maandag 16 september 2024

Pelgrimeren van Neuville-sur-Brenne naar Neuillé-le-Lierre

Pelgrimsroute van Parijs (F) naar Santiago de Compostela (S)
Via Turonensis van Parijs naar Saint-Jean-Pied-de-Port (GR655)
Westroute van Lozère (Palaiseau) naar Tours (GR655 O)
Van Neuville-sur-Brenne naar Neuillé-le-Lierre
Dinsdag 27 augustus 2024 – 17,4 km.
Dag 18: 354,7 – 372,1 km
 
Bij het waterrad van Moulin de Lavasrole



















Caravan verkast naar Villedômer
De wekker wekt ons om 6:00 uur in onze caravan op Camping L’Orangerie Beauregard in Villedômer, gelegen tussen Château-Renault en Tours. Gisteren zijn we vanuit Montoire-sur-le-Loir naar deze camping verkast, en vandaag beginnen we aan de eerste van de drie laatste etappes van onze 19 wandeldagen durende zomerpelgrimage van 2024, van Lozère naar Tours.  
Na het ontbijt verlaten we de camping om 7:10 uur, om met de auto vanuit Villedômer naar Neuillé-le-Lierre te rijden. We hebben de fietsen op het fietsenrek achter op de auto. 
Nadat we de fietsen van de auto af hebben gehaald, laten we de auto achter bij de Mairie van Neuillé-le-Lierre, en dan fietsen we van Neuillé-le-Lierre de 13,5 kilometers naar Neuville-sur-Brenne.
Het is vandaag helder en zonnig weer. Het waait een beetje, precies aangenaam voor het lopen.
Als we de camping verlaten, is het 11 graden Celsius. Daarom hebben we de trui en de jas nog wel aan als we vanmorgen fietsen. De temperatuur loopt vandaag op tot 27 graden Celsius aan het eind van deze etappe. Al met al is het vandaag heerlijk warm wandelweer.

Vanuit Neuville-sur-Brenne het pelgrimspad weer op
Vandaag gaan we lopen van Neuvile-sur-Brenne via Château-Renault naar Neuillé-le-Lierre, over een afstand van 17,4 kilometer.
Als we vanuit Neuillé-le-Lierre op de fiets aankomen in Neuville-sur-Brenne, plaatsen we de fietsen bij het postkantoor tegenover de Mairie van dit dorp, aan een ijzeren hekwerk tegenover het postkantoor.
Onze etappe van vandaag begint om 8:20 uur in het centrum, maar om de aansluiting op de doorgaande pelgrimsroute te maken op de plek waar we die eergisteren beëindigden, moeten we eerst nog even een eindje lopen vanuit het dorpscentrum de bebouwde kom uit, over de rivier de Brenne, op de D9 naar het viaduct waar het treinspoor onder de D9 door gaat. Daar verlaten we om 8:30 uur de D9 en hervatten we over het halfverharde pad onze pelgrimage na de verhuis- en rustdag van gisteren.

Wegwijzers die de pelgrim in het juiste spoor houden
Een wegwijzer van een gele pijl en met een Jacobsschelp laat zien waar we het steenpad moeten verlaten, om een veldpad op te gaan.
We lopen dan over een karrenspoor door en langs een boszoom.
Verderop gaan we onder een spoorlijn door.
Dan passeren we de ruïne van een klein stenen gebouw, dat door de planten grotendeels is overwoekerd.
Steeds vaker passeren we nieuwe route-wegwijzers van gele bordjes met daarop de verwijzing naar de Voie de Tours en Saint-Jacques-de-Compostelle, met daarop ook onze route vermeld als GR655 en een wit-rode wegwijzer met een Jacobsschelp ernaast.

Langs de Brenne naar Château-Renault 
In de riviervallei steken we de spoorlijn over, en vrij snel daarna ook de rivier La Brenne.
Ter hoogte van het buurtschap Tronchat lopen we over de Rue du Val de Brenne door de riviervallei langs de rivier de Brenne.
Nadat we onder de N10 door zijn gelopen, wandelen we de bebouwde kom van Château-Renault binnen. Gek genoeg staat het kombord net achter een tuinmuur, dus als je de stad van deze kant inrijdt, zie je eigenlijk niet eens dat je dan de bebouwde kom binnenrijdt.
Direct daarna komen we langs de Moulin de Vauchevrier, met erbij een grote houten hal, die vroeger dienst deed bij de molen als werkplaats en voor houtopslag.

Het château van Château-Renault
Een wegwijzer maakt duidelijk dat we in de richting van de benedenstad lopen, maar iets verderop geeft de gele chemin-wijzer aan dat we een heuvel op moeten lopen.
Deze stevige klim heuvelopwaarts brengt ons even later bij het château van Château-Renault.
Eén van de middeleeuwse resten van dit bouwwerk is nog de dikke donjon, die hoog op de heuvel staat.
In het château is het stadhuis van Château-Renault gevestigd.
Vanaf de voorkant van dit stadhuis krijgen we een mooi uitzicht over de stad.
Beneden zien we dat vier mannen bezig zijn om van een oud gebouw alle dakpannen te verwijderen.
Ze gooien elkaar de van het dak afgehaalde dakpannen toe, of stapelen ze eerst nog even op, om ze vervolgens naar beneden te gooien in de laadbak van een bouwvakkersvrachtwagentje.
Het is een gevaarlijk werkje, en we zien niet dat ze gezekerd zijn, maar ze hebben bij de steiger nog wel netten opgehangen voor het geval dat iemand ten val komt en van deze grote hoogte naar beneden stort. 
Bij het secretariaat van het stadhuis in het château vragen en krijgen we een stadsstempel in onze pelgrims-paspoorten.
Dan zouden we eigenlijk via dezelfde weg het landgoed van het château weer moeten verlaten, om over een pad af te dalen naar de benedenstad, maar dat doen we niet. Eerst lopen we namelijk het château-terrein verder op, om ook de 12 eeuwse Tour d’Horloge te bekijken. 
Bij deze kloktoren gaan we naar beneden, naar de benedenstad. Dat betekent overigens wel dat we niet het stadsplein van de bovenstad zullen kruisen, maar het zij zo.

Koffie met route-advies
Beneden aangekomen, willen we graag eerst een kop koffie drinken, alvorens we verder gaan. De stadsplattegrond op de smartphone vertelt ons waar de dichtstbijzijnde bar-café is, en daar lopen we dan naar toe en gaan er naar binnen.
Het is een ouderwets klein cafétje, met een kleine bar, enkele stoelen en tafeltjes, en we worden er bediend door een oude vrouw – waarschijnlijk de eigenares – die al een beetje slechthorend is, maar die met een Senseo-apparaat voor ons nog een prima kop koffie zet. Hier valt niet veel meer te verdienen, maar wellicht runt deze oude vrouw dit cafétje nog voor met name de gezelligheid.
Als we vertellen dat we de pelgrimsroute lopen, vertellen ze ons in het café welke kant we straks op moeten richting Villedômer. Als ik zeg dat de route precies de andere kant op gaat, wordt mij duidelijk gemaakt dat dat beslist niet de goede route is. Maar als ik later na het afrekenen even de straatnamen laat zien in onze pelgrimsgids, zijn ze overtuigd van mijn gelijk, en bevestigen ze dat het zo inderdaad ook kan.

Van Charmenteau naar La Haut Villaumay
Na het afscheid van de café-bazin en haar twee gasten, passeren we al heel snel het gemeentehuis van Castelrenaudais, dat is gevestigd in een schitterend gerestaureerd pand, dat vroeger voor heel andere doeleinden is gebruikt. Waarschijnlijk was het vroeger een fabriekspand, zoals de leerlooierij, die we iets eerder al passeerden. 
Wij wandelen volgens de aangegeven route van onze routegids de stad uit, en laten Château-Renault bij de oversteek van de D46 achter ons.
We lopen langs het landgoed van Charmenteau, steken de D46 nogmaals over, en komen dan op een halfverhard pad langs het irrigatiesysteem in een maïsveld.
Verderop komen we langs een boer, die een graanstoppelakker ploegt.
Dan komen we bij het château van La Haut Villaumay.
Als we langs de vijver het landgoed naderen, springt een groot aantal kikkers in de vijver.
Langs het château gaan we over een sterk dalend pad het bos in.
Door de riviervallei van de Brenne naar Villedômer
Zo dalen we af in de riviervallei van de Brenne. Iets dieper in de vallei zien we koeien grazen in de weilanden langs de rivier.
We lopen hier over een schitterend hellingpad met linksboven de bosrand en rechtsonder de brede riviervallei.
Het loopt hier heerlijk koel in de schaduw op deze warme dag. Op een gegeven moment draait de Brenne naar ons pad en passeren we een overloop, waar het water van voren en van achteren kan komen, om via de overstort naar rechts in het dieper gelegen deel van de vallei te stromen, hetgeen op dit moment ook gebeurt.
Verderop komen we door het buurtschap La Blanchère, bestaande uit enkele huizen links en rechts tegen de heuvelhelling. Op deze afgelegen locatie wonen ook mensen.
Een volgend buurtschap, iets kleiner, is La Graffardière. 
En daarna komen we bij de Moulin de Courquigny.
Deze oude graanmolen is nog steeds in gebruik. Als we er langslopen, zien we dat de oude gebouwen al behoorlijk zijn opgeknapt, en een eigentijdse restyling hebben gekregen, en als we aan de voorkant van de moulin komen, zien we twee vrachtwagens bij het pakhuis staan, waar een man bezig is om een vrachtwagen met een steekkar te laden met zakken meel.
Aan het eind van dit prachtige hellingpad komen we op de kruising met de D73, ter hoogte van Villedômer, waar wij momenteel (iets verderop) kamperen.

De oude pelgrimsroute via de Moulin de Lavasrole
De wegwijzers willen ons de Brenne over laten steken, om de bebouwde kom van Villedômer in te laten gaan, maar die nieuwe route volgen wij niet. Wij lopen namelijk de klassieke route, zijnde de oude route uit onze routegids van de GR655. Daarom gaan we niet richting Villedômer, maar de andere kant op, naar La Chanterie.
Dat gehucht passeren we, om daarna naar rechts af te buigen, waarbij we door de kleine buurtschappen L’Archerie en La Jeunerie komen.  
Dit weggetje loopt dood, maar gaat nog wel over in een onverhard veldpad, dat we heuvel-afwaarts volgen, totdat we bij een beekje op een doorwaadbare plaats via stapstenen dit beekje kunnen oversteken.
Dan komen we voor een grotere waterloop te staan, namelijk de Brenne.
Ook deze kunnen we oversteken, maar dan via een betonnen bruggetje links van de doorwaadbare plaats van de Brenne.
De rivier stroomt hier behoorlijk, zelfs ook met een tweetal kleine watervalletjes.
Wel jammer overigens dat de nieuwe route niet meer langs deze schilderachtige plekken komt, temeer ook omdat je na de oversteek over het terrein komt van de oude Moulin de Lavasrole. 
Mooi ook om te zien hoe de oude situatie van houten werktuigen nog steeds aanwezig is van deze watermolen, waaronder een houten stuwsysteem.
En aan de andere kant zit nog het oude houten waterrad.

Tussen weiden en akkers
Vanuit de diepte van de riviervallei gaan we heuvelopwaarts, de vallei uit. Daar komen we op een asfaltweg, die we een eind volgen. In de berm ligt een dode das, waarschijnlijk omgekomen bij een aanrijding met een passerende auto.
We verlaten de asfaltweg om over een oud en smal asfaltweggetje in de richting van het buurtschap Champroux te lopen.
Die weg gaat over in een onverhard pad, in de richting van een watertoren.
Dan buigt het af naar rechts, en lopen we tussen akkers met onder andere gierst, maïs en zonnebloemen.
Bij Sapins groeien ook zonnebloemen op een golvende akker langs de grillige contouren van de bospercelen.

Lunchen in Neuillé-le-Lierre
We komen nu bij de A10, waar we overheen gaan, en dan wandelen we al vrij snel de plaats Neuillé-le-Lierre binnen, waar we vanmorgen onze auto hebben gebracht.
De Mairie is open, dus daar halen we om 13:30 uur nog even een gemeentestempel voor onze pelgrimspaspoorten.
Daarna gaan we op een bankje bij de bushalte van de plaatselijke basisschool zitten, voor onze lunchpauze. Dat was er eerder vandaag nog niet van gekomen, dus daarmee sluiten we deze etappe af.
Dan rijden we via Château-Renault terug naar Neuville-sur-Brenne om daar onze fietsen af te halen, waarna we - wederom via Château-Renault - terugkeren naar de camping van Villerdôme.

Geen opmerkingen: