maandag 10 juni 2024

Pelgrimeren van Alcaracejos naar Hinojosa del Duque

Pelgrimsroute van Almería (S) naar Santiago de Compostela (S)
Camino Mozárabe van Almería naar Merída
Van Alcaracejos naar Hinojosa del Duque
Vrijdag 17 mei 2024 – 22,2 km.
Dag 22: 454,0 – 476,2 km.
 
In de Catedral de la Sierra van Hinojosa del Duque



















Spaanse Camino Mozárabe
Vanuit het zuiden van Spanje lopen verschillende Spaanse pelgrimsroutes naar Santiago de Compostela.
Eén van die aanlooproutes naar Santiago de Compostela is de zogenoemde ‘Camino Mozárabe’, die begint in Almería, en dan ongeveer 630 kilometer noordwestelijker eindigt in Merída, waar de Camino Mozárabe aansluit op de Via de Plata, die bij Astorga in het noorden van Spanje aansluit op de Camino Franchés, richting Santiago de Compostela.
Durkje en ik hebben ervoor gekozen om vanuit het zuiden van Spanje te gaan pelgrimeren op deze Camino Mozárabe.
Vandaag lopen we daarvan onze 22e etappe, over een afstand van 22,2 kilometer, van Alcaracejos naar Hinojosa del Duque. We dalen daarbij van ongeveer 615 via 585 en 565 naar 560 meter hoogte.

Eerste drie kilometers naar Villanueva del Duque
Om 6:30 uur gaat onze wekker af in het Hostal Les Tres Jotas in Alcaracejos, waar wij vannacht hebben overnacht. 
Na het ontbijt verlaten we om 7:40 uur onze overnachtingslocatie, en brengen we de kamersleutel naar Bar Tic Tac, aan de overzijde van de weg.
We lopen het dorp uit over een geasfalteerde weg, die al vrij snel overgaat in een halfverhard pad.
Dit pad voert in een rechte lijn van Alcaracejos tussen velden en akkers door, en langs enkele boerderijen, naar Villanueva del Duque, dat we binnenwandelen bij een Cortex stalen kunstwerk van de Camino Mozárabe de Santiago, waarin staat dat het vanaf hier nog 922 kilometer is naar Santiago de Compostela.
Aan de gevel van één van de eerste huizen van het dorp hangt een banier van de Camino Mozárabe.
We moeten over de smalle stoep de straat door, want het midden van de straat wordt door een graafmachine opgebroken.
Verderop zijn stratenmakers bezig om het wegdek opnieuw te bestraten. 
Eén van de straters vraagt ons of we vandaag naar Hinjosa lopen, hetgeen we bevestigen.

De vier dorpspleinen van Villanueva del Duque
Vlak vóór het eerste dorpsplein staat rechts een deur naar een binnenhof open. Als ik naar binnen kijk, zie ik daar een allegaartje van allerlei materialen staan tussen een aantal geruïneerde gebouwen.
En links om de hoek bij de oude waterput staat het standbeeld van een Spaanse dame met een waterkruik onder de arm en een waterkruik op het hoofd. 
We steken het lange plein over, en komen dan bij de dorpskerk op het tweede dorpsplein.
Bovenop de kerktoren zien we een ooievaarsnest.
Een klein keffertje van een hond keft onophoudelijk als hij ons naloopt over dit plein. De eigenaar van de hond krijgt het niet voor elkaar om het hondje stil en bij zich te krijgen.
Dan lopen we door naar het volgende dorpsplein, waar een standbeeld staat van een pelgrim in traditioneel tenue.
Tegenover het standbeeld is het gemeentehuis. Daar gaan we naar binnen, en vragen en krijgen we een gemeentestempel in onze pelgrimspaspoorten.
Vervolgens lopen we in dezelfde rechte lijn verder door het dorp, naar het vierde dorpspleintje, wandelend over de straat met de toepasselijke naam: Calle Camino de Santiago.
Eerst komen we langs een graffity-wand, die is bespoten met de afbeelding van een mijnwerker en een mijnwagonnetje.
Om de hoek, op het midden van het pleintje staat een kunstwerk van een mijnwerker bij een mijnwagon, en de plaquette eronder vermeldt dat dit kunstwerk een hommage is aan alle mijnwerkers die hier vroeger in de lokale mijnen hebben gewerkt.
Dan lopen we aan het eind van het pleintje de plaatselijke, geopende bar voorbij, omdat we straks in het volgende dorp pas koffie willen gaan drinken. 

Pril ochtendlicht en dreigende regenwolken
Nu volgt voorbij dit dorp een lange route over doorgaans brede paden het open veld in. 
Eerst komen we langs een erf, waar men een bonte verzameling van autokentekenplaten heeft bevestigd aan het ijzeren toegangshek.
Het is zojuist in het dorp heel licht gaan regenen, maar dat is zo weinig, dat je er nauwelijks nat van kunt worden, dus voor ons is het van geen betekenis. 
Ook buiten het dorp voelen we af en toe die hele lichte regendruppels, die uit de donkere regenluchten links van ons komen. En tegelijk schijnt de zon vanuit het oosten, waardoor de schaapskudde tegen de helling links van ons heel mooi in het prille ochtendlicht loopt, met daarboven het donkere contrast van de onheilspellende regenwolken.
Prachtig is ook het uitzicht over de verspreid staande kurkeiken tegen de hellingen, met daarboven die donkere lucht. 
Het brede steentjespad verandert eerst in een steenachtig pad, en daarna in een mooi karrenspoor, waarover we comfortabel voort kunnen gaan.
Op de plek waar een doorwaadbare plaats is in een bergbeekje liggen dikke repen natuursteen, die je bij een hogere waterstand zou kunnen gebruiken om droog over te gaan. Maar de bedding is nu droog, dus van die stenen hoeven we geen gebruik te maken.

Naar Fuente la Lancha
Het karrenspoor trekt een mooie slingerende lijn door het open veld, dat schitterend gekleurd is door de vele bloeiende planten.
Soms lopen we door een zee van blauw, en even later als het ware langs een deken van bonte kleuren van allerlei bloeiende planten.
Een in het zonlicht staande oude, grillige kurkeik langs het pad vormt een schilderachtig geheel met de donkere lucht op de achtergrond. Het is als lopen door een sprookjesachtig mooi landschap.
En dan krijgen we op een gegeven moment het volgende dorp in zicht. Om 9:30 uur arriveren we bij de rand van de bebouwde kom van Fuente la Lancha.
Met hele grote letters hoog voorin het dorp, wordt ons duidelijk gemaakt dat we deze plaats nu binnenwandelen.
Verrassend mooi in het dorp is de Plaza Andalucia, die ook rijkelijk is versierd met onder andere een muurschildering van drie oude mannetjes die leunend op hun stok met elkaar zitten te keuvelen op een bankje.
De fuente (fontein) staat droog, maar de grote letters met de dorpsnaam en de zitbankjes en de muurschildering maken alles met elkaar een mooi geheel, waar we toch ook even bij stilstaan, om te genieten van het feit dat deze dorpsbewoners met zoveel zorg iets moois maken van hun dorpspleintje.

Twee bars, maar geen koffie in Fuente la Lancha
Doorlopend naar het grote dorpsplein, komen we bij de dorpskerk. Daar is een vrouw bezig met straatwerkzaamheden. Een man staat bij haar te praten.
Bovenop de kerktoren zien we een ooievaarsnest, met daarop een ooievaar.
De kerk is dicht, dus we lopen door naar het gemeentehuis, waar we een gemeentestempel in onze pelgrimspaspoorten krijgen. 
Dan gaan we op zoek naar de twee bars van het dorp, die in onze wandelgids worden genoemd. De vrouw en de man vragend naar hoe we het beste naar die beide bars kunnen lopen, worden we snel ontnuchterd, want ze vertellen direct dat het in dit dorp niet mogelijk is om koffie te drinken. We zouden wel naar de bakker terug kunnen lopen, want die verkoop café frio, ofwel koude koffie. Maar daar zijn we niet naar op zoek, dus koffiedrinken hadden we achteraf gezien zojuist beter kunnen doen in de bar van Villanueva del Duque. Maar ja, dat hier geen bars open zijn, hadden we niet verwacht, dus vandaag krijgen we geen koffie onderweg.
Maar, niet getreurd, want net buiten het dorp is een kleine picknickplek, waar ook een metalen bord staat, waarop het vanaf hier nog 916 kilometer gaans is naar Santiago de Compostela.
We kiezen één van de bankjes, zoveel mogelijk uit de frisse wind en in de zon, en nemen plaats om hier iets van wat we meegenomen hebben te eten en te drinken. 
Geen koffie, maar zo hebben we het ook goed.
 
Door de vallei van de Río Guadamatilla 
Iets verderop moeten we enkele honderden meters langs de A-422 lopen, alvorens we die oversteken, om aan de andere kant een mooi breed karrenspoor op te gaan.
Ook dit veldpad is rijkelijk gedecoreerd met prachtig bloeiende planten links en rechts van het pad, en ook in het middendeel van het karrenspoor.
We lopen vandaag over een golvende hoogvlakte, waar we af en toe licht stijgen en dalen. Maar nu we de brede verkeersweg zijn overgestoken, moeten we een eind verder naar beneden, naar het dal van de rivier de Río Guadamatilla.
Waar het autoverkeer via een brug de rivier oversteekt, kruist onze camino de droge bedding van deze rivier. Slechts een heel klein stroompje water staat er nog, en daar kunnen wij gemakkelijk overheen. Anders hadden we even om kunnen lopen, en de brug voor de oversteek kunnen gebruiken.
Dan gaan we weer licht omhoog, het rivierdal uit.
Langs het pad zien we vaak mooie insecten (waaronder ook verschillende vlinders) rondvliegen rond de bloemen, en soms zitten ze ook op de bloemen.
 
Over de hoogvlakte naar de Capilla de Nuestra Señora de Guia
Als we een eind verderop weer boven op de hoogvlakte lopen, zien we een tractor onze kant op komen, die een aanhanger trekt met een vracht grote stropakken.
De tractor draait een eind vóór ons vanaf het karrenspoor een graanstoppelakker op, om daar zijn vracht te lossen.
De aanhanger wordt achteruit naar de hoge bult stro gereden, en met een hefmechanisme gaat één kant omhoog, en worden de horizontaal liggende strobalen in één grote stapel tegen het grote blok van de andere stropakken gezet. Met een heftruck wordt het dan nog aangedrukt om het stevig rechtop te zetten.
Zo worden de strobalen van een andere akker hier verzameld.
De route op deze golvende hoogvlakte wordt prima bewegwijzerd met een blauw bord, met daarop een gele Jacobsschelp met ook een gele caminopijl.
Als we weer terugkomen bij de A-422 is dat op de plek waar de Capilla de Nuestra Señora de Guia staat.
In de kapel zien we een mooie afbeelding van de patroonvrouwe Guia.
Verderop staat een gebouw dat de vorm heeft van een opengewerkte kerk, maar als ik naar binnen loop, zie ik dat het meer het karakter heeft van een overdekte picknickplek, met een hele grote barbecue op één kant in het gebouw.

Hinojosa del Duque in zicht
Hier steken we de A-422 wederom over, om dan een breed verhard pad te volgen langs de A-422. Een etappebord van de Camino Mozárabe de Santiago maakt duidelijk dat we hier de etappe lopen van Alcaracejos naar Hinojosa del Duque.
Dit brede pad is bedoeld om ons niet over de verkeersweg te laten lopen, maar ook om te voorkomen dat we over een bedrijventerrein gaan wandelen. Het pad van de camino gaat namelijk achter dit langgerekte bedrijventerrein langs.
Als we dat bedrijventerrein voorbij zijn, krijgen we de stad Hinojosa del Duque in zicht.
Heel karakteristiek is de dubbele kerk, die in wit en geel hoog boven alle bebouwing uitsteekt.
Over een volgend bedrijventerrein komen we bij een kleine rotonde, en gaan we de binnenstad in.
Rechts van ons zien we een beeldhouwwerk, waarbij uit een hele dikke boom de figuur van een vrouw is gehaald.
Als we de grote kerk passeren bij de rotonde, zien we dat er ooievaarsnesten op de kerk zitten. In één ervan zie je de volwassen ooievaar met een jonge ooievaar in het nest.
In een rechte lijn lopen we door naar de binnenstad. Onderweg komen we langs een postkantoor, waar we ons pelgrimeer-papierwerk van de afgelopen twee weken via de post terugsturen naar huis. 
We komen het plein van de kathedraal op bij het stadhuis.

Cathedral de la Sierra gewijd aan Johannes de Doper
Recht vóór ons zien we dat de kerkdeur van de kathedraal open staat, dus we lopen direct door naar binnen, om nog vóórdat de kathedraal sluit, dit mooie godshuis te gaan bezichtigen.
Binnen maken we een rondgang door deze 16e eeuwse kathedraal. 
Bij het koor aangekomen, ontmoeten we de pastoor, die van harte bereid is om het kathedraal-stempel in onze pelgrims-paspoorten te zetten. Hij nodigt ons daartoe mee naar de sacristie, waar we met de vriendelijke man een plezierig gesprek hebben over ons pelgrimeren.
Hij nodigt ons ook uit voor de mis van vanavond om 21:00 uur, maar hij doet dat met een glimlach, omdat hij zich realiseert – en dat ook benoemt – dat dat niet zo’n passende tijd is voor een pelgrim, die morgenochtend vroeg op moet, om morgen ruim dertig kilometer te lopen. Daarom wenst hij ons bij het afscheid met een warme handdruk Gods Zegen op de volgende etappes.
Wij vervolgen onze rondgang door de kathedraal, eerst langs het koor.
Dan zien we ook het prachtige plafond in het koor.
Links van het koor bewonderen we de mooie zijkapellen.
En tenslotte maken we nog een mooie foto van het schip van de kathedraal.

Voorbereiding van de lange etappe van morgen
Daarna gaan we naar buiten, waar we op het terras naast de kathedraal genieten van een heerlijke warme maaltijd. Dan hebben we dat vandaag alvast gehad.
Daarna gaan we op weg naar ons overnachtingsadres.
Onderweg halen we nog twee tassen vol boodschappen voor vanmiddag, vanavond, en voor morgen de hele dag, want morgen zullen we gedurende die ruim dertig kilometer onderweg niets kunnen kopen. Er zijn daar geen dorpen, geen winkels en geen horeca, dus we moeten alles meenemen voor onderweg, en ook nog wat reserve hebben bij aankomst in de volgende stad, voor het komende weekend van zaterdag (morgen) en zondag (overmorgen).
Even later arriveren we in de drukte van Hostal Restaurant El Cazador, waar we heel vlot een kamer krijgen toegewezen voor de komende nacht.
Rond het avonduur drinken we beneden in de bar een kop koffie, en in het hostal eten we vanavond brood.
Morgenochtend gaan we vroeg op, voor een lange, eenzame etappe van 32,4 kilometer. We hebben nog geen volgende overnachtingsplek gereserveerd, dus dat gaan we morgen bij aankomst nog wel regelen.

Geen opmerkingen: