bosarbeider, die kaphout uit het bos haalt en op een open aanhangwagen laadt.
Deze bosweg – genaamd “Weg van Troyes” - wordt in het Bos van Cornées steeds smaller. De eerste versmalling begint op een plaats waar links en rechts langs de bosweg veel kaphout ligt.
Enkele kilometers verder – diep in het Forêt du Temple – wordt de bosweg een smal bospad, dat slingerend, licht stijgend en dalend en hier en daar wat glibberig ons een flink eind in westelijke richting via een hele mooie bosroute door het grote bos leidt, tot aan de D79.

We volgen de D79 bijna een kilometer en komen dan over de D28 na 10 kilometer het dorpje La Loge-aux-Chêvres binnen. Een man en een vrouw zijn bij de rand van de bebouwde kom bezig om een oude met klimop begroeide boom met een kettingzaag om te zagen.
Wij wandelen door de stille hoofdstraat van het dorp. We passeren een pittoresk huisje met veel bloemen rondom.

Op een stapel hout bij een timmerwerkplaats pauzeren we om ons laatste brood op te eten en weer wat te drinken.
Het is vandaag prachtig weer: dikke witte wolken met af ten toe een stukje blauwe lucht, waardoor de zon ons dan even beschijnt. Heerlijk wandelweer met een frisse, zachte wind.

We nemen een onverharde landweg tussen de velden van Bruyères door en langs enkele kleine bospercelen.
We lopen dan tussen twee bosvijvers door: Etang de la Renouillères en Etang du Parc au Pourceaux. Twee statige zwanen dobberen in de laatstgenoemde vijver. Beide vijvers zijn voor ongeveer de helft van het oppervlakte bedekt met net nog niet bloeiende waterlelies.

We volgen dan de halfverharde landweg door het boerderijgehucht Les Sablons totdat we 4 kilometer verder arriveren in ons eindpunt van vandaag: La Villeneuve-au-Chêne. Door de hoofdstraat van de D179 doorkruisen we dit dorp, tot we aan het eind van het dorp bij onze auto arriveren.
Vandaag hebben we 22,5 kilometer gewandeld bij ideaal wandelweer en door een mooi gevarieerd landschap. Een prachtige wandeldag.

Pelgrimeren van Bétignicourt naar Dienville

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Bétignicourt naar Dienville
Woensdag 8 juli 2009 – 24 km.
Dag 53: 1088,7 – 1112,7 km.


Vanmorgen rijden Durkje en ik met de fietsen vanaf onze camping in Dienville naar ons beginpunt van vandaag: Bétignicourt. Het is weer kouder dan gisteren en de lucht is dreigend. Het is duidelijk te zien dat er vandaag regen op komst is. Om 9.30 uur parkeren we de fietsen in Bétignicourt en gaan we aan de wandel.

Eerst lopen we over de D75, de enige doorgaande straat van Bétignicourt, met aan beide zijden veelal vakwerkhuizen met boerenschuren ernaast.
Bijna buiten Bétignicourt nemen we een onverharde landweg, die behoorlijk stijgt tot boven op de heuvelrug. Als we bijna boven op de heuvel zijn, begint het fors te regenen. We schuilen even onder een aantal bomen, wandelen daarna verder met de paraplu, maar nóg een eindje verder - op een onbeschutte plaats boven op de kamweg - trekken we toch maar de regenponcho's aan daarna om door de stromende regen verder te wandelen.

Na bijna 4 kilometer komen we na een afdaling weer op de D75, die we tot aan het dorpje Chalette-sur-Voire volgen. We verlaten Charlette-sur-Voire via de D35 en steken vlak buiten de bebouwde kom over een brug de rivier La Voire over.

De regen is gestopt. De regenponcho's gaan nu uit. Iets verder nemen we links een onverharde landweg met rechts landbouwvelden en links La Voire tussen een brede bomenrij. We passeren een oude man – gehuld in een vuilniszak tegen de regen – die met een klein kind waarschijnlijk bramen zoekt, hier in Le Prieure. Daarna steken we de D35 over, passeren enkele oude grind-afgravingen en steken daarna ook de D960 over.

Via de D130 komen we dan 6 kilometer na Chalette-sur-Voire aan in het dorpje Précy-Saint-Martin. We vinden in Précy-Saint-Martin helaas geen dorpscafé voor een kop koffie, dus we pauzeren maar even in een diep metalen bushokje aan de doorgaande dorpsstraat.
Daarna volgt een onverharde landweg tussen akkers en kleine bospercelen door. Net als we Précy-Saint-Martin verlaten, begint het weer fiks te regenen. Met de poncho's weer aan kunnen we redelijk goed verder lopen. De landweg heeft echter een dunne bovenlaag van een kleiachtige substantie, die – als het nat wordt – met dikke klompen klei aan onze wandelschoenen kleeft. We lopen over dit pad alsof we op klompen door de sneeuw lopen: dikke bulten eronder en alle kanten uit glibberend.

Halverwege de kilometerslange landweg door Buisson Berthon en tussen het Bos van Neuville en het Bos van Pommereux door, is het gelukkig weer droog geworden en na deze 5 kilometer lange landweg arriveren we in Saint-Léger-sous-Brienne. Hier begint het weer te regenen. We schuilen onder een boom, die tegen een uitstekende dakgoot van een garage staat. Vanaf hier hebben we het zicht op de 16e-18e eeuwse dorpskerk.
Ter hoogte van het oorlogsmonument verlaten we de doorgaande dorpsstraat. Voorbij de basisschool van St.-Léger-sous-Brienne verlaten we de bebouwde kom, waar ons een behoorlijke klim heuvelopwaarts wacht, tot aan de telecommast boven op de heuvel.

Iets voorbij deze telecommast is een Arboretum, waar we pauzeren op een bankje in de zon om iets te eten en te drinken. Via een aantal bospaden door Champ Simon komen we 2 kilometer verder uit op de weg van Terme-Fontaine, ter hoogte van zijkant van het kasteel van Brienne-le-Château (gebouwd tussen 1770 en 1778). In deze plaats volgde Napoleon in de jaren 1779-1784 onderwijs aan de militaire academie. We lopen om het kasteelpark heen en komen dan aan het begin van een lange, brede laan, met uitzicht op het kasteel van Brienne-le-Château.

De routesignalen leiden ons eerst rechts langs de statige laan. Een smal, slingerend paadje tussen de bomen door, voert ons naar de Fontaine de l’Orme. Daarna komen we toch nog op het achterste deel van de brede laan achter het kasteel.

Aan het eind van de laan moeten we volgens de wandelgids de brede bosweg volgen. Die brengt ons echter bij de oude abdij van Basse-Fontaine, die nog resten heeft van een Romaanse kloostergang. Een Fransman die hier ook rondloopt, vertelt ons dat we niet meer op de goede route wandelen. We moeten een eindje terug, gaan vervolgens over een smal verbindingspaadje door het bos, parallel aan de rivier de Aube en dan komen we weer bij het bewegwijzerde pelgrimspad uit, midden in het Bos van Défaut.

Langs de oostoever van de Aube gaan we eerst over een spoorlijn en daarna langs een bosperceel tot aan Brienne-la-Vieille. Bij de entree van Brienne-la-Vieille horen we het geluid van een waterval. Als we door de bomen naar de rivier lopen, vinden we een brede overloop van de Aube, waarbij een bouwval staat van wat waarschijnlijk vroeger een waterkrachtcentrale was.

Daarna volgen we buiten Brienne-la-Vieille een kilometer lang de D11B in de richting van Lac Amance, het grote waterreservoir voor de Aube, ten zuiden van Radonvilliers, het meer waaraan ook onze camping in Dienville ligt.

Parallel aan de hier nogal slingerende Aube gaan we over drassige bospaden en over brede veldpaden langs de bosrand in de richting van Dienville. We wandelen hier door Prairie aux Brebis, het natuurreservaat waar de zeldzame Hommelorchis nog groeit.
Als we na zo'n 3 kilometer het bos uit komen, staan we op een hoek van een weiland met koeien. Hoog achter dit weiland zien we onze camping.

Wij moeten echter nog afdalen naar de Aube, om die tot aan de brug over de Aube nabij de grote dorpskerk te volgen. Bij de brug over de Aube verlaten we de pelgrimsroute, om rechtsaf naar onze Camping Du Tertre te wandelen. Hier arriveren we om 15.45 uur.
Onze wandelbroeken, wandelsokken en wandelschoenen zijn doornat en besmeurd met modder. Tijd voor een wasbeurt dus.

Vanaf onze camping rijden we met de auto naar Bétignicourt, om daar onze fietsen weer af te halen. We wandelden vandaag in ruim zes uren ongeveer 24 kilometer.