woensdag 18 augustus 2021

Pelgrimeren van Cléry-Saint-André naar Saint-Laurent-Nouan

Woensdag 4 augustus 2021
 

Lunchen onder de boogbrug over de Loire bij Beaugency










Pelgrimsroute van Parijs (F) naar Santiago de Compostela (S)
Via Turonensis van Parijs naar Saint-Jean-Pied-de-Port (GR655)
Van Cléry-Saint-André naar Saint-Laurent-Nouan
Woensdag 4 augustus 2021 – 25,1 km.

Dag 12: 252,9 – 278,0 km.

Af en toe motregen en wind

De wekker wekt ons om 6:00 uur in onze caravan op Camping ‘l’Amitié’ in Nouan-sur-Loire. Na het ontbijt verlaten we de camping om 7:10 uur en rijden we met onze auto naar het dorpje Cléry-Saint-André.
Hier begint om 8:35 uur onze etappe van vandaag, op dezelfde plek waar we eergisteren (gisteren hadden we een rustdag) de etappe beëindigden; bij de basiliek van Cléry-Saint-André.
Het is vanmorgen fris, met een temperatuur van 13 graden Celsius bij een zwaarbewolkte lucht. De zon schijnt vandaag niet. Het dragen van een trui en jas is voor het grootste deel van deze wandeldag comfortabel. ’s Morgens regent het even licht, en daarna wordt het lange tijd droog, maar vanaf Beaugency krijgen we steeds meer last van de motregen, zeker als het harder begint te motregenen en te waaien. De paraplu is nodig. De temperatuur loopt tijdens deze etappe op naar 21 graden Celsius.

Van Cléry-Saint-André naar Champremeaux
Als we vanmorgen rond 8:30 uur klaar voor vertrek zijn bij de basiliek van Cléry-Saint-André, zijn zowel de basiliek als de VVV niet geopend.
Daarom gaan we direct op stap, waarbij we eerst in noordoostelijke richting door Cléry-Saint-André lopen, en er daarna al vrij snel uit lopen in de buurt van Saint-André, waar we eergisteren al doorheen liepen.
We doorkruisen twee bospercelen. Op de asfaltweg tussen het eerste en het tweede bosperceel zie ik vóór ons twee bevers de weg oversteken. En als we het tweede bosperceel uit zijn, en een veldpad richting Champremeaux inslaan, zien we vóór ons een groepje van zo’n tien kwartels snel over het veldpad vóór ons uit lopen, om aan ons te ontkomen.
Voorbij de voormalige, maar nog wel bewoonde boerenhoeve van Champremeaux verlaten we het veldpad en gaan we de hoge rivierdijk op naar en tot het buurtschap La Verdaille.

Van La Verdaille langs de Loire naar Meung-sur-Loire
Vanuit La Verdaille verlaten we de hoge rivierdijk en gaan we verder over een breed halfverhard voet- en fietspad, dat – getuige het aantal fietsers dat ons voorbijgaat – frequent wordt gebruikt, door voornamelijk langeafstandsfietsers.
Het gebied waar we doorheen lopen, heet Les Grand Hauts, en het pad dat we bewandelen, gaat door dit natuurgebied steeds dichter langs de Loire. Vanaf het moment dat het pad nagenoeg langs de Loire loopt, kunnen we de Loire overzien, en zien we aan de overzijde de bebouwing van Meung-sur-Loire al. In het braakliggende natuurgebied ten zuiden van de Loire zien we hier en daar de meer dan manshoge geelbloeiende keizerskaarsen staan.
Ook de oude stalen brug over de Loire kunnen we nu al goed zien
Via deze rivierbrug steken we de Loire over, om dan de plaats Meung-sur-Loire te bezoeken.

Koffiepauze in Meung-sur-Loire
Als we in Meung-sur-Loire langs de overdekte markthal lopen, begint het licht te motregenen. 

Bij de warme bakker kopen we lekkere rozijnenbroodjes, die we - ergens voor de regen schuilend - heerlijk opeten, alvorens we het centrum dieper in gaan om bij een Tabac-café een kop koffie te drinken. Daar ontmoeten we twee jonge dames, die vertellen dat zij ook een deel van de pelgrimsroute van Sint-Jacob lopen. Zij komen straks achter ons aan, want wij vertrekken nu we de koffie op hebben, en zij zijn nog maar net binnen.
Bij de plaatselijke VVV krijgen we een stempel in onze pelgrimspaspoorten.
Daarna wandelen we langs het riviertje de Mauve de stad uit over een mooi breed halfverhard pad.

Van Baulette naar vrijstaat La Corne des Pâtures
Tot aan het gehucht Baulette lopen we aan de oostzijde van de Mauve, maar daarna gaat de route verder over de westoever. Op dat pad passeren we op een gegeven moment ook het plaatsje Baule.
Omdat we zo het riviertje de Mauve voortdurend volgen, kunnen we mooi zien waar de smalle Mauve in de brede Loire stroomt. We lopen dan al weer met de paraplu in de iets te harde motregen.
Waar op de oever van de Loire een klein bosperceel begint, komen we bij La Corne des Pâtures.
Het is een soort vrijstaat van alternatievelingen, die zich met passie richten op zaken als gemeenschap, cultuur, artistiek zijn, autonomie, milieu en energie.
Het is een kleurrijke entourage met een circus-achtige opstelling.
Een jongen is bezig om met een tuinslang de kleurrijke urinoirs in een bosje schoon te spuiten.
Daarna volgt een lange route over brede halfverharde paden langs de Loire.

Beaugency bezichtigen
En dan komt de volgende plaats – Beaugency in zicht. Deze stad wordt vooral herkend aan de lange stenen boogbrug over de Loire.
Bij het binnenwandelen van de plaats lopen we tussen enkele circusdieren (paarden en lama’s) door.
Verderop aan de voet van de rivierbrug is een circus opgesteld. Een geluidswagen van het circus horen en zien we de rivierbrug oversteken, in de richting van de camping aan de overzijde van de Loire.
Bij het begin van de rivierbrug wandelen we het oude stadscentrum van Beaugency binnen.
Eerst gaan we door de poort naar het binnenplein van de burcht en de kerk.
Gelukkig is de abdijkerk open, dus die gaan we binnen.
Het allereerste wat ons opvalt, is het enorme houten retabel van het kerkorgel achter in de kerk, dat is versierd met veel houtsnijwerk. 
Ook het kleurrijke kerkraam achter het orgel is prachtig.
Buiten miezert het nog als we weer buiten komen, maar toch gaan we nog even de binnenstad in.
Even later gaan we op de terugweg naar de rivierbrug eerst nog een keer terug naar de burcht, om er een stempel van het château van Beaugency te vragen (en te krijgen) voor onze pelgrimspaspoorten. Toiletbezoek kan hier ook, echter eerst wel op vertoon van onze ‘Pass Sanitaire’, voor ons de internationale QR-code van onze CoronaCheck-app op onze smartphone, of op vertoon van de beide Corona-vaccinaties in ons gele vaccinatieboekje. We kunnen beide vaccinatiebewijzen tonen.

Droog lunchen onder de Loire-brug van Beaugency
Het is nu 12:00 uur, dus zo ondertussen ook wel de hoogste tijd voor onze lunchpauze.
Omdat het nog steeds vervelend motregent, kunnen we niet zomaar overal gaan zitten, dus we zoeken een droge plek voor onze lunch, en die vinden we onder één van de grote bogen van de lange stenen boogbrug van Beaugency over de Loire.
We zijn hier bepaald niet alleen onder de brug, want ook een groep van twee mannen met enkele kinderen die een fietstour maken en een groep jongvolwassenen die zich opmaken voor een kanotocht over de Loire, zijn hier samen met ons onder de rivierbrug. Al met al dus een gezellige boel, hier laag en droog onder de oude Loire-brug van Beaugency.

Langs de Loire naar de kerncentrale
Na deze rustpauze klimmen we bij het brugtalud omhoog. Dan steken we wederom de rivier de Loire over.
Op de andere oever gaan we een hoge rivierdijk op. De dijkweg is eerst nog geasfalteerd, later met steengruis recent halfverhard, en voorbij de manage gaat het pad verder als een graspad boven op de rivierdijk. Zo lopen we enkele kilometers boven op de grasdijk, met links het geluid van het verkeer op de drukke D925 en rechtsonder ons ligt het agrarisch en natuurgebied van l‘Ile de Goulet, een soort schiereiland aan de oostzijde van de rivier de Loire.
Verderop in een bocht van de rivierdijk draait de hoge rivierdijk naar de Loire, en dan gaat ons pad verder aan de buitendijkse voet van deze dijk. Het motregent nog steeds, en de paraplu volstaat, zeker ook omdat we in de luwte van de Loire-dijk lopen. Het pad gaat nu dicht langs de oever van de Loire. Rechts dus de Loire en links de rivierdijk en Les Bois de Briou.
Omdat we al kilometers lang geen rood-witte GR-richtingwijzers meer zien, is het een uitdaging om in de gaten te houden tot hoever precies we tussen rivier en grasdijk moeten lopen. We naderen de kerncentrale van Saint-Laurent-Nouan al, en we weten dat er daarvóór een weg ligt aan de andere kant van de rivierdijk, die we moeten nemen om naar Saint-Laurent-Nouan te gaan. Op een gegeven moment zie ik verderop boven op de rivierdijk een witte truck staan. Als die daar is gekomen, kan hij er ook weer weg, en dan is dat vast en zeker de plek waar we de rivierdijk achter ons moeten laten. Dat blijkt te kloppen. Dat blijkt de plek te zijn waar de doorgaande weg loopt van en naar de kerncentrale.
We volgen deze weg in zuidoostelijke richting naar Saint-Laurent-Nouan. Er loopt een smal paadje en verderop iets breder asfaltpad van de Loire naar Saint-Laurent-Nouan, langs de asfaltweg, dus daar kunnen we verkeersluw rustig naar onze bestemming voor vandaag lopen.
De in regennevelen gehulde kerncentrale laten we steeds verder achter ons.

Nouan-sur-Loire
Om twee uur – we horen verderop de klokslag van de torenklok van het dorp – wandelen we in de door een flinke wind stevig opzwepende regen de plaats Saint-Laurent-Nouan binnen.
Vlak voordat we bij onze auto komen, passeren we een kopgevel met daarop in een muurgeschilderd soort stamboom een groot aantal dorpsnamen die alle met ‘Saint-Laurent’ beginnen. Het lijkt een kunstproject uit het jaar 2000.
Als we op het parkeerplein in het dorpscentrum bij onze huurauto arriveren, rijden we daarmee terug naar Cléry-Saint-André. Daar halen we onze auto vandaan, die we daar vanmorgen hebben geparkeerd. Met beide auto’s rijden we vervolgens naar het dorp Saint-Claude-de-Diray om daar de huurauto te parkeren. Hier zullen we op de etappe van morgen arriveren, en dan staat de auto hier klaar voor vertrek. Tot slot rijden we met onze auto terug naar onze camping in Nouan-sur-Loire.

Geen opmerkingen: