donderdag 19 september 2013

Studententevredenheid als kwaliteitsmaat?



Donderdag 19 september 2013
Presentatie van Annemieke Voets tijdens de netwerkbijeenkomst















Startbekwaam en tevreden
Beroepsopleidingen in het hoger onderwijs staan en gaan voor het aanbieden van kwalitatief goed onderwijs, dat studenten opleidt tot startbekwame beroepsbeoefenaars. Ten behoeve van de periodieke accreditatie van HBO-opleidingen dienen deze opleidingen te bewijzen dat de in de afgelopen jaren afgestudeerde studenten het vereiste eindniveau van de opleiding hebben behaald.
Randvoorwaarde daarbij is dat studenten en afgestudeerden tevreden zijn over de kwaliteit van hun opleiding, inclusief over alle voorzieningen die door hun hogeschool zijn geboden om de student binnen de nominale studieduur op de juiste wijze naar de te realiseren resultaten te leiden. 

Studententevredenheid en accreditatie
Hogescholen besteden veel tijd en geld aan een studeerbaar studieprogramma en ook aan de tevredenheid van studenten, van afgestudeerden, van docenten, en van het werkveld waarvoor de opleidingen opleiden. Hogescholen hebben de studententevredenheid ook meegenomen in hun Prestatieafspraken met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie onderschrijft dat tevredenheidscijfers in het publieke debat over de kwaliteit van het onderwijs een belangrijke rol spelen.
Een interessante vraag is om eens te onderzoeken of kwalitatief goed onderwijs altijd leidt tot tevreden studenten èn of tevreden studenten tevreden zijn omdat zij kwalitatief goed onderwijs genieten. Kortom, zegt een hoge studententevredenheid iets over de kwaliteit van het gegeven onderwijs? En zijn tevreden studenten de garantie voor het met positief resultaat doorlopen van een accreditatieproces? Welke rol spelen die studententevredenheidscijfers eigenlijk bij visitatie en accreditatie van opleidingen?
Vragen te over om hierover eens een netwerkbijeenkomst te organiseren van ons platform HBO van het Nederlands Netwerk voor Kwaliteitsmanagement. 

Annemieke Voets van Avans Hogeschool
Vandaag komen we in Cursus- en Vergadercentrum Domstad te Utrecht bijeen als leden van het landelijk netwerk voor kwaliteitszorgfunctionarissen in het hoger beroepsonderwijs.  Netwerkvoorzitter Paul Nieuwenhuis opent deze bijeenkomst en introduceert de sprekers van deze bijeenkomst.
Eerste spreker is Annemieke Voets, senior adviseur van het Leer- en InnovatieCentrum van Avans Hogeschool, die vertelt over de relatie tussen Studententevredenheid en Accreditatie binnen Avans.

  • We vragen studenten niet naar wat ze niet kunnen weten.
  • Studententevredenheid vertelt wel iets over de waardering voor de processen, maar het meet niet het niveau van de opleiding.
  • Studententevredenheid wordt beïnvloed door sfeer en door de docenten, en de studententevredenheid met betrekking tot docenten is een belangrijk element voor de Instellingstoets Kwaliteitszorg.
  • Hoge scores op de studententevredenheidsmeting van de Nationale Studenten Enquête (NSE) garanderen niet dat je de Instellingstoets Kwaliteitszorg en de Beperkte OpleidingsBeoordeling met positief resultaat haalt, maar ze helpen je daar wel bij.

Paul Nieuwenhuis van Saxion Hogeschool 
Tweede spreker is Paul Nieuwenhuis, hoofd Bureau Kwaliteitszorg van Saxion Hogeschool, die ook vertelt over de relatie tussen studententevredenheid en accreditatie, maar nu binnen Saxion.

  • De NSE is een belangrijke kwaliteitsindicator, waar middels enkele kengetallen op wordt gestuurd en verbeterd.
  • NSE-cijfers worden ook gekoppeld aan studiesucces.
  • Het blijkt dat studenten – ook in de hoger leerjaren - veel meer structuur en ondersteuning wensen, dan we dachten.
  • Bij Saxion is er geen correlatie tussen Studententevredenheid enerzijds en expertoordelen en studierendement anderzijds.
  • In Kritische Reflecties krijgen Studententevredenheidscijfers veel aandacht, en in Visitatierapporten krijgen Studententevredenheidscijfers regelmatig aandacht, maar bij Accreditatiebesluiten spelen ze nauwelijks een rol.

Na deze inleiding gaan we in subgroepen uiteen, om een half uur met elkaar in gesprek te zijn over de vraag of Studententevredenheidscijfers al dan niet een maat zijn voor kwaliteit, en over welke kwaliteitsbegrip je dan hanteert en hoe je daar als hogeschool dan mee om gaat. Voordat we verder gaan met de volgende spreker, wordt hierover plenair kort teruggekoppeld. 

János Betkó van de Netherlands Quality Agency
De derde en laatste spreker is vandaag János Betkó, auditor van de Netherlands Quality Agency (NQA). Hij vertelt ons hoe audit panels ten tijde van een visitatie de studententevredenheid betrekken bij het beoordelen van de kwaliteit van een opleiding.

  • Studenten kunnen wèl iets zeggen over de didactische kwaliteit van docenten, over de kwaliteit van de voorzieningen, over de kwaliteit van toetsing en over hun betrokkenheid bij de kwaliteit. Toch kun je jezelf de vraag stellen of een student wel weet of de opleiding goed is, want studenten hebben zelden vergelijkingsmateriaal.
  • NSE-scores geven een indicatie voor kwaliteit, en kunnen een visitatiepanel een focus geven, maar hoge NSE-scores zijn geen garantie voor een positief oordeel bij visitatie, want bij visitaties gaat het (momenteel) vooral (ook) om het eindnivo van afstudeerwerken.
  • Bij het huidige open NVAO-kader maakt het echt wel uit welk visitatiepanel je hebt.
  • Bij een visitatie heeft een panel enorm veel informatie, waar de NSE-cijfers een onderdeel van uitmaken. NSE-cijfers worden gebruikt als contrôlemiddel in de panelgesprekken met studenten.
  • Een visitatiepanel kijkt in principe niet of er door de opleiding met opleidingsdocumenten wordt gesjoemeld.
  • Niet alle Kritische Reflecties zijn kritisch en reflectief. Als je als opleiding in je Kritische Reflectie beweert dat je alles op orde hebt, heb en krijg je als visitatiepanel niet het vertrouwen dat de opleiding de nodige verbeteringen zal realiseren.
  • Visitatiepanels vinden de kwaliteit van de afstudeerwerken doorslaggevend; alle overige informatie (dus ook studententevredenheidscijfers) zijn aanvullend, duiding en indicatie.
  • Bij de NSE-cijfers gaat het om gemiddelden, maar bij het eindnivo van eindwerken - en daarmee van een opleiding – gaat het om de ondergrens tussen onvoldoende en voldoende.
  • Het nu geldende accreditatiestelsel zou worden gebaseerd op Vertrouwen, maar bij de huidige Prestatieafspraken kun je je niet zomaar bloot geven. Daar komt dan nog bij dat visitatiepanels zich bij hun oordeelsvorming laten beïnvloeden door de harde (financiële) gevolgen, die hun ‘Onvoldoende’- oordeel voor een hogeschool zal hebben.

Na zijn presentatie is er nog enige tijd om over bovenstaande vragen te stellen en plenair in gesprek te gaan.
Aan het eind van de middag sluit Paul Nieuwenhuis met dank aan de sprekers deze netwerkbijeenkomst, vooruitwijzend naar de volgende netwerkbijeenkomst, die in november 2013 staat gepland.

Geen opmerkingen: