donderdag 17 november 2022

In het teken van het Swettegebied

Woensdagavond 16 november 2022
 
Onderzoeker-fellow Jeroen Wiersma

75 jaar geleden
Stel je eens voor: je loopt langs een oud kerkpad door het Friese Swettegebied, in het weidelandschap direct ten noorden van Aldeboarn. Niet nu, maar vijfenzeventig jaar terug. 
  • Hoe zag dat landschap er toen uit? 
  • Hoe werd het land beheerd?
  • Welke soorten kruiden bloeiden er tussen de grassen?
In het archief van Tresoar te Leeuwarden ligt een deel van de antwoorden op deze vragen bewaard in de vorm van tientallen rapporten. Ze werden in de oorlogsjaren 1941 tot en met 1945 opgesteld, na uitvoerig veldwerk door drie Wageningse onderzoekers. 
Die rapporten verdwenen in dozen.

Landschapsbiografie
Ruim zeventig jaar later haalde onderzoeker Jeroen Wiersma die rapporten weer tevoorschijn. Hij deed dat in het kader van het Fellowship van de Freonen fan Tresoar. 
Jeroen studeerde landschapsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen, schreef als medewerker van het Kenniscentrum Landschap (mee aan) een aantal landschapsbiografieën, en werkt tegenwoordig als zelfstandig onderzoeker. 
Zijn onderzoek richt zich op het archief van ingenieur G.J.A. (Kai) Bouma. Bouma werkte in de jaren veertig van de vorige eeuw bij de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst. Hij gaf destijds opdracht voor dit zeer gedegen uitgevoerde graslandonderzoek, en gebruikte de resultaten van het onderzoek om de overheid ervan te overtuigen dat het landschap hier nodig toe was aan een her-ontginning, vanwege de matige gesteldheid van de graslanden. 
  • Hoe zag het landschap ten noorden van Aldeboarn er uit vóór deze her-ontginning die begin jaren vijftig werd uitgevoerd? 
  • En wat waren de landschappelijke gevolgen van het sleutelen aan de waterhuishouding?
Avondprogramma
Vanavond geeft de onderzoeker Jeroen Wiersma ons antwoorden op deze en op andere vragen.
Dat doet Wiersma tijdens zijn lezing onder een groot gehoor, in de geheel volle Fermanje te Aldeboarn. 
Oud-melkveehouder en gebiedskenner Sible de Roos vertelt daarna over zijn ervaringen als boer in het veranderende landschap van het Swettegebied.
Daarnaast worden er oude filmbeelden vertoond van filmmaker Hein Faber, beschikbaar gesteld door het Fries Filmarchief.
Katja Westra opent deze avond met een inleiding over onder andere Tresoar en over het onderzoek van fellow Jeroen Wiersma.

Lezing van Jeroen Wiersma
Eerst vertelt Wiersma hoe het zover is gekomen dat hij landschapsgeschiedenis is gaan studeren in Groningen. Zijn onderzoek ging over de gevolgen die het naoorlogse productiviteitsdenken heeft gehad op de ecologische en landschappelijke waarden van het Swettegebied, de zogenoemde ‘lege middenstreek fan Fryslân’
Kai Bouma schreef in een rapport dat hij intensief bezig is geweest met - en afgestudeerd is op - dit lage midden van Fryslân. 
Jeroen Wiersma loopt als het ware in een soort tijdreis in een lange periode van 1200 jaar door het Swettegebied, en focust daarbij op de periode vanaf 1945.
 
  • In de Baltische staten vind je nog veenlandschappen die lijken op het Swettegebied van rond het jaar 800 na Christus.
  • In het Friese veengebied werden sloten gegraven om dat natte gebied te ontwateren, teneinde er gewassen op te gaan verbouwen. Door de ontwatering kreeg je te maken met het verdrogen van het veen, met daardoor de eerste bodemdaling in dit gebied. Deels kreeg de zee toen ook greep op dit ingedaalde land, waardoor je in dat deel van Fryslân nu nog een dikke laag klei herkent.
  • Dit gebied werd rond 1830 gekenmerkt door een enorme rijkdom aan plantensoorten, met ook een groot aantal vogels en vogelsoorten. Het waren overigens veelal graslanden met een rijke oogst aan hooi, in de omgeving van Aldeboarn.
  • In 1943 is er bijna geen bûtlân meer te vinden in dit gebied. Veel land werd door gedeeltelijk bedijken en inpolderen getransformeerd van zomerpolders (lagen in de winter onder water) in winterpolders. Daar werd terpaarde over heen gegooid, waardoor een heel groot deel goed bemest werd. Waar dat niet goed werd beheerd, kreeg je zogenoemde 'verwaarloosde graslanden’, zoals Kai Bouma dat ook noemde. 
  • Jeroen bestudeerde een groot aantal waterschapsrapporten, die de resultaten gaven van intensief landschapsonderzoek. Dat ging niet alleen om grondonderzoek, maar bevatte ook interviews met boeren, over hoe zij hun landerijen behandelden. Hier zijn indertijd ook kaarten over gemaakt, waarop je inzicht krijgt in de inrichting van dit hele gebied (bijvoorbeeld van de soorten graslanden, poldergebieden en plantensoorten). 
  • Bouma zijn doel was om het land te (her)ontginnen.
  • Na de Tweede Wereldoorlog kon men met inzet van Marshall-hulpgelden het land ontginnen volgens de aangedragen principes van Kai Bouma.
  • De ingrepen gingen heel ver, niet alleen landschappelijk, maar er kwam ook waterleiding en elektriciteit, gemalen, boerderijenbouw, etc.
  • Eén van de resultaten is echter wel dat men toen te maken kreeg met bodemdaling, die overigens al in het jaar 800 begon, maar die in de 20e eeuw (ongeveer één cm per jaar) ook nadelig werd voor bijvoorbeeld de in dit gebied gebouwde boerderijen. 
Buorkje yn it Swettegebiet
Aansluitend op de lezing van Wiersma luisteren we naar de praktijkervaringen van tientallen jaren van oud-melkveehouder en gebiedskenner Sible de Roos
De Roos zijn werkperiode in dit gebied begint rond 1950. 
Hij begint met de historie van het boerenbedrijf van Sibles familie.
Daarna gaat hij in op het melken, waar het uiteindelijk om draait in een melkveebedrijf; van handmatig melken tot machinaal melken. 
Daarop volgt een verhaal over het maaien, zowel handmatig als machinaal, over kuilbulten maken en hooien. 
Dan wordt door De Roos verteld over de voortgaande mechanisatie; van oude tractoren met eenvoudige werktuigen, naar – beide - steeds groter en zwaarder, en op een gegeven moment ook een tractor met een voorlader. In die periode kwam er in de stal ook een mestrobot, wat ook beter voor de koeien was.
We luisteren daarna naar het verhaal over het transport van bijvoorbeeld melk over water, en in de winters zelfs ook met sleeën over het ijs. In 1978 kwam de melkboot voor het laatst. Toen kwam de melktank op wielen op het eiland, die dan naar een centraal punt moest worden gebracht, vanwaar de melk vanuit de melktank onder het water door naar de vaste wal werd gepompt, waar de melkauto het kon afhalen. Tegenwoordig komen alle auto’s voor aan- en afvoer op het boerenerf, zowel bij dag als bij nacht.
Over de koe laat hij eerst het vroegere schetsblad zien, met daarvan zowel de voor- als de achterkant. Daarna zien we op het scherm ook het melkcontroleboekje, waarmee je kon sturen in je fokprogramma. De oormerken doen op enig moment hun intrede. 
Vandaag de dag heeft de boer te maken met een gigantische hoeveelheid cijfermateriaal, dat zowel binnenkomt, als moet worden aangeleverd; allemaal om als boer zelf bij te houden.
Interessant was op een gegeven moment ook het werken met DNA-gegevensmateriaal van de koeien. Dat was goede informatie voor je fokprogramma. 
Je merkt dat al die mensen in de zaal vanavond met grote belangstelling luisteren naar ook dit prachtige verhaal, over een boer met passie voor zijn vee, voor zijn grasland en voor de boerderij.

It liet fan De Burd
Tot slot bekijken we een film van 20 minuten, getiteld: 'It liet fan De Burd', met daarin filmbeelden uit dit Swettegebied in de vijftiger jaren van de vorige eeuw, van de professionele filmmaker Hein Faber

Geen opmerkingen: