woensdag 13 november 2024

Donateursbijeenkomst 2024 van Stichting Alde Fryske Tsjerken in Buitenpost

Zaterdag 9 november 2024
 
Stichtingsvoorzitter Gerben Hoogterp in de Mariakerk van Buitenpost

















Iepen hûs yn in iepen mienskip
Vanmiddag komen we met ruim honderd donateurs bijeen in de Alde Wite, ofwel de Mariakerk van Buitenpost. We zijn hier voor de Donateursbijeenkomst 2024 van de Stichting Alde Fryske Tsjerken (SAFT). 
Stichtingsvoorzitter Gerben Hoogterp opent deze bijeenkomst, en geeft aan het belangrijk te vinden dat de kerken van de stichting “In iepen hûs binne foar alle minsken, yn in iepen mienskip", onder andere voor culturele doeleinden, maar ook als plek voor zingeving. Bij de kerken van deze stichting betreft het eeuwenoude gebouwen (de hardware, volgens Hoogterp), maar daarnaast hebben die ook een inhoudelijke betekenis (software, zoals Gerben dat noemt).
Het werk van deze stichting wordt gedaan met bestuur, met medewerkers, met steun van zo’n 400 vrijwilligers van de plaatselijke commissies, ondersteund door al die donateurs.

Directeur Atze Jan de Vries over het werk van de stichting
Daarna krijgt Atze Jan de Vries het woord, de directeur van de Stichting Alde Fryske Tsjerken. De Vries praat de donateurs bij over de belangrijkste ontwikkelingen bij de stichting.
Hij vertelt dat de stichting maar een beperkt aantal medewerkers heeft, maar dat ze wel te maken krijgen met complexe vraagstukken, waar je veel inzet en ook geld voor nodig hebt. 
Donateurs zijn heilig voor onze stichting, aldus Atze Jan; dat zijn er al bijna vierduizend donateurs.
Wie heeft er in Fryslân nu eigenlijk niets met de kerken? Ze zijn immers beeldbepalend voor onze provincie. 
Daarna vertelt Atze Jan de Vries ons over de bijzonderheden van het afgelopen jaar, zoals:
  • De kerk in Blessum wordt verbouwd tot een soort dorpskamer. Daartoe wordt de kerk verbouwd.
  • De kerk van Rottevalle bestaat dit jaar 300 jaar, stammende uit de tijd dat Johan Sebastiaan Bach zijn Johannes Passion schreef.
  • De kerk van Weidum wordt grootschalig gerestaureerd.
  • Een fotograaf uit Fryslân exposeerde foto’s uit Oekraïne in de kerk van Kortezwaag
  • De Van Harenkerk van Sint-Annaparochie wil graag een Rembrandt-plek worden.
  • Men is ook bezig met het Ziltepad, samen met de Stichting Groninger kerken, als een moderne ‘pelgrimage’ langs de Waddenkust. Heel veel mensen zijn in voor een dergelijke vorm van bezinning en zingeving.
  • Er was een expositie in De Groate Kerk van Sint-Jacobiparochie van het Bijbels Museum.
  • Volgend jaar bestaat onze stichting 55 jaar. Daar zal zeker aandacht aan worden besteed.
  • Dit jaar is de kerk van Lippenhuizen door de stichting aangeschaft; een kerk die is gebouwd op veenweidegrond. 
  • Volgend jaar komt op de website van de stichting een open gastenboek, waarin iedereen die mooie verhalen over de kerken kent, die verhalen kan gaan schrijven. 
  • De Vries pleit voor het bewaren van de kerkelijke archieven, omdat je daar vaak veel interessante informatie uit kunt halen.
  • Financieel waren er plussen en minnen in het afgelopen jaar. Het lijkt erop dat we dit jaar met een plus zullen afsluiten. De stichting kreeg onder andere een legaat van € 100.000,- van de familie Abma. Een minpunt is dat er recent slecht nieuws kwam uit Den Haag tijdens het Nationale Monumentencongres. Er staan namelijk bezuinigingen aan te komen op de subsidie voor de instandhouding van rijksmonumenten. Minister Bruins heeft besloten die subsidie te verlagen voor het onderhoud van kerken. Dat subsidiepercentage is nu 60 en dat wordt verlaagd naar 50% subsidie. Daar zal in het bestuur nog behoorlijk over gesproken moeten worden.
  • Ateze Jan de Vries: "Heb je een goed idee voor de stichting?, laat het ons weten."
Nieuw elan
  • Dit jaar is door de stichting een nieuw beleidsplan gemaakt voor de jaren tot 2028. Aan dat nieuw elan is hard gewerkt. 
  • Er zijn nieuwe bestuurders en medewerkers gekomen, met nieuw elan, energie en zin.
  • Inmiddels is er een beleggingscommissie binnen de stichting, om goede beleggingskeuzes te maken.
  • Er wordt aan de slag gegaan met nieuw donateursbeleid, om ook nieuwe donateursdoelgroepen aan te spreken.
  • Nalatenschappen worden steeds belangrijker voor de stichting.
  • Het bestuur wordt smaller, en er komt een Raad van Advies met een Beleggingscommissie erbij.
  • Vrijwilligers blijven graag actief, omdat ze dan ook actief blijven participeren in de samenleving.
  • De SAFT wil graag naar 58 en meer kerken doorgroeien, maar ja, hoe doe je dat met de afname van subsidie? De Waalse kerk van Leeuwarden is momenteel niet één van de twee eerstvolgende kerken die door de stichting worden overgenomen. Deze Waalse kerk is daartoe bij de stichting wel in beeld, maar het contact met deze kerk staat op een laag pitje. De Waalse kerk heeft echter wel potentie. Het zou de tweede stadskerk kunnen worden van de SAFT (de rest (55 kerken) zijn alle dorpskerken). Bij zo'n overdracht wordt eerst gekeken naar een alternatief voor de kerk. Dan wordt gekeken wat de kandidaat-kerk historisch waard is, en met het oog op de kosten moet er bij de overdracht een meegeef-bedrag mee van de kerk-eigenaar naar de stichting. 
Spreekster Marlies Stoter – Fries Museum 
Marlies Stoter is als specialiste, conservator oude kunst werkzaam bij het Fries Museum te Leeuwarden.
Stoter laat laat ons vanmiddag in haar lezing een aantal zaken zien uit Friese kerken, die in de loop der jaren bij het Fries Museum terecht zijn gekomen.
Het Fries Museum bezit veel voorwerpen die ooit thuishoorden in kerken en kapellen. 
Marlies Stoter verzorgt tijdens deze bijeenkomst haar lezing met als titel 'Weeskinderen uit Friese kerken’. Weeskinderen worden de kerkelijke kunstwerken wel genoemd, die oorspronkelijk elders thuishoorden. Veel van dergelijke kerkelijke kunst is helaas verdwenen. 
Marlies Stoter haar verhaal voert ons onder andere langs kerken in Leeuwarden en Holwert.

Weeskinderen uit Friese kerken
  • Ze begint met een schilderij uit het Frans Hals Museum. Zo bestaan er nog heel veel schilderijen uit de katholieke tijd. Helaas zijn veel schilderijen uit Friese kerken niet meer beschikbaar. Veel altaarstukken bijvoorbeeld zijn in de loop der eeuwen weggeraakt.
  • De Mariakerk van Buitenpost wordt ook wel de Alde Wite genoemd, naar de kleur die de kerk vroeger heeft gehad. Ze laat een tekening zien uit het begin van de 18e eeuw van deze kerk. Dan toont ze prachtige zilveren avondmaalschotels van deze kerk, die nu in het bezit zijn van het Fries Museum. Op de achterkant van de schotel vind je informatie over de voormalige eigenaars en hun familiegeschiedenis (in dit geval hun trouwdag). 
  • Bears: weer begint Stoter met het tonen van een kerk-tekening, hier van Jacobus Stellingwerf, ter introductie. We kijken naar kerkzilver dat na de Reformatie niet meer gebruikt mocht worden.  Daarna kijken we naar de nieuwere kerktoren van Bears, met erbij het poortgebouw van de voormalige state van Bears. Van veel kerkklokken zijn in de Tweede Wereldoorlog gipsafdrukken gemaakt, om - na het vervreemden door de Duitse bezetters - toch in beeld te houden hoe de klokken van destijds eruit zagen. Ook werden er vroeger wel tekeningen van gemaakt, zo ook van de klokken van Bears (de Mariaklok & de Salvatorklok), getekend in het jaar 1569. Op die tekeningen staan ook vaak namen van vooraanstaande mensen die indertijd verbonden waren aan de kerk.
  • Swichum: we kijken naar een afbeelding van Viglius (Wigle) van Aytta, de kanselier van de Gulden Orde. Hij richtte hier het huis voor ouden van dagen op, waarin zeven mensen konden wonen. Tehuis en kerk staan samen op de (deels afgegraven) terp. Een oude gevelsteen uit dat tehuis (een Godshuis) is teruggeplaatst in de kerkmuur van Swichum. Kunstenaar Piet van der Hem heeft hier indertijd tekeningen van gemaakt.
  • Itens: hiervan kennen we één van de mooiste Friese zilveren schalen, in 1927 tentoongesteld in het toenmalige Fries Museum. Dit was oorspronkelijk een wereldlijk stuk, waarschijnlijk als fruitschaal gemaakt en gebruikt. Het Fries Museum ruilde deze schaal voor een nieuw zilveren avondmaalstel. 
  • Leeuwarden: We kijken naar een afbeelding van de oude Sint-Vituskerk van Leeuwarden, die al heel vroeg is afgebroken. De onderkant van het kerkgebouw bleef als ommuurd kerkhofmuur eerst nog wel bestaan, omdat er oude graven in die kerk aanwezig waren. Het Fries Museum heeft nog een oud beeld uit de oude Sint-Vituskerk, en ook verschillende lijkplaatjes die vroeger op doodskisten mee werden begraven. Ook miskelken uit de katholieke tijd zijn nog bewaard gebleven. De zilveren bekers (1564) van de Sint-Vituskerk zijn meegenomen naar de Leeuwarder Jacobijnerkerk; nu in bruikleen bij het Fries Museum. Er bestaat een lijkstatie van Ernst Casimir, een afbeelding van de hele stoet die deel uitmaakte van de begrafenisstoet, waarbij alle afgebeelden bij name zijn genoemd. Het Fries Museum bezit duizenden stukken glas van voormalige glas-in-lood-ramen van oude kerken. Ook zien we een prachtige tekening van het graf van Willem Lodewijk. Het beeld van Maria van Leeuwarden is het oudste beeld (uit de vroegere Sint-Vituskerk) dat hier tijdens de processie door Leeuwarden werd gedragen. Dan kijken we naar zilveren kandelaren met meerdere zilvermerken. In de 19e eeuw hebben kerken veel erfgoed verkocht, om alle - toen arme - mensen te eten te kunnen geven.
  • Holwert: Marlies Stoter begint met de twee grafbeelden, die in de Franse tijd beschadigd zijn geraakt. Deze zijn zes jaar geleden teruggegaan naar de kerk van Holwert. De SAFT heeft er namelijk voor gezorgd dat deze beelden weer terug zijn gekomen in de kerk van Holwert. 
Deze voorbeelden laten zien dat het Fries Museum goed past op al die weeskinderen van de Friese kerken, maar als die stukken weer veilig terug kunnen naar de oorspronkelijke Friese kerken, dan is dat veelal mogelijk, zoals dat ook gedaan is in Holwert.

Tussen Asfalt & Kunst in Feinsum

Vrijdag 8 november 2024
  
Heropening van de nieuw-geasfalteerde Holdingawei in Feinsum

















Heropening van de Holdingawei
Als leden van de Vereniging Dorpsbelang Feinsum komen we vanavond met zo'n 45 mensen bijeen voor een combi-programma, dat bestaat uit drie delen.
Om 19:00 uur verzamelen we ons in de overvolle consistorie van de Feinsumer Sint-Vituskerk, waar de voormalige dorpsbelang-voorzitter Jitze Grijpstra een korte presentatie verzorgt over het enkele jaren durende proces van de herinrichting van de Holdingawei die door Feinsum loopt. De hoofdweg door ons dorp is opnieuw geasfalteerd, er zijn graskeien en passeerstroken langs de asfaltweg aangebracht, en in het voorjaar worden ook de groenstroken langs de weg onder handen genomen.
Om deze al zo lang gewenste heraanleg van de Holdingawei feestelijk te vieren, gaan we na deze presentatie naar buiten, waar de officiële handeling van de heropening van onze Holdingawei wordt verricht. De oudste inwoonster van ons dorp - Tsjaltsje - valt de eer te beurt om de voor deze gelegenheid door Jan gefabriceerde rood-witte slagboom te openen, waarna alle dorpsgenoten worden uitgenodigd om het nieuwe asfalt te betreden door de slagboom op de Holdingawei te passeren, zulks in het sfeervolle licht van de spotlights van Jurre.
Dan gaan we weer terug de kerk in, waar koffie en thee met heerlijke Friese oranjekoek klaar staan, om deze heropening van zojuist feestelijk te vieren.

Algemene Ledenvergadering
Om 20:00 uur begint dan de najaarsvergadering voor de leden van onze Vereniging Dorpsbelang Stiens. 
Notulen, mededelingen, ingekomen en uitgaande stukken passeren eerst de revue.
Dan vertelt voorzitter Ate Reitsma een en ander over de voortgang en de huidige stand van zaken aangaande enkele items die worden vermeld in de huidige Dorpsvisie van Feinsum. Een aantal zaken daarvan zijn al gerealiseerd, en andere vragen nog de nodige aandacht.
Vervolgens biedt Ate ons een terugblik op de afgelopen en een vooruitblik op de nog komende activiteiten van onze dorpsvereniging. Eén van de activiteiten die in de vertraging is gekomen, is de beoogde verbouwing van de consistorie van de Sint-Vituskerk, mede omdat de Stichting Alde Fryske Tsjerken afgelopen donderdag het voortgangsoverleg helaas heeft geannuleerd tot een nader te bepalen nieuwe overlegdatum.
Wat wel voorspoedig loopt, is de voortgang op de renovatie van onze dorpsspeeltuin op It Spoardok bij de Feinsumer jachthaven. Namens de Speeltuin-werkgroep, bestaande uit Ate, Durkje, Jantina en Katinka, vertelt Durkje over de voortgang die deze werkgroep boekt: uitgaan van de door de gemeente afgekeurde speeltoestellen, keuzes voor nieuwe speeltoestellen voorbereiden op basis van de door de gemeente toegezegde vervangingsbudgetten, en binnenkort kan dan in overleg met de gemeente en met leveranciers van speeltoestellen een plan worden gemaakt voor het herinrichten van de Feinsumer speeltuin, waarbij momenteel het thema 'Trein' richtinggevend is, geheel passend bij de plek van deze speeltuin, op de locatie van het vroegere treinstation van het voormalige 'Dockumer Lokaeltsje'.

Kunst van Jouta
Na een korte pauze gaan we over naar het derde deel van deze avondsessie in de wederom overvolle consistorie van onze dorpskerk, waar zelfs nog stoelen moeten worden bijgeplaatst om iedereen een zitplaats te bieden.
Het bestuur van onze Vereniging Dorpsbelang Feinsum heeft de Ferwerter kunstenaar Hans Jouta uitgenodigd om een presentatie te verzorgen over zijn werk als beeldend kunstenaar. Jouta is ook de maker van het Feinsumer cortex-stalen kunstwerk 'Tiidreizgje', bestaande uit een stationsklok, een skateboard en koffers, dat ons blijft herinneren aan het feit dat dit vroeger de halteplaats was van het treinspoor tussen Leeuwarden en Dokkum. 
Hans Jouta vertelt dat zijn grootvader - Gerlof van der Leij, oorspronkelijk uit Feinsum - als tweede man finishte bij de eerste Elfstedentocht op de schaats, en dat Hans zijn vader vroeger een metaalbewerkingsbedrijf had.
  • In dat metaalbedrijf begon Hans met de daarin aanwezige gereedschappen op creatieve wijze beelden te maken. Overdag werkt Hans bij zijn vader in het metaalbedrijf, en 's avonds studeerde hij aan de kunstacademie. Hans maakte veelal metalen gebruiksvoorwerpen, totdat hij werd gevraagd om voor een kunstenares een sokkel voor een kunstwerk te maken. 
  • Jouta diende een schetsontwerp in voor een standbeeld van de Friese schrijfster Nynke van Hichtum, en kreeg op grond daarvan zijn eerste opdracht om dit kunstwerk te maken, dat nu in het Friese Nes staat. 
  • Daarna maakte hij een vliegende start, omdat veel Friese dorpen hem toen de opdracht gaven om voor hen een kunstwerk te maken, soms gegoten beelden, maar ook van gelaste metalen delen. 
  • Daarop volgden opdrachten om beelden te maken van de Friese kaatser Hotze Schuil, van Marathonriders (de schaatsers Jeen Wester, Hilbert van der Duim en Jos Niesten in Earnewâld), van gedeputeerde Anita Andriessen, van Beyers Naudé, van Viglius van Aytta, van Klaine Keizer, en van de Elfstedenfietsers in Bolsward.
  • Vervolgens vertelt Hans Jouta over de wijze waarop een standbeeld in brons wordt gemaakt. Hij doet dat aan de hand van het maakproces van zijn standbeeld van Johan Cruyff
  • Bijzonder was ook de opdracht die hij kreeg om beelden van voetballers te maken voor de eregalerij van Ajax, met onder andere Piet Keizer, Edwin van der Sar, Abdelhak Nouri, Marc Overmars, inmiddels al zo'n 15 beelden totaal.
  • De laatste beelden waarover Jouta vertelt, zijn zijn twee kunstwerken van het Friese paard met veulen, gemaakt van koperplaatjes, middels laswerk van onderaf opgebouwd.
Na deze boeiende lezing worden Hans Jouta en zijn echtgenote bedankt voor hun mooi geïllustreerde beamer-presentatie, en daarna wordt deze najaarsvergadering afgesloten met een gezellig samenzijn met een 'hapke & sûpke'.

donderdag 7 november 2024

Hannekemaaierspad van Gasselternijveen naar Balloo

Donderdag 7 november 2024
 
Rondom het grote heideven van de Kampsheide

















Stichting Hannekemaaiers-pad
De Stichting Hannekemaaierspad is opgericht om cultuurhistorisch waardevolle wandelpaden te behouden. Om haar doel te bereiken, houdt deze stichting zich sinds 1999 bezig met het ontwikkelen van een wandelpadennetwerk van meerdaagse trektochten, die zijn gebaseerd op de historische reisroutes van de zogenoemde Hannekemaaiers, de trekkende seizoen-arbeiders die al vanaf circa 1600-1650 vanuit Duitsland in Nederland kwamen werken.
Deze stichting vindt het belangrijk dat de bovengenoemde cultuurhistorische paden blijven bestaan, want anders zouden die meestal onverharde paden in rap tempo dreigen te verdwijnen. De stichting beijvert zich er derhalve voor om deze oude wandelpaden op te sporen, teneinde die cultuurhistorische wandelpaden op te nemen in wandelroutegidsen. Zo neemt de bekendheid ervan toe, en worden deze oude paden weer en meer belopen. 

Hannekemaaierspaden tussen Duitsland en Noord-Nederland
De stichting Hannekemaaierspad wil meerdere routes van Hannekemaaierspaden uitwerken. Daarbij wordt aangesloten op een oorspronkelijk trekroute van Bourtange via Bakkeveen naar Lemmer, en daar omheen komen uitbreidingen door het noorden van Nederland, vice versa tussen Duitsland en Nederland.
Een deel van de voormalige hannekemaaiers (1600-1900) ging vanuit Duitsland richting westen eerst aan de slag als veenarbeider in Nederlandse turfwinningsprojecten, voordat men verder trok naar de meer seizoensgebonden maaigebieden op de weidegronden in Fryslân.
Na de Nederlandse landbouwcrisis rond 1880 kwam er ook een omgekeerde stroom van trekarbeiders op gang.
De routes van het Hannekemaaierspad zijn beschreven in enkele handzame wandelgidsen, die zijn voorzien van wandelkaarten met bijbehorende routebeschrijvingen. Verder zijn de gidsen voorzien van  achtergrondinformatie over met name de geschiedenis, cultuur en natuur.
Deze routes zijn overigens niet bewegwijzerd, en ze maken ook geen gebruik van het wandelknooppuntennetwerk.

Hannekemaaierspad Neurhede - Bakkeveen
Eén van de wandelgidsen van het Hannekemaaierspad beschrijft de 106,3 kilometer lange trektocht van het Duitse Neurhede naar het Friese Bakkeveen, beginnend bij het Poepekruis in het Duitse Neurhede en eindigend bij het Poepekruis in het Friese Bakkeveen. 
Durkje en ik hebben gebruik gemaakt van de derde druk van deze wandelgids, die is uitgegeven in het jaar 2014.

Een trektocht van Poepekruis tot Poepekruis
Deze wandelgids beschrijft in 18 etappes een route die voor een groot deel door Groningen en Drenthe loopt.
Dergelijke routes werden tussen de 16e en de 20e eeuw als jaarlijks terugkerende tocht van Duitsland naar Nederland gelopen door marskramers, turfstekers, blekers, steenbakkers of grasmaaiers.
Zulke Duitse mannelijke maar ook wel vrouwelijke trek-handelaren (in textiel), werkten soms zelfstandig, maar soms ook wel voor de Tödden (Duitse kooplui). Deze zogenoemde lapkepoepen (kiepkerels of marskramers) gingen in eerste instantie - doeken en lakens verkopend - van deur tot deur. 
Daarnaast richt deze wandelgids zich ook op de Duitsers die vroeger (circa 1650-1920) als grasmaaiers (hannekemaaiers) seizoensarbeid verrichtten voor bijvoorbeeld Friese (greid)boeren.
Maar het bleef niet alleen bij arbeiders, want deze regio was ook in trek bij Duitse predikanten, en mensen die een functie hadden in het leger en in het bestuur. Behalve economische, hadden deze Duitse migranten dus ook wel religieuze of politieke motieven om in het noorden van Nederland te komen werken.
Deze wandelgids laat je over zandruggen en door beekdalen wandelen, door ontveende gebieden, van schans naar schans, onder andere langs de Zwartendijksterschans (Een) en het Poepenhemeltje (Rolde).
Aanvankelijk liepen deze trekarbeiders, maar later werd ook wel gereisd in trekschuiten op turfvaartroutes naar bijvoorbeeld Groningen of Lemmer.

Traject 3 van Gasselternijveen naar Balloo
Vandaag bewandelen Durkje en ik het derde van onze vijf trajecten van dit Hannekemaaierspad, van Neurhede naar Bakkeveen, over een afstand van 21,5 kilometer, van het Drentse Gasselternijveen naar Balloo.
Daartoe vertrekken we vanmorgen om 7:45 uur met de auto vanuit Feinsum, om naar het Drentse Balloo te rijden, waar we de auto parkeren in het centrum van Balloo.
Daarna rijden we met de andere auto van Balloo naar Gasselternijveen, waar onze dagwandeling vandaag op de Hunzelaan aanvangt om 9:20 uur. 
Bij vertrek vanmorgen in Feinsum is het 8 graden Celsius met nauwelijks wind, en we staan aan het begin van een droge herfstdag. De temperatuur daalt tijdens deze etappe naar 6 Celsius bij aankomst in Gasselternijveen. Daarmee is het vandaag op zich goed wandelweer.

Sporen van Gasselternijveen via Gasselte
Het wordt vandaag een dag van overwegend spoorpaden. Dat begint direct al vanuit Gasselternijveen, als we over de Hunzelaan eerst langs het transformatorstation en de golfbaan van Gasselte naar het buurtschap Kostvlies over het tracé van de voormalige spoorlijn van Stadskanaal naar Assen lopen.
In Kostvlies liggen langs het spoorpad enkele zwerfkeien, met daarop plaquettes die informatie geven over de soort en de herkomst van deze zwerfstenen.
Een half uurtje na ons vertrek passeren we Gasselte over het spoorpad. 
Ten noorden van Gasselte draait het spoorpad in noordelijke richting, en passeren we het bungalowpark Ravijnzicht. Die naam is niet zo vreemd, want we lopen hier diep langs dat bungalowpark, omdat de spoorlijn hier vroeger diep door de Hondsrug heen is gegraven. Verderop lopen we onder een hooggelegen spoorbrug door.
Dan gaat het verder in noordelijke richting over het spoortracé, dat op een gegeven moment de naam Brummelpad draagt.

Pelgrim en koffie in Gieten
Nadat we het kombord van Gieten zijn gepasseerd, wandelen we op dit spoortraject de plaats Gieten binnen.
Het Brummelpad gaat dan over in Oude Spoordijk, en daarop ontmoeten we een inwoonster van Gieten, die haar hondje uitlaat, en die ons in het gesprek dat we met haar voeren, vertelt dat ze afgelopen jaar de Camino naar Santiago de Compostela heeft gelopen, vanuit het Franse Saint-Palais, over de Pyreneeën en dan op de Camino Franchés naar Santiago de Compostela.
In het centrum van Gieten vinden we aan de Stationsstraat een schitterende koffiepauzeplek bij Bakkerij Job, waar we in een smaakvol gedecoreerde bakkerswinkel in het horecagedeelte een heerlijke kop koffie drinken, onderwijl een onderhoudende ontmoeting hebbend met een mevrouw die hier enkele malen per week ook even een kopje koffie komt drinken.
Na deze koffiepauze wandelen we over achtereenvolgens de Parallelweg en de Oelenboom over de N34 Gieten uit.

Over de Jonkers Heide naar Anderen
Ten westen van Gieten en van de N34 gaat het dan weer verder over het verlengde deel van het spoorpad van zojuist. Bij het Boekweitenveentje gaan we het bosgebied van de Jonkers Heide in.
In het bos passeren we het diepgelegen Sekmeer.
Over het fietspad langs de Provincialeweg gaan we onder de N33 door, en direct daarna volgen we over een veldpad die autoweg in noordelijke richting. Langs het veldpad zien we in de bermen op een aantal plaatsen verschillende soorten paddenstoelen. Het is dit jaar een goed paddenstoelenjaar, zo lazen we onlangs.
Waar we van de N33 af moeten gaan lopen, komen we langs een voetgangerstunneltje dat onder de N33 doorgaat. Op de voorkant van die tunnel staat 'oude spoorlijn 2014' geschreven, dus het wordt ons daarmee direct duidelijk dat we weer verder gaan over het verlengde van de inmiddels welbekende spoorlijn richting Assen.
Bij de watertap aan het Nijend ten zuiden van Anderen staat een bankje, waarop we plaatsnemen voor onze lunchpauze.

Hunebedden en Jacobuskerk van Rolde
Daarna gaat het alsmaar verder over het spoorpad in westelijke richting. Net voorbij het Landgoed Tolhek steken we het Anderense Diepje over. 
Ter hoogte van de Slokkert bereiken we even later de plaats Rolde, op de plek waar de grote hunebedden D17 & D18 staan. Die bezoeken we tijdens onze doortocht.
Direct daarna doorkruisen we de begraafplaats van Rolde, en getuige de stukken spoorrails die hier in het pad liggen, doorkruisen we deze begraafplaats nog steeds via het tracé van de oude spoorlijn.
Deze spoorlijn tussen Stadskanaal via Rolde naar Assen is in gebruik geweest in de jaren tussen 1905 en 1967.
Als we de begraafplaats verlaten, zien we een eindje verder in het zuiden de bijzondere 15e eeuwse Jacobuskerk van Rolde staan, met haar imposante kerktoren, die met zijn 52 meter hoogte de op één na hoogste kerktoren van de provincie Drenthe is, en daarmee al eeuwenlang dus een baken in het landschap is geweest.
Dat Rolde voor toeristen - fietsers en wandelaars - een populaire locatie is, blijkt wel uit het feit dat er nogal wat wegwijzers staan op de kruising van de Rolder Hunebedweg en het spoorpad.
Aan de rand van Rolde passeren we een camping, waarop een model staat van een voormalig heidehuisje.

In het beekdal van het Deurzerdiep en het Looner Diep
Ook voorbij Rolde gaat de route weer verder over het spoorpad, nu in de richting van Balloo. Aan de zuidkant van Balloo volgen we het pad van de Weg van de Strengen.
Nog iets verder lopen we door, tot aan de brug over het Deurzerdiep.
We steken het Deurzerdiep over.
Even later gaat de route dan weer terug over het Deurzerdiep.
Vervolgens lopen we terug, eerst door en even later langs het beekdal van het Deurzerdiep en het Looner Diep.
In het beekdal links van ons is een medewerker van Staatsbosbeheer bezig met het mechanisch maaien van een nat grasland aan de rand van het beekdal. 
De ruige begroeiing van het afgelopen jaar wordt hier op dit perceel in het beekdal kort afgemaaid.
Langs het zandpad staat een afgezaagde boom, die zo hol is dat je ook dwars door de resterende boomstam heen kunt kijken. 

Over de Kampsheide naar Balloo
Nu gaan we de Kampsheide op. Ook hier weer zien we prachtige clusters paddenstoelen langs onze route.
Met een ruime bocht lopen we rondom een groot heideven op de Kampsheide.
Het is ook in deze tijd van het jaar een prachtig pad door het heideveld. 
Dan zien we rechts van het pad een grote grafheuvel.
En als je goed kijkt, is er niet één, maar zijn er veel meer grafheuvels in de directe nabijheid van elkaar.
Tussen de grafheuvels en de bomen door heb je een mooi uitzicht van bovenaf over het heideven van de Kampsheide.
We verlaten de Kampsheide over de Lienstukkenweg, en lopen rond 15:00 uur het dorpje Balloo binnen, waar onze auto staat geparkeerd.
Met de auto rijden we terug naar Gasselternijveen, waar we de andere auto afhalen, om dan vervolgens terug te rijden naar huis, waar we om 17:00 uur terugkeren.

woensdag 6 november 2024

Toekomstgericht Kerk-zijn met Andrew Root

Dinsdag 5 november 2024
 
Andrew Root

Stoppen & Wachten
Samen met theoloog Blair Bertrand zet Andrew Root in hun boek ‘When Church Stops Working’ (2023) [en in de vertaling ’Wachten op God’ (2024)] uiteen wat kerken in deze tijd nodig hebben. Beide auteurs zoeken de oplossing daarvan niet in allerlei vernieuwingen en campagnes, maar roepen de kerk op te wachten op wat God gaat doen. Hun boek geeft handvatten hoe je in een seculiere tijd van leegloop en krimp van kerken toch gelovig en geïnspireerd kerk kunt zijn.
De bekende Amerikaanse theoloog Andrew Root is nu in Nederland. Een ontmoeting met Root is een mooie gelegenheid om nieuwe inspiratie te vinden voor ons werk in de kerk. Samen met Aagje & Jelke (Gouda) en met Petra (Stiens) gaan Durkje en ik vandaag in de ontmoeting met Andrew Root op zoek naar die inspiratie.

Andrew Root
Andrew Root (1974) is praktisch theoloog en professor in 'Youth and Family Ministry' op het Luther Seminary in St. Paul te Minnesota in de Verenigde Staten. 
In hoog tempo schrijft hij boeken die steeds een snaar weten te raken. 
Hij gaat uitdagende vragen niet uit de weg en zoekt steeds de verbinding tussen kerk, cultuur, samenleving en tussen de verschillende generaties. 
Root schrijft toegankelijk en diepgaand over de uitdagingen waar kerken momenteel voor staan.

Toekomstgericht Kerk-zijn
De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) organiseert samen met de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) en de Theologische Universiteit Utrecht (TUU) vandaag in de Mattheuskerk te Utrecht een bijeenkomst over dit thema. 
Deze bijeenkomst is een onderdeel van het onderzoeksproject ‘Toekomstgericht Kerk-zijn’. De mensen die bij dit onderzoeksproject betrokken zijn, willen ook vandaag goed luisteren. Hun onderzoek blijft dan namelijk niet alleen in de ivoren torens van de wetenschap, maar staat in verbinding met het dagelijkse leven van kerk & samenleving.

Programma
Tijdens dit evenement verkennen we met elkaar wat dit voor ons (werk) in onze kerken betekent. 
Andrew Root vertelt vandaag in ons midden over zijn ideeën. 
We gaan hierover ook in gesprek met elkaar en enkele experts reageren vanuit hun eigen perspectief. 
Enkele vragen die vandaag onder andere aan de orde komen zijn:
Is het mogelijk om een houding van (ver)wachten te combineren met het zoeken naar innovatieve 'best practices'?
Herkennen kerkelijk werk(st)ers, predikanten en geestelijk verzorg(st)ers de diagnose van Root?
Hoe werkt het 'wachten op God' concreet in de (kerkelijke) praktijk in Nederland? 

Opening en welkom
De enkele tientallen deelnemers van deze bijeenkomst worden welkom geheten door middagvoorzitter Marten van der Meulen, die deze plenaire sessie begint met een bijbellezing.
Daarna inventariseert Van der Meulen met ons - door opstaan - welke doelgroepen er vandaag allemaal aanwezig zijn, bijvoorbeeld: de onderzoeksgroepsleden, een groot aandeel predikanten, kerkelijk werk(st)ers, geestelijk verzorg(st)ers, en ... 'gewone mensen'.
Daarna krijgt Benno van den Toren (docent aan de PTHU) het woord. Van den Toren denkt ook na over de toekomst van de kerk, met name voor wat betreft de missionaire taak van de kerk, en vandaag is de focus vooral het toekomstgericht kerk-zijn. 
Benno van den Toren:
  • Aan veranderingen gaat een goede diagnose vooraf. 
  • Dat onze context van verzuiling is opengebroken, betekent nogal wat voor onze samenlevingen en ook voor onze kerken. 
  • We konden de kerken wel overeind houden, maar vonden het moeilijk om nieuwe woorden te vinden die passen bij nieuwe tijdsbeelden. 
  • De kerk was teveel naar binnen gekeerd. 
  • Het onderzoeksproject 'Toekomstgericht kerk-zijn' wil komen tot een nadere analyse van onze huidige tijd en van onze huidige kerk. 
  • Stel nu eens dat onze kerken meer zouden (gaan) staan voor een brede beweging binnen de samenleving. 
  • Samenwerking van kerken en universiteiten is bij bovengenoemde analyse van belang. Je loopt er dan overigens tegenaan dat kerken en universiteiten wel heel verschillende soorten organisaties zijn. Predikanten zijn bijvoorbeeld gewend encyclopedisch te werken, maar universiteiten werken vooral heel gefragmenteerd, gespecialiseerd. 
  • Het huidige onderzoeksproject gaat er van uit dat we leven vanuit de verwachting dat we de toekomst van de kerk van God mogen ontvangen. Maar, ... hoe doe je dat met moed, dat toekomstgericht kerk zijn?   
  • Deze onderzoeksgroep wil graag dat anderen – zoals ook hier – mee gaan denken en mee gaan werken aan dit onderzoek.
Lezing door Andrew Root
Andrew Root heeft dezelfde soort intuïtie als die deze Nederlandse onderzoeksgroep heeft. Daarom past het ook zo goed om Root hier vandaag bij ons te hebben bij de start van deze onderzoeksgroep.
Root maakt zijn diagnose beschikbaar voor een breed publiek, en óók daarom is het interessant hem hier in ons midden te hebben.
Root vraagt zich af waarom het voor ons en voor veel anderen voelt dat kerk-zijn zo moeilijk is. 
Andrew neemt ons mee in een soort tijdmachine om vanaf zo'n 600 jaar geleden terug te kijken op waar wij nu staan. 
Toen - 600 jaar geleden - was er geen sprake van secularisatie. Het was - volgens Root - in die tijd nagenoeg onmogelijk om niet te geloven, want alles was erop gericht om wel gelovig te zijn.
Dan vervolgt hij zijn lezing, weliswaar niet zozeer over de thematiek en de inhoud van zijn boek, maar benoemt hij een breed scala aan allerlei thema's en onderwerpen die daar zijdelings mee te maken hebben. Hieronder volgt een aantal van die door hem aangekaarte items:
  • Andrew Root benoemt een oude problematiek, die van het ontvangen en het dan al dan niet eten en doorslikken van de hostie. Het kwam voor dat men die ontvangen hostie heimelijk niet opat, maar die dan thuis gaf aan het zieke varken in de hoop op genezing, of men stopte de hostie in de eigen akker in de hoop op een betere oogst. Geestelijken vonden dat maar niets, en deden er van alles aan om de parochianen de hostie in de kerk wel direct door te laten slikken. 
  • De eerste fase van de secularisatie ving aan in de tijd waarin er een scheiding ontstond tussen publiek en privé . Dat was de tijd waarin je niet sprak over bijvoorbeeld je inkomen, je politieke voorkeur, je sexleven, en dat je ook niet sprak over je religie.
  • In de periode dat met name alles van belang is wat binnen in jou plaatsvindt, is het minder relevant wat buiten je gebeurt.
  • Vroeger leefde men in - wat Root benoemt als - 'the Cosmos’ en nu leven we daarentegen in ‘the Universe’. 
  • De kerk werd uiteindelijk de plek waar je publiek wel deelde wat je gelooft. 
  • Minder mensen – dan voorheen – gaan naar de kerk. De kerk verloor de connectie met de samenleving. De keuze voor je lidmaatschap van bijvoorbeeld een sportclub werd belangrijker dan je keuze voor een bepaalde kerk. De kerk worstelde en worstelt nog steeds met de participatiegraad van de bevolking. 
  • Hoe krijg je het zover dat mensen weer en meer gaan participeren in de kerk? In elk geval in de meeste protestantse kerken worstelen we met de vraag hoe onze kerken de participatiegraad van de bevolking kunnen verhogen.
  • De volgende fase van secularisatie - de fase waarin we nu leven - is de periode die zich kenmerkt als een tijd waarin ieder voor zich mag geloven wat hij/zij gelooft.
  • Het nadeel in deze tijd is dat mensen veel minder dan vroeger geloven dat er een levende God is die spreekt in onze tijd. 
  • Daar waar vroeger werd gedacht dat je niet zonder geloven (zoals zonder ademhalen) kon, is dat nu in deze/onze fase al lang niet meer zo.
  • Mensen zijn momenteel wel heel erg op zoek naar diepere zaken, zoals spiritualiteit, waar dan ook in de wereld om je heen.
  • Als iemand gelooft, kun je hem/haar niet daarbij niet helpen in de tijd waarin we nu leven. 
  • We onderscheiden ook 'momenten van geloven'. Als je bijvoorbeeld ergens bent, kan je zomaar een moment van geloven overvallen, bijvoorbeeld tijdens een concert. Je kunt zo in jezelf tot de vraagstelling komen òf èn dát er iets meer, dat er iets diepers is dan alleen wat je ziet en hoort aan de oppervlakte.
  • Een antropologe trad binnen in een groep evangelische christenen, omdat die beweerden dat God tot hen sprak. Zij verbleef jarenlang te midden van hen, maar zij hoorde niet dat God tot hen sprak. Die christenen maakten desondanks voor haar uiteindelijk wel het verschil, want toen haar vader stief, waren het met name deze gelovigen die voor haar baden. Zij baden toen voor de mens - voor deze ingetreden antropologe - die ernstig leed. 
In de programma-overgang van lezing naar panelgesprek wordt de koffiepauze gehouden. De deelnemers krijgen voor deze pauze de vraag om in groepjes met elkaar in gesprek te gaan over een aantal gespreksvragen (zie hieronder) die handelen over 'wachten op God'.
 

Panelgesprek
Na de koffiepauze vindt een panelgesprek plaats met als panelleden: Ilonka Terlouw (PThU), Trinette Verhoeven (PKN)), Bosco Bangura (PThU), Hans Schaeffer (TUU), Benno van den Toren en Andrew Root. 
In dit plenaire panelgesprek gaan we samen met de panelleden op zoek naar handvatten voor de dagelijkse praktijk op het gebied van bijvoorbeeld missionair werk en gemeenteopbouw.
Hoe zit het bijvoorbeeld met de spanning van 'wachten op God', maar ondertussen toch ook wel iets  (te willen) gaan doen?
  • De eerste vraag die aan Trinette Verhoeven wordt gesteld, luidt: Is er een spanning tussen enerzijds het als kerkelijk werk(st)er werken in de kerk en daar veel te doen, en anderzijds als kerkelijk werk(st)er de kerkelijke gemeente voor te gaan in het wachten op en in het verwachten van God?  Trinette: We zijn er nog niet aan toe om te wachten. Predikanten voelen nogal veel druk vanuit hun kerkelijke gemeente om innovatief te zijn, en om vooral te doen wat moet worden gedaan. En die andere kant van 'wachten' valt dan niet mee. Je moet als predikant(e) eerst een andere kijk krijgen op de werkelijkheid, en dat wil ze de predikanten van haar classis dan toch wel meegeven. Andrew Root maakt (met zijn boek) die nieuwe blik op de werkelijkheid van wachten en verwachten mogelijk. 
  • Predikanten willen nog wel eens de voortrekker zijn, maar als je daarop als gevolg daarvan afknapt, en het in arren moede loslaat, zou je kunnen ervaren dat je het ook wel los kúnt laten, om het aan God over te laten. 
  • Als kleine gemeente zou je ook op kunnen houden om te (willen) groeien, om altijd maar door te gaan met wat je al doet. Leer maar en ga maar afwachten en verwachten; dan is het ook goed.
  • Classispredikante Verhoeven probeert Gods naam hoog te houden, en Gods Woord uit te blijven dragen. Ze bidt en hoopt dat ze het goede uitdraagt en dat anderen voorleeft.
  • Als je iemand laat praten, en zonder interruptie wacht tot hij/zij is uitgesproken, dan eer je de spreker daarmee. Dat zouden we meer moeten doen, omdat dat beter is dan zelf altijd het woord proberen te voeren.
  • Er bestaat een dynamiek & spanning tussen wachten en acties uitvoeren, maar we moeten vooral leren om (af) te wachten en te verwachten.
  • We luisteren naar de volgende waarschuwing aan alle voorgangers/predikanten: Maak je niet te druk, want je grootste taak is contemplatie, verdieping en bezinning. Dat is niet iets dat je maar in je vrije tijd moet doen, maar vooral (ook) in je werktijd. 
  • Je kunt als predikant wel in de actiestand schieten, maar om je kerkenraad dan mee te nemen in wachten & bidden & mediteren; dat valt niet mee. Kerkenraadswerk en predikantenwerk is vaak juist een kwestie van overleven, en om dat los te laten, is nogal ingewikkeld.
 

  • Op een vraag aan Andrew Root, wanneer hij wacht op God, antwoordt Andrew dat je elke ochtend zou kunnen beginnen met bidden, teneinde daardoor wegen te vinden om de goede dingen te doen. In het wachten zitten toch ook zeker veel daden, en daarbij geeft hij het voorbeeld dat je ook gewoon eten moet koken in de tijd van stervensbegeleiding, als wachten op de dood.
  • Panellid Bosco Bangura geeft aan dat dit boek 'Wachten op God' van Andrew Root overwegend is gericht op de westerse context, en veel minder op de Afrikaanse context, zijnde de context waarin Bangura werkt. Root erkent daarop dat zijn boek inderdaad vooral is gericht op de Noord-Amerikaanse context. Bangura reageert daarop dat hij desondanks dit boek van Root toch wel van harte aanbeveelt bij zijn overwegend Afrikaanse kerkgangers.
  • De reden van het toch maar wel wachten op God is je te realiseren dat God God is, en dat wij dat en dat wij Hem niet onder ons bewind hebben.
  • In de Antwerpse context heeft Bangura qua samenstelling van kerkgangers te maken met tenminste acht nationaliteiten, en toch zien zij allemaal een God die in hen allen doorwerkt. Ze ervaren dat God bij/met hen is en met hen door het leven gaat. 
  • Wees en blijf wie je bent, en vertel mensen om je heen wat jou beweegt om in God te geloven!
  • Dan krijgt Andrew Root de vraag of de Amerikaanse verkiezingen van deze dagen een goede tijd zijn om op God te wachten. Dat – zegt Root – is vandaag de dag een gevaarlijke vraag. Dit is immers een confronterende tijd voor de Amerikanen onderling. Toch kun je volgens hem tussen mensen – in hun intermenselijke verkeer - iets zien van waar God doorwerkt, ongeacht of je politiek elkaars vriend of vijand bent. Desondanks is (en blijft?) het een moeilijke tijd voor de Amerikanen.
  • Gevraagd naar praktijkvoorbeelden van wachten op God in de kerk komt een deelnemer uit de zaal met een voorbeeld van wachten en toch ook tegelijk actief zijn in de kerk; bijvoorbeeld waar en dat gemeenteleden samen een gebedsmoment hebben op het moment dat de kerkenraad elders op dat moment bijeenkomt om een moeilijke beslissing te nemen. 
  • Een ander voorbeeld van wachten op God, zo vertelt een andere deelnemer in de zaal, is dat hij na wekenlang op ziekenbezoek te zijn geweest bij een doodzieke persoon - en al die tijd alleen maar met deze terminale zieke gesproken te hebben over uitsluitend zaken zoals voetbal en autoraces - hij als kerkelijk werker werd gebeld met de vraag of hij op de ochtend voorafgaand aan het sterven van deze persoon langs wilde komen om met hem te bidden. Wachten was - zo bleek hem - voor deze kerkelijk werker moeilijk, maar bleek uiteindelijk toch zijn positieve uitwerking te hebben.
  • Een jeugdwerkster in de zaal vertelt over haar 'wachten op God', over dat zij gedurende haar jaren werken als jeugdwerkster veel heeft geïnvesteerd in jeugdwerk, en dat zij nu na zoveel jaren (af)wacht welke uitwerking dat op de langere termijn zal krijgen/hebben.
  • Dan wordt aan Andrew Root voorgelegd dat meditatief en biddend wachten op God wel heel aantrekkelijk lijkt, maar - zo is de vraag aan hem - leidt dat niet tot chaos in de kerk? Root antwoordt: Als kerk is het - wat er ook gebeurt - óók je taak om te blijven hopen en te wachten op God, op Zijn aanwezigheid en Zijn doorwerking. Juist ook in die rust en stilte zul je de aanwezigheid en de werking van God ervaren!, aldus Andrew Root.
  • Ilonka Terlouw reflecteert dan op het thema van vandaag op grond van haar expertise inzake de praktijk van het gebed. Terlouw: Een kerk van eredienst & gebed is óók een wachtende kerk. Meer dan de helft van de Nederlanders zegt nooit of zelden te bidden. Van de kerkleden is dat 70-80%. Wel zeggen mensen te weinig te bidden, en daar ook een zekere schaamte over te ervaren. Bidden is óók iets wat je doet, ook een praktijk die om actie vraagt. Bidden is wel wachten, maar is niet passief. Bidden is niet zo eenvoudig, óók niet over de agenda van je kerkenraad. Hoe krijgen we dat als gemeente dan toch voor elkaar? Daartoe zou je gebedsgroepen in je kerkelijke gemeente kunnen organiseren, zoals het Evangelisch Werkverband dat jaren geleden al voorstelde. We kennen in Nederland het begrip van ‘gebedsverlegenheid’, waar we niet meer weten hoe we zouden moeten en kunnen bidden. Gebed kan zomaar geïnfecteerd raken door de veronderstelling van maakbaarheid van het gewenste resultaat. Herkennen wij die gebedscrisis in ons eigen leven? 
  • Maar hoe – zo is de vraag van een deelnemer uit de zaal - kun je bidden tot een God die niet bestaat? Immers, we leven in een tijd van secularisatie, in een tijd waarin God voor veel mensen niet (meer) bestaat. Als je God niet meer ziet als een luisterend en handelend persoon, wat betekent het dan voor je eredienst en voor je bidden? Root reageert daarop als volgt: Doe het toch maar gewoon. Ga toch maar in gebed. ‘Just do it!’ En kijk dan maar wat er gaat gebeuren. 
  • De laatste vraag wordt gesteld aan panellid Hans Schaeffer. Schaeffer vertelt dan het volgende: Met deze paradox tussen wachten en doen moet je wel íets doen, maar je moet dat wachten niet te groot maken, want dan ga je dood. De eerste gemeente (van apostelen van Jezus Christus) begon ook met wachten door de apostelen; niet zozeer om niets te doen, maar om bij jezelf en bij elkaar te onderzoeken wàt je kunt gaan doen, en dan merk je dat er wel degelijk iets komt - zich aandient - om te gaan doen. Je moet dus niet niets gaan doen, maar wel bidden, wel bijbel lezen, wel delen van je praktijken en van je ervaringen (want dat is heilzaam), want dat doet al iets. In het oefenen van zaken  gebeuren en wel degelijk dingen, en zo gaat het echt wel werken. Agendeer derhalve wel praktijken, want die worsteling hoort erbij, óók in de kerk. Kerkenraden zouden vooral na kunnen gaan denken over hoe hun agenda er voortaan (anders/beter) uit zou kunnen gaan zien.

maandag 4 november 2024

Hannekemaaierspad Fürstenau - Hardenberg

Maandag 4 november 2024
 
Wandelgids van Fürstenau naar Hardenberg

Stichting Hannekemaaierspad
De Stichting Hannekemaaierspad is opgericht om cultuurhistorisch waardevolle wandelpaden te behouden. Om haar doel te bereiken, houdt deze stichting zich sinds 1999 bezig met het ontwikkelen van een wandelpadennetwerk van meerdaagse trektochten, die zijn gebaseerd op de historische reisroutes van de zogenoemde Hannekemaaiers, de trekkende seizoen-arbeiders die al vanaf circa 1600-1650 vanuit Duitsland in Nederland kwamen werken.
Deze stichting vindt het belangrijk dat de bovengenoemde cultuurhistorische paden blijven bestaan, want anders zouden die meestal onverharde paden in rap tempo dreigen te verdwijnen. De stichting beijvert zich er derhalve voor om deze oude wandelpaden op te sporen, teneinde die cultuurhistorische wandelpaden op te nemen in wandelroutegidsen. Zo neemt de bekendheid ervan toe, en worden deze oude paden weer en meer belopen. 

Hannekemaaierspaden tussen Duitsland en Noord-Nederland
De stichting Hannekemaaierspad wil meerdere routes van Hannekemaaierspaden uitwerken. Daarbij wordt aangesloten op een oorspronkelijk trekroute van Bourtange via Bakkeveen naar Lemmer, en daar omheen komen uitbreidingen door het noorden van Nederland, vice versa tussen Duitsland en Nederland.
Een deel van de voormalige hannekemaaiers (1600-1900) ging vanuit Duitsland richting westen eerst aan de slag als veenarbeider in Nederlandse turfwinningsprojecten, voordat men verder trok naar de meer seizoensgebonden maaigebieden op de weidegronden in Fryslân.
Na de Nederlandse landbouwcrisis rond 1880 kwam er ook een omgekeerde stroom van trekarbeiders op gang.
De routes van het Hannekemaaierspad zijn beschreven in enkele handzame wandelgidsen, die zijn voorzien van wandelkaarten met bijbehorende routebeschrijvingen. Verder zijn de gidsen voorzien van  achtergrondinformatie over met name de geschiedenis, cultuur en natuur.
Deze routes zijn overigens niet bewegwijzerd, en ze maken ook geen gebruik van het wandelknooppuntennetwerk.

Hannekemaaierspad Fürstenau - Hardenberg
Eén van de wandelgidsen van het Hannekemaaierspad beschrijft de 106,2 kilometer lange trektocht van het Duitse Fürstenau naar het Nederlandse Hardenberg, beginnend bij de het Slot in Fürstenau en eindigend bij het museum Stadhuus in Hardenberg.. 
Hannekemaaiers liepen over oude wegen, waarvan sommige delen nog uit de Romeinse of Keltische tijd. De Romeinse hoofdwegen werden ook wel Hellwegen genoemd. Veel van die oude wegen verbonden de Hanzesteden.
Deze wandelgids is de westelijke opvolger van de wandelgids van het Hannekemaaierspad van Rahden naar Fürstenau, dat Durkje en ik bewandelden van 23 tot en met 27 oktober 2024.
Durkje en ik hebben gebruik gemaakt van de eerste druk van deze wandelgids, die is uitgegeven in het jaar 2018.

Westfalen over Hunte en Hase
Deze wandelgids beschrijft in 19 etappes een route die begint in de voormalige Duitse Hanzestad Fürstenau, en in de westelijke richting gaat van de Duits-Nederlandse grens, via Thuine, (wegenknooppunt van de Vlaamse en de Friesestraat; en pleisterplaats) Lingen, over de Ems, via Nordhorn, Neuenhaus en Uelsen, om dan de landsgrens over te steken en te eindigen in het Nederlandse Hardenberg. 
Het eerste deel (tot Lingen) volgt een morene (gletscher uit de IJstijd), en vanaf Nordhorn volg je de stuwwal van de Vecht, en vanaf de landsgrens daal je dan af naar het Overijsselse Hardenberg (aan de Vecht).
Uit de regio van Westfalen kwam aanvankelijk het grootste deel van de Duitse trekarbeiders naar Nederland. Veiligheidshalve vertrokken de hannekemaaiers in groepen. Rahden was één van de grotere vertrekplaatsen. Bij Lingen stak men de Ems over. 
Dergelijke routes werden tussen de 16e en de 20e eeuw als jaarlijks terugkerende tocht van Duitsland naar Nederland gelopen door marskramers, turfstekers, blekers, steenbakkers of grasmaaiers, ook wel de Hollandgangers ofwel Pickmaijers genoemd.
Zulke Duitse mannelijke maar ook wel vrouwelijke trek-handelaren (in textiel en klompen), werkten soms zelfstandig, maar soms ook wel voor de Tödden (Duitse kooplui). Deze zogenoemde lapkepoepen (kiepkerels of marskramers) gingen in eerste instantie - doeken en lakens verkopend - van deur tot deur. 
Daarnaast richt deze wandelgids zich ook op de Duitsers die vroeger (circa 1650-1920) als grasmaaiers (hannekemaaiers) seizoensarbeid verrichtten voor bijvoorbeeld Friese (greid)boeren.
Deze wandelgids van het Hannekemaaierspad van Fürstenau naar Hardenberg volgt zoveel mogelijk de oorspronkelijke route, die voor een groot deel uit zeer oude verbindingen bestaat, die ook nu nog gedeeltelijk in gebruik zijn als lokale verbindingswegen. Elementen als onverharde paden en wandelen door oude landschappen staan bij deze route centraal, waarbij je door soms uitgestrekte en rustige gebieden wandelt.
Aanvankelijk liepen deze trekarbeiders, maar later werd ook wel gereisd in trekschuiten op turfvaartroutes of over de Zuiderzee.
 

In vijf dagen van Fürstenau (D) naar Hardenberg (NL)
Van onze vijf afzonderlijke etappes heb ik elke keer een dagverslag in de vorm van een blog geschreven, en die als praatje bij plaatjes (een fotoselectie) gepubliceerd op mijn (deze) weblog.
Hieronder staan van alle etappes - zoals Durkje en ik die samen in oktober & november 2024 hebben gelopen - een weblink naar het dagverslag van de hieronder aangegeven 5 etappes.
Deze trektocht van 106,2 kilometer over de oude paden van de hannekemaaiers, de lapkepoepen en de fyndoekspoepen hebben Durkje en ik op de volgende vijf wandeldagen gelopen.
Daarmee sloten we onze ononderbroken tiendaagse langeafstandswandeltocht van 206,5 kilometers op het Hannekemaaierspad van Rahden via Fürstenau naar Hardenberg af.

zondag 3 november 2024

Hannekemaaierspad Rahden - Fürstenau

Zondag 3 november 2024
 
Cover van de wandelgids Rahden-Fürstenau

Stichting Hannekemaaierspad
De Stichting Hannekemaaierspad is opgericht om cultuurhistorisch waardevolle wandelpaden te behouden. Om haar doel te bereiken, houdt deze stichting zich sinds 1999 bezig met het ontwikkelen van een wandelpadennetwerk van meerdaagse trektochten, die zijn gebaseerd op de historische reisroutes van de zogenoemde Hannekemaaiers, de trekkende seizoen-arbeiders die al vanaf circa 1600-1650 vanuit Duitsland in Nederland kwamen werken.
Deze stichting vindt het belangrijk dat de bovengenoemde cultuurhistorische paden blijven bestaan, want anders zouden die meestal onverharde paden in rap tempo dreigen te verdwijnen. De stichting beijvert zich er derhalve voor om deze oude wandelpaden op te sporen, teneinde die cultuurhistorische wandelpaden op te nemen in wandelroutegidsen. Zo neemt de bekendheid ervan toe, en worden deze oude paden weer en meer belopen. 

Hannekemaaierspaden tussen Duitsland en Noord-Nederland
De stichting Hannekemaaierspad wil meerdere routes van Hannekemaaierspaden uitwerken. Daarbij wordt aangesloten op een oorspronkelijk trekroute van Bourtange via Bakkeveen naar Lemmer, en daar omheen komen uitbreidingen door het noorden van Nederland, vice versa tussen Duitsland en Nederland.
Een deel van de voormalige hannekemaaiers (1600-1900) ging vanuit Duitsland richting westen eerst aan de slag als veenarbeider in Nederlandse turfwinningsprojecten, voordat men verder trok naar de meer seizoensgebonden maaigebieden op de weidegronden in Fryslân.
Na de Nederlandse landbouwcrisis rond 1880 kwam er ook een omgekeerde stroom van trekarbeiders op gang.
De routes van het Hannekemaaierspad zijn beschreven in enkele handzame wandelgidsen, die zijn voorzien van wandelkaarten met bijbehorende routebeschrijvingen. Verder zijn de gidsen voorzien van  achtergrondinformatie over met name de geschiedenis, cultuur en natuur.
Deze routes zijn overigens niet bewegwijzerd, en ze maken ook geen gebruik van het wandelknooppuntennetwerk.

Hannekemaaierspad Rahden - Fürstenau
Eén van de wandelgidsen van het Hannekemaaierspad beschrijft de 100,3 kilometer lange trektocht van het Duitse Rahden naar het Duitse Fürstenau, beginnend bij de Museumhof in Rahden en eindigend bij het Slot in Fürstenau. 
Hannekemaaiers liepen over oude wegen, waarvan sommige delen nog uit de Romeinse of Keltische tijd. De Romeinse hoofdwegen werden ook wel Hellwegen genoemd. Veel van die oude wegen verbonden de Hanzesteden.
Deze wandelgids van het Hannekemaaierspad van Rahden naar Fürstenau is de oostelijke voorloper van de wandelgids van het Hannekemaaierspad van het Duitse Fürstenau via het Duitse Lingen naar het Nederlandse Hardenberg, ook wel de oude Hollanderweg genoemd.
Durkje en ik hebben gebruik gemaakt van de eerste druk van deze wandelgids, die is uitgegeven in het jaar 2018.

Westfalen over Hunte en Hase
Deze wandelgids beschrijft in 16 etappes een route die begint in Noordrijn-Westfalen, en in de westelijke richting gaat van de Duits-Nederlandse grens, via Wehdem, Dielingen, (knooppunt) Hunteburg, (knooppunt) Bramsche, (knooppunt) Merzen en Schwagstorf naar de voormalige Hanzestad Fürstenau. 
Uit deze regio van Westfalen kwam aanvankelijk het grootste deel van de Duitse trekarbeiders naar Nederland. Veiligheidshalve vertrokken de hannekemaaiers in groepen. Rahden was één van de grotere vertrekplaatsen.  
Dergelijke routes werden tussen de 16e en de 20e eeuw als jaarlijks terugkerende tocht van Duitsland naar Nederland gelopen door marskramers, turfstekers, blekers, steenbakkers of grasmaaiers, ook wel de Hollandgangers of Pickmaijers genoemd.
Zulke Duitse mannelijke maar ook wel vrouwelijke trek-handelaren (in textiel en klompen), werkten soms zelfstandig, maar soms ook wel voor de Tödden (Duitse kooplui). Deze zogenoemde lapkepoepen (kiepkerels of marskramers) gingen in eerste instantie - doeken en lakens verkopend - van deur tot deur. 
Daarnaast richt deze wandelgids zich ook op de Duitsers die vroeger (circa 1650-1920) als grasmaaiers (hannekemaaiers) seizoensarbeid verrichtten voor bijvoorbeeld Friese (greid)boeren.
Deze wandelgids volgt zoveel mogelijk de oorspronkelijke route, die voor een groot deel uit zeer oude verbindingen bestaat, die ook nu nog gedeeltelijk in gebruik zijn als lokale verbindingswegen. Elementen als onverharde paden en wandelen door oude landschappen staan bij deze route centraal, waarbij je door soms uitgestrekte en rustige gebieden wandelt.
Aanvankelijk liepen deze trekarbeiders, maar later werd ook wel gereisd in trekschuiten op turfvaartroutes of over de Zuiderzee.
 

In vijf dagen van Rahden naar Fürstenau
Van onze vijf afzonderlijke etappes heb ik elke keer een dagverslag in de vorm van een blog geschreven, en die als praatje bij plaatjes (een fotoselectie) gepubliceerd op mijn (deze) weblog.
Hieronder staan van alle etappes - zoals Durkje en ik die samen in oktober 2024 hebben gelopen - een weblink naar het dagverslag van de hieronder aangegeven 5 etappes.
Deze trektocht van 100,3 kilometer over de oude paden van de hannekemaaiers, de lapkepoepen en de fyndoekspoepen hebben Durkje en ik op de volgende vijf wandeldagen gelopen.
In de vijf daaropvolgende dagen liepen we ononderbroken door van Fürstenau naar het Overijsselse Hardenberg. Daarmee sloten we deze tiendaagse langeafstandswandeltocht af.

Hannekemaaierspad van Itterbeck (D) naar Hardenberg (NL)

Vrijdag 1 november 2024
 
Over de Itterbecker Heide

 















Stichting Hannekemaaierspad
De Stichting Hannekemaaierspad is opgericht om cultuurhistorisch waardevolle wandelpaden te behouden. Om haar doel te bereiken, houdt deze stichting zich sinds 1999 bezig met het ontwikkelen van een wandelpadennetwerk van meerdaagse trektochten, die zijn gebaseerd op de historische reisroutes van de zogenoemde Hannekemaaiers, de trekkende seizoen-arbeiders die al vanaf circa 1600-1650 vanuit Duitsland in Nederland kwamen werken.
Deze stichting vindt het belangrijk dat de bovengenoemde cultuurhistorische paden blijven bestaan, want anders zouden die meestal onverharde paden in rap tempo dreigen te verdwijnen. De stichting beijvert zich er derhalve voor om deze oude wandelpaden op te sporen, teneinde die cultuurhistorische wandelpaden op te nemen in wandelroutegidsen. Zo neemt de bekendheid ervan toe, en worden deze oude paden weer en meer belopen. 

Hannekemaaierspaden tussen Duitsland en Noord-Nederland
De stichting Hannekemaaierspad wil meerdere routes van Hannekemaaierspaden uitwerken. Daarbij wordt aangesloten op een oorspronkelijk trekroute van Bourtange via Bakkeveen naar Lemmer, en daar omheen komen uitbreidingen door het noorden van Nederland, vice versa tussen Duitsland en Nederland.
Een deel van de voormalige hannekemaaiers (1600-1900) ging vanuit Duitsland richting westen eerst aan de slag als veenarbeider in Nederlandse turfwinningsprojecten, voordat men verder trok naar de meer seizoensgebonden maaigebieden op de weidegronden in Fryslân.
Na de Nederlandse landbouwcrisis rond 1880 kwam er ook een omgekeerde stroom van trekarbeiders op gang.
De routes van het Hannekemaaierspad zijn beschreven in enkele handzame wandelgidsen, die zijn voorzien van wandelkaarten met bijbehorende routebeschrijvingen. Verder zijn de gidsen voorzien van  achtergrondinformatie over met name de geschiedenis, cultuur en natuur.
Deze routes zijn overigens niet bewegwijzerd, en ze maken ook geen gebruik van het wandelknooppuntennetwerk.

Hannekemaaierspad Fürstenau - Hardenberg
Eén van de wandelgidsen van het Hannekemaaierspad beschrijft de 106,2 kilometer lange trektocht van het Duitse Fürstenau naar het Nederlandse Hardenberg, beginnend bij de het Slot in Fürstenau en eindigend bij het museum Stadhuus in Hardenberg.. 
Hannekemaaiers liepen over oude wegen, waarvan sommige delen nog uit de Romeinse of Keltische tijd. De Romeinse hoofdwegen werden ook wel Hellwegen genoemd. Veel van die oude wegen verbonden de Hanzesteden.
Deze wandelgids is de westelijke opvolger van de wandelgids van het Hannekemaaierspad van Rahden naar Fürstenau, dat Durkje en ik bewandelden van 23 tot en met 27 oktober 2024.
Durkje en ik hebben gebruik gemaakt van de eerste druk van deze wandelgids, die is uitgegeven in het jaar 2018.

Westfalen over Hunte en Hase
Deze wandelgids beschrijft in 19 etappes een route die begint in de voormalige Duitse Hanzestad Fürstenau, en in de westelijke richting gaat van de Duits-Nederlandse grens, via Thuine, (wegenknooppunt van de Vlaamse en de Friesestraat; en pleisterplaats) Lingen, over de Ems, via Nordhorn, Neuenhaus en Uelsen, om dan de landsgrens over te steken en te eindigen in het Nederlandse Hardenberg. 
Het eerste deel (tot Lingen) volgt een morene (gletscher uit de IJstijd), en vanaf Nordhorn volg je de stuwwal van de Vecht, en vanaf de landsgrens daal je dan af naar Hardenberg (aan de Vecht).
Uit de regio van Westfalen kwam aanvankelijk het grootste deel van de Duitse trekarbeiders naar Nederland. Veiligheidshalve vertrokken de hannekemaaiers in groepen. Rahden was één van de grotere vertrekplaatsen.  
Dergelijke routes werden tussen de 16e en de 20e eeuw als jaarlijks terugkerende tocht van Duitsland naar Nederland gelopen door marskramers, turfstekers, blekers, steenbakkers of grasmaaiers, ook wel de Hollandgangers genoemd.
Zulke Duitse mannelijke maar ook wel vrouwelijke trek-handelaren (in textiel en klompen), werkten soms zelfstandig, maar soms ook wel voor de Tödden (Duitse kooplui). Deze zogenoemde lapkepoepen (kiepkerels of marskramers) gingen in eerste instantie - doeken en lakens verkopend - van deur tot deur. 
Daarnaast richt deze wandelgids zich ook op de Duitsers die vroeger (circa 1650-1920) als grasmaaiers (hannekemaaiers) seizoensarbeid verrichtten voor bijvoorbeeld Friese (greid)boeren.
Deze wandelgids volgt zoveel mogelijk de oorspronkelijke route, die voor een groot deel uit zeer oude verbindingen bestaat, die ook nu nog gedeeltelijk in gebruik zijn als lokale verbindingswegen. Elementen als onverharde paden en wandelen door oude landschappen staan bij deze route centraal, waarbij je door soms uitgestrekte en rustige gebieden wandelt.
Aanvankelijk liepen deze trekarbeiders, maar later werd ook wel gereisd in trekschuiten op turfvaartroutes of over de Zuiderzee.

Traject 5 van Itterbeck (D) naar Hardenberg (NL)
Vandaag bewandelen Durkje en ik het vijfde – dus de laatste - van onze vijf trajecten van dit Hannekemaaierspad tussen Fürstenau en Hardenberg, namelijk van het Duitse Itterbeck naar het Nederlandse Hardenberg, over een afstand van 18,2 kilometer.
Afgelopen maandag zijn we van een vakantiewoning (Ferienwohnung) verhuisd naar een vakantiewoning in Nordhorn, waar we een accommodatie voor vier overnachtingen hebben geboekt, ten behoeve van onze tiendaagse wandeltocht van het Duitse Rahden naar het Nederlandse Hardenberg.
Om het laatste traject van onze aaneengesloten tiendaagse vandaag te lopen, vertrekken we vanmorgen om 7:55 uur met de auto vanuit Nordhorn, waar we vannacht hebben overnacht. We nemen nu alle bagage mee vanuit onze overnachtingslocatie, want we komen hier vandaag niet meer terug. We checken dus uit.
Dan rijden we naar Hardenberg, waar we de auto in een woonwijk parkeren.
Bij vertrek vanmorgen is het 11 graden Celsius, met een zwaarbewolkte lucht, en dat blijft zo. De temperatuur loopt tijdens deze etappe op tot 12 graden Celsius. Het waait nogal fris, dus al met al is het een frisse wandeldag qua weer.
Hieronder staat een beschrijving van de wijze waarop we vandaag dit traject hebben gelopen.

Over de Itterbecker Heide
Vanuit Hardenberg rijden we naar Itterbeck, waar we de auto parkeren in een woonwijk. Hier begint onze etappe vanmorgen om 9:00 uur. 
We steken de Hauptstrasse over en gaan dan het bos in. Even later arriveren we op de Itterbecker Heide
Daar doorkruisen we een deel van het heideveld, en gaan dan verder over de scheiding van heide en grasland, beide gelegen op een uitgestrekte open plek in het bos. Links en rechts zien we veel paddenstoelen.
Dan naderen we een heuveltje op de grens van heide en grasland.
Daarop, tussen de bomen en het grasland, grazen schapen en geiten achter een afrastering van schrikdraad.
Aan de voet van dat hekwerk zien we de afgebeten kop van een haas liggen, die waarschijnlijk nog maar heel kort geleden prooi is geworden voor een roofdier, wellicht van een vos of wolf.

Over de Duits-Nederlandse grensweg naar de grenspost
Via de Schäperspoll, de Hoogeweg en over het fietspad langs de Kreisstrasse wandelen we naar het volgende bosgebied. Daar volgt dan een mooi bospad van de Kreisstrasse naar de Industriestrasse. En als we die laatste asfaltweg zijn overgestoken, gaat het verder op de grens van bos en veld. Daar bloeien op de middenstrook van het karrenspoor mooie rode paddenstoelen.
En links van het pad zie ik een dikke witte schimmel over een bos mos.
In de steile afdaling heuvelafwaarts ontmoeten we een jong stel dat ons tegemoet wandelt. En daarna komen we door een gedeelte waar veel Amerikaanse eiken staan, waarvan de grote bruine bladeren het bospad aan het zicht onttrekken, zoals we dat in de afgelopen dagen wel meer hebben gezien.
Waar we het bosperceel verlaten, ligt links van het pad vlakbij de asfaltweg een hele grote bult takken, resultaat van houtkap. Waarschijnlijk worden deze resttakken later versnipperd en afgevoerd, zoals we dat eerder ook al zagen.
Na de oversteek van de Melkweg lopen we langs een hele grote varkensboerderij naar de Beltweg. In de berm langs het karrenspoor zien we de prachtige rode bessen van de hulst, en daaronder een afgezaagde boomstronk die aan de bovenzijde is bedekt met grote witte zwammen.
Aan het eind van dit karrenspoor komen we op de Beltweg, ook een karrenspoor dat hier de grens vormt tussen Duitsland links en Nederland rechts. Hier en daar passeren we de betonnen, genummerde landsgrenspalen. 
Op het pleintje vóór het recreatiecentrum de Grenslandhoeve staan picknickbanken, waarop we plaatsnemen voor onze koffiepauze. Twee medewerkers van de Koninklijke Marechaussee zijn hier momenteel op werkbezoek.

Door Venebrugge en Hoogenweg
Na deze koffiepauze wandelen we op de T-kruising van de Beltweg en de Duitse Vennebrügge de Duitslandweg op, en zo overschrijden we dan de Duits-Nederlandse landsgrens. 
Over de Hoogenweg lopen we naar het dorpje Venebrugge. Dit is de plek waar lang geleden een brug door het gevaarlijk lage veengebied liep. Dit pad was dus ook geschikt voor Hannekemaaiers om veilig door de natte veengebieden te lopen. Venebrugge is een streekdorp.
Direct daarna lopen we op de Hoogenweg het volgende dorpje binnen, namelijk Hoogenweg.
Vanuit deze plaats volgt dan een lange rechte weg naar het Veenkanaal, dat aan de oostkant langs Hardenberg stroomt. We steken het Veenkanaal over via de brug met de voor ons passende naam De Loper.
Dat het dit jaar een goed paddenstoelenjaar is, blijkt ook wel weer uit de vele paddenstoelen die we nu in de berm passeren van de Jan Weitkamplaan.
Dan wandelen we de bebouwde kom van Hardenberg binnen.

Hardenberg
We kruisen de J.C. Kellerlaan en ook de spoorlijn ter hoogte van het Hardenbergse treinstation, en dan wandelen we over de Stationsstraat richting stadscentrum.
Midden in het winkelcentrum op de overgang van het Oosteinde en de Voorstraat staat het standbeeld van De Klepperman.
En dan, om 13:15 uur, arriveren we bij museum ’t Stadhuus, het eindpunt van dit Hannekemaaierspad
Hiermee hebben we onze aaneengesloten tiendaagse wandeltocht vanuit het Duitse Rahden via Fürstenau in Duitsland naar het Overijsselse Hardenberg voltooid, over een totale afstand van 206,5 kilometer.
Vanuit Hardenberg rijden we met de ene auto terug naar Itterbeck, waar we eerst onze andere auto afhalen, waarna we terug reizen naar huis, waar we rond 15:30 uur arriveren.

Hannekemaaierspad van Neuenhaus naar Itterbeck

Donderdag 31 oktober 2024 = Hervormingsdag
 
Bij de Pickmaijer (Hannekemaaier) van Uelsen

Stichting Hannekemaaiers-pad
De Stichting Hannekemaaiers-pad is opgericht om cultuurhistorisch waardevolle wandelpaden te behouden. Om haar doel te bereiken, houdt deze stichting zich sinds 1999 bezig met het ontwikkelen van een wandelpaden-netwerk van meerdaagse trektochten, die zijn gebaseerd op de historische reisroutes van de zogenoemde Hannekemaaiers, de trekkende seizoen-arbeiders die al vanaf circa 1600-1650 vanuit Duitsland in Nederland kwamen werken.
Deze stichting vindt het belangrijk dat de bovengenoemde cultuurhistorische paden blijven bestaan, want anders zouden die meestal onverharde paden in rap tempo dreigen te verdwijnen. De stichting beijvert zich er derhalve voor om deze oude wandelpaden op te sporen, teneinde die cultuurhistorische wandelpaden op te nemen in wandelroutegidsen. Zo neemt de bekendheid ervan toe, en worden deze oude paden weer en meer belopen. 

Hannekemaaierspaden tussen Duitsland en Noord-Nederland
De stichting Hannekemaaierspad wil meerdere routes van Hannekemaaierspaden uitwerken. Daarbij wordt aangesloten op een oorspronkelijk trekroute van Bourtange via Bakkeveen naar Lemmer, en daar omheen komen uitbreidingen door het noorden van Nederland, vice versa tussen Duitsland en Nederland.
Een deel van de voormalige hannekemaaiers (1600-1900) ging vanuit Duitsland richting westen eerst aan de slag als veenarbeider in Nederlandse turfwinningsprojecten, voordat men verder trok naar de meer seizoensgebonden maaigebieden op de weidegronden in Fryslân.
Na de Nederlandse landbouwcrisis rond 1880 kwam er ook een omgekeerde stroom van trekarbeiders op gang.
De routes van het Hannekemaaierspad zijn beschreven in enkele handzame wandelgidsen, die zijn voorzien van wandelkaarten met bijbehorende routebeschrijvingen. Verder zijn de gidsen voorzien van  achtergrondinformatie over met name de geschiedenis, cultuur en natuur.
Deze routes zijn overigens niet bewegwijzerd, en ze maken ook geen gebruik van het wandelknooppuntennetwerk.

Hannekemaaierspad Fürstenau - Hardenberg
Eén van de wandelgidsen van het Hannekemaaierspad beschrijft de 106,2 kilometer lange trektocht van het Duitse Fürstenau naar het Nederlandse Hardenberg, beginnend bij de het Slot in Fürstenau en eindigend bij het museum Stadhuus in Hardenberg.. 
Hannekemaaiers liepen over oude wegen, waarvan sommige delen nog uit de Romeinse of Keltische tijd. De Romeinse hoofdwegen werden ook wel Hellwegen genoemd. Veel van die oude wegen verbonden de Hanzesteden.
Deze wandelgids is de westelijke opvolger van de wandelgids van het Hannekemaaierspad van Rahden naar Fürstenau, dat Durkje en ik bewandelden van 23 tot en met 27 oktober 2024.
Durkje en ik hebben gebruik gemaakt van de eerste druk van deze wandelgids, die is uitgegeven in het jaar 2018.

Westfalen over Hunte en Hase
Deze wandelgids beschrijft in 19 etappes een route die begint in de voormalige Duitse Hanzestad Fürstenau, en in de westelijke richting gaat van de Duits-Nederlandse grens, via Thuine, (wegenknooppunt van de Vlaamse en de Friesestraat; en pleisterplaats) Lingen, over de Ems, via Nordhorn, Neuenhaus en Uelsen, om dan de landsgrens over te steken en te eindigen in het Nederlandse Hardenberg. 
Het eerste deel (tot Lingen) volgt een morene (gletscher uit de IJstijd), en vanaf Nordhorn volg je de stuwwal van de Vecht, en vanaf de landsgrens daal je dan af naar Hardenberg (aan de Vecht).
Uit de regio van Westfalen kwam aanvankelijk het grootste deel van de Duitse trekarbeiders naar Nederland. Veiligheidshalve vertrokken de hannekemaaiers in groepen. Rahden was één van de grotere vertrekplaatsen.  
Dergelijke routes werden tussen de 16e en de 20e eeuw als jaarlijks terugkerende tocht van Duitsland naar Nederland gelopen door marskramers, turfstekers, blekers, steenbakkers of grasmaaiers, ook wel de Hollandgangers genoemd.
Zulke Duitse mannelijke maar ook wel vrouwelijke trek-handelaren (in textiel en klompen), werkten soms zelfstandig, maar soms ook wel voor de Tödden (Duitse kooplui). Deze zogenoemde lapkepoepen (kiepkerels of marskramers) gingen in eerste instantie - doeken en lakens verkopend - van deur tot deur. 
Daarnaast richt deze wandelgids zich ook op de Duitsers die vroeger (circa 1650-1920) als grasmaaiers (hannekemaaiers) seizoensarbeid verrichtten voor bijvoorbeeld Friese (greid)boeren.
Deze wandelgids volgt zoveel mogelijk de oorspronkelijke route, die voor een groot deel uit zeer oude verbindingen bestaat, die ook nu nog gedeeltelijk in gebruik zijn als lokale verbindingswegen. Elementen als onverharde paden en wandelen door oude landschappen staan bij deze route centraal, waarbij je door soms uitgestrekte en rustige gebieden wandelt.
Aanvankelijk liepen deze trekarbeiders, maar later werd ook wel gereisd in trekschuiten op turfvaartroutes of over de Zuiderzee.

Traject 4 van Neuenhaus naar Itterbeck
Vandaag bewandelen Durkje en ik de vierde van onze vijf trajecten van dit Hannekemaaierspad tussen Fürstenau en Hardenberg, namelijk van Neuenhaus naar Itterbeck, over een afstand van 21 kilometer.
Afgelopen maandag zijn we van een vakantiewoning (Ferienwohnung) verhuisd naar een vakantiewoning in Nordhorn, waar we een accommodatie voor vier overnachtingen hebben geboekt, ten behoeve van onze tiendaagse wandeltocht van het Duitse Rahden naar het Nederlandse Hardenberg.
Om het traject vandaag te lopen, vertrekken we vanmorgen om 7:55 uur met de auto vanuit Nordhorn, waar we vannacht hebben overnacht.
Dan rijden we naar Itterbeck, waar we de auto in een woonwijk parkeren.
Bij vertrek vanmorgen is het 12 graden Celsius, met een zwaarbewolkte lucht, en dat blijft zo. De temperatuur loopt tijdens deze etappe op tot 14 graden Celsius. Het waait nauwelijks, dus al met al is het een rustige wandeldag qua weer.
Hieronder staat een beschrijving van de wijze waarop we vandaag dit traject hebben gelopen.

Neuenhaus aan de Dinkel
Vanuit Itterbeck rijden we naar Neuenhaus, waar we de auto parkeren bij een boerenhoeve aan de Thesingfelder Strasse. Hier begint onze etappe vanmorgen om 8:45 uur. 
Onderweg was het heel stil op de wegen. We zijn hier namelijk in de regio waar men de Hervormingsdag van vandaag als kerkelijke feestdag – een vrije dag – viert. Er is dus maar heel weinig verkeer op de weg, en omdat de meeste winkels en horeca dicht zijn, is er ook weinig reuring in de dorpen en steden die we vandaag doorkruisen.
We lopen eerst naar de autoweg 403. Daar aangekomen, gaan we onder het viaduct door en dan wandelen we langs de rivier de Dinkel naar Neuenhaus. 
Bij de rooms-katholieke kerk blijkt de kerkdeur open te zijn, dus we gaan naar binnen om deze kerk te bezichtigen.
Daarna lopen we door naar de andere kerk, die aan de Hauptstrasse staat.
Naast de kerk zien we het standbeeld staan van de paardenhandelaar met een paard.
Door de Haupstrasse lopen we naar de rivier de Dinkel, die we oversteken.
Aan de rand van de bebouwde kom, gaan we van de Uelserner Strasse de Vogeskamp op. Zo verlaten we Neuenhaus.

Naar de acht grafheuvels op de Spölberg
Vervolgens wandelen we over verharde wegen en onverharde paden over de Mülenberg.
Aan de andere zijde van de Hiltener Weg lopen we over het mooie veldpad van de Deepen Weg naar de rand van de bebouwde kom van het plaatsje Gölenkamp, dat we overigens niet binnen gaan.
De route buigt namelijk in zuidelijke richting af op Am Spölberg, omdat we de Spölberg op moeten, een beschermde heuvel, met daarop nota bene acht grafheuvels uit de Bronstijd. 
We beklimmen de hele grote grafheuvel, waarop een bankje staat, waarop we onze koffiepauze houden, met vanaf deze hoogte een goed zicht op het hele terrein van de acht grafheuvels, maar ook een mooi vergezicht over de wijde omgeving van de Spölberg.
Na deze koffiepauze op grote hoogte lopen we terug naar Am Spölberg, 
Waar de Spölbergstrasse bij de autoweg 403 komt, staat een grote verkoopkraam, die goed is gevuld met allerhande soorten, maten en kleuren pompoenen, die hier in zelfbediening ten verkoop worden aangeboden.

Naar de Pickmaijer van Uelsen
Na de oversteek over de autoweg 403 lopen we om 11:30 uur via de Neuenhauser Strasse het stadje Uelsen binnen.
We lopen alsmaar rechtdoor, tot we bij de kerk aankomen. Die is gesloten.
Naast de kerk staat een handig fietsenreparatiepunt, met een fietspompinstallatie, maar ook met het nodige fietsgereedschap om snel een noodreparatie aan je fiets te verrichten. Men is hier nogal gericht op het faciliteren van fietsers, want we zien hier in deze streek vandaag ook enkele malen een bus van het openbaar vervoer rijden, met achter de bus een grote aanhangwagen waarop je je fiets als buspassagier kunt stallen, om die door de bus mee te laten nemen. 
De kerk mag dan dicht zijn, er staat wel een houten bankje naast de kerkdeur, waarmee je wordt uitgenodigd om daarop plaats te nemen. Op het bankje staat de hoopgevende tekst: ‘Goa sitten, God is all doar’. 
Tegenover de kerk op Am Markt staat een standbeeld.
Het is het standbeeld van een Hannekemaaier op klompen, met op zijn rug een rugzak, en met een zeis over de schouder. Deze Hannekemaaier wordt hier lokaal aangeduid als ‘Pickmaijer’.

Naar de Itterquelle in het Itterbeck Wald
Nadat we een broodje hebben gegeten tegenover de kerk van Uelsen, lopen we in westelijke richting door Uelsen verder, totdat we bijna aan het eind van de bebouwde kom naar het zuiden afdraaien over de Geteloer Strasse.
Daar gaan we al snel de Tannenweg op, en die volgen we in een rechte lijn het bos in.
Iets noordelijker steken we de Haupstrasse over, die het bos doorsnijdt, en dan gaan we verder in noordelijke richting door het Itterbeck Wald. Ook hier is het bos met prachtige herfstkleuren versierd, onder andere met rode eikenbladeren.
In het bos volgen we de wegwijzer van de Itterquelle. Bij de afslag in de richting van de Itterquelle zien we een boomstronk vol met paddenstoelen.
Dan gaan we even van de doorgaande route af, om over een paadje naar de Itterquelle te lopen, de plek waar de rivier de Itter ontspringt.
Vanaf hier zien we de Itter als smal beekje in zuidelijke richting stromen, richting Itterbeck.
Vanaf het grote gasstation tegenover de Itterquelle gaan we in een diagonale lijn naar de Hauptstrasse die Itterbeck doorkruist.
Aan de overzijde van die Hauptstrasse gaan we in zo’n grote Duitse overdekte picknick-hütte zitten voor een broodje, en daarna begint het laatste stuk van het traject van vandaag.

Langs erfgoed van Itterbeck
Op de Schulweg ten zuiden van de bebouwde kom van Itterbeck komen we langs de gerestaureerde Erpelhütte. 
In deze van hout en turven opgebouwde hut – die deels onder het maaiveld ligt – bewaarde men vroeger onder andere poot-aardappelen, consumptie-aardappelen, fruit zoals appels, en andere bewaarproducten. 
Deze hut is dagelijks geopend, dus we kunnen er even in om een idee te krijgen van het interieur van zo’n aardappelbewaarhut.
Een eind verderop komen we langs het openluchtmuseum van Itterbeck, genaamd: ‘Hof für Hiematpflege’.
Op het buitenterrein en in de hokken staan veel verschillende soorten landbouwwagens en landbouwvoertuigen.
Ook werktuigen die in de bosbouw werden gebruikt, zie je rondom staan.
Achter dit openluchtmuseum staat het zogenoemde schoolmuseum, gelijkend op een kerk en een school ineen. Daarin zien we onder andere een vrij compleet ingericht schoollokaal uit vroeger tijden.

Itterbeck
Dan gaan we over de Schoolstege in noordelijke richting. Daar komen we langs een boerderij met een grote aardappelloods langs de weg. Grote koelapparaten blazen de lucht vanuit de loods naar buiten. Aan de zijkant staat een grote schuurdeur open, waar ijzeren kooien vol gerooide aardappelen staan te drogen. 
Als we rechtsaf de Egger Strasse op gaan, lopen we de bebouwde kom van Itterbeck binnen.
Direct daarna gaan we de nieuwbouwwijk van Am Iland in, waar verderop onze auto staat geparkeerd.
We kunnen nu terug naar Nordhorn, en rijden daartoe via de Thesingfelder Strasse nabij Neuenhaus, waar we onze andere auto afhalen. Daarna is het slechts enkele minuten rijden naar onze overnachtingsaccommodatie in Nordhorn.