dinsdag 17 augustus 2021

Pelgrimeren van Choisy au Bac naar Bethisy Saint Martin

Vrijdag 16 juli 2021
 

Thermen & amfitheater van de Ruines gallo-romaines de Champlieu










Pelgrimsroute van Maaseik (B) naar Parijs (F)
Le Chemin Estelle van Saint-Quentin (F) naar Parijs
Van Choisy au Bac naar Bethisy Saint Martin
Vrijdag 16 juli 2021 – 23,5 km.
Dag 18: 402,7 – 426,2 km

Een nieuwe pelgrimsdag
De wekker wekt ons om 6:00 uur in onze caravan op Camping l’Abbatiale in Saint-Leu d’Esserent. Na het ontbijt verlaten we de camping om 7:20 uur met onze auto.
Met deze auto rijden we naar Choisy au Bac, waar we vandaag onze pelgrimstocht richting Santiago de Compostela vervolgen bij het gemeentehuis van Choisy au Bac, waar we gisteren onze voorgaande etappe beëindigden.
Het is vanmorgen 17 graden Celsius en bewolkt. Onderweg met de auto van Saint–Leu-d’Esserent naar Choisy au Bac krijgen we te maken met lichte motregen. Als we arriveren in Choisy au Bac is het al droog, en dat blijft vandaag gelukkig zo. De zon zien we vandaag tijdens onze dagtocht echter niet. De temperatuur loopt vandaag op tot 21 graden Celsius. De wind waait vandaag aangenaam, dus het is bijzonder geschikt wandelweer.

Van Choisy au Bac naar Compiègne
Om 8:30 uur parkeren we onze auto op het parkeerplein tegenover de Mairie van Choisy au Bac. We lopen de straat in naar de warme bakker op de hoek, want hier gaat onze etappe vandaag verder. In zuidelijke richting lopen we het dorp direct al uit als we via de brug de rivier de Aisne oversteken.
Parallel aan de Aisne gaan we over een geasfalteerd fiets- en voetpad richting Compiègne.
Eerst moeten we het industriegebied door, maar al na enkele kilometers wandelen we het stadscentrum van Compiègne binnen. Door de tunnel van La Porte Chapelle – waarschijnlijk een kapel boven op het toegangspoortgebouw – lopen we het oude centrum binnen. Daar passeren we - nog vóór het grote stadsplein - het Château van de stad.

VVV en Sint-Jacobskerk
Voorbij een kerk komen we op een volgend – kleiner – stadsplein, dat prachtig is gedecoreerd met bloeiende planten. Daar is ook de VVV, waar we naar binnen gaan om een stempel voor onze pelgrimspaspoorten te halen. Als de medewerker van de VVV het stempel afdrukt, zit een jonge stagiaire van een universiteit er geïnteresseerd naar te kijken. Ze weet niet wat hier gebeurt, dus we leggen haar aan de hand van onze Europese routekaart op ons pelgrimspaspoort uit waarom wij hier een pelgrimsstempel komen halen.
Daarna drinken we koffie bij een brasserie aan het stadsplein. Binnen en op het terras lopend draag je een mondkapje, maar zodra je zit, mag het mondkapje af. Iedereen hier houdt zich keurig aan die regel. De bediening draagt ook een mondkapje.
Na de koffiepauze bezoeken we iets verderop de Eglise Saint-Jacques, aan de Place Saint-Jacques.

Deze Jacobuskerk van Compiègne is open, en binnen vinden we in het koor in een groot glas-in-lood-raam de beeltenis van Sint Jacob.
Nu is het tijd de stad te verlaten. In een rechte lijn wandelen we door enkele hoofdwegen de stad uit. Onderweg passeren we nog een gesloten kerk, met op de gevel de aanduiding dat naast deze kerk de toegang is tot de kerkrefugio van de plaatselijke ‘Vrienden van Sint Jacob’.
De zuidelijke rotonde van de Verenigde Naties vormt de overgang van stad naar bos.



Forêt de Compiègne
Vóór ons ligt nu een ongeveer twaalf kilometer lang bospad door het grote bosgebied ten zuiden van Compiègne. De eerste kilometers bospad worden gevormd door een asfaltweg waar geen gemotoriseerd verkeer mag komen. We gaan de stilte in en zien onderweg slechts drie dames, één met een hond en twee wielrensters.
Na ongeveer elke kilometer komen we op een kruispunt, waar een witte paal met verschillende wegwijzers staat. Bij de vijfde kruispuntrichtingwijzer – van Carrefour du Puits du Roi -  nemen we plaats op een bankje om er een broodje te eten. Een jong stel wandelt hier hand in hand één van de acht bospaden in.
Hoe verder we het bos in komen, hoe ruiger het pad wordt. Nadat we de D85 hebben gekruist, lopen we al niet meer over asfalt, maar over een tweesporig steenachtig bospad. Even later arriveren we bij de kruispuntrichtingwijzer van Carrefour de Champlieu.
Nu wordt het bospad smaller en onverhard, en nadat we al even gewend waren geraakt om heuveltje op en heuveltje af te lopen, gaat het pad nu behoorlijk steil omhoog. We moeten flink klimmen langs een rotsachtige boswand.
En zo komt er boven aan de heuvel een einde aan dit twaalf kilometer lange bospad, alsmaar rechtdoor door het Forêt de Compiègne. Bij de zogenoemde ‘Stèle du Camp des Chars d’Assaut’ komen we het uitgestrekte bosgebied uit. De stèle is echter weg gehaald, zien we hier.

Ruines gallo-romaines de Champlieu
Omdat we een eind geklommen hebben, krijgen we vanaf de uitgang van het bos direct al een prachtig uitzicht over de vóór ons liggende akkers.
We volgen La Chaussée Brunehaut. Links vóór ons zien we een gebouwencomplex, dat lijkt op een bunker.
Het blijkt hier te gaan om de ruïne van een fikse Gallisch-Romeinse nederzetting, vroeger bestaande uit een tempel, een amfitheater en de thermen, waar je in de ruïne nog de resten boven en onder het maaiveld van ziet. Durkje maakt een hoge rondgang om het hele amfitheater, en ik bezoek achter het amfitheater ondertussen de fundamenten van de thermen.
Daarna bezoeken we aan de voorkant, aan de overzijde van de doorgaande weg, ook nog de plek waar de tempel vroeger heeft gestaan.

Eglise de la Navité de Notre Dame van Champlieu
Op de T-kruising verderop kun je het gehucht Champlieu binnen wandelen, bestaande uit een grote boerenhoeve.
We gaan die weg echter niet in, maar bezoeken op deze kruising de ruïne van de Eglise de la Navité de Notre Dame.
Het is een hoog opgaand restant van een fikse kerk, die vroeger ook een Sint-Jacobskapel had.
Door de grote gaten in de ruïne heb je een prachtig uitzicht over de akkers in het oosten.
Het is een alleszins fotogenieke locatie.
De oude kerkmuren zijn deels overwoekerd met hoog opgeschoten planten.
De grote kerkzaal is nu een grasveld, en in een nis bij de voormalige toegangspoort zie ik een kaars staan.
Tussen de kerkruïne en de toegangsweg staat een oud wegkruis, met daaraan een beeld van de gekruisigde Jezus. Het is hier alleen maar stil in het weidse veld. Wel een heel bijzondere locatie overigens.

Gevarieerde paden naar Bethisy-Saint-Martin
We gaan La Chaussée Brunehaut weer op. Omdat het een heuvelkamweg is, hebben we naar beide zijden een prachtig uitzicht over de omliggende akkers. Eén van die akkers staat vol met zonnebloemen, waarvan vele nog in knop.
Als we een bosperceel bereiken, worden we door de routekaart geadviseerd niet de gevaarlijke doorgaande smalle asfaltweg te volgen, maar om een veldpad te nemen op de grens van bos en akkers.
Het begint als een breed veldpad, maar verderop wordt het al heel smal.
Even later is er eigenlijk geen sprake meer van een veldpad, maar van een overwoekerde smalle strook tussen bos en akker.
Wederom passeren we dan een veld met prachtige bloeiende zonnebloemen.
We schuiven langzaam door de hoge begroeiing, en kunnen overduidelijk zien dat dit pelgrimspad van de Chemin Estelle nauwelijks wordt bewandeld.
Op een gegeven moment gaat het veldpad verder in het bosperceel. Ineens is dan het bospad een breed hellingpad.
En - alsof we op één dag nog niet voldoende variatie hadden – nog weer een eindje verder verandert het bospad in een smalle holle weg.
Dit pad gaat nogal steil naar beneden, tot in het dorp waar we vandaag naar toe lopen: Bethisy-Saint-Martin. Daar gaat een snel stromend riviertje door het dorp.
Door de smalle dorpsstraten lopen we naar de spoorwegovergang, waar we gisteren onze huurauto hebben achtergelaten.

Voorbereiding en terugtocht
Als we willen instappen om te vertrekken, komt een enthousiaste vrouw op ons af met een hond. Ze vraagt of wij hier in de buurt vandaag hebben gewandeld. Ze houdt zelf ook van lange wandelingen, met de hond, elke dag, en zou ook graag ooit eens de lange tocht naar Santiago de Compostela lopen, maar met de hond is dat teveel van het goede, en bovendien ziet ze het niet zitten om de tocht alleen te gaan lopen.
Na dit gesprek stappen we in, en rijden we terug naar Choisy au Bac, om daar onze andere auto vandaan te halen.
Met beide auto’s rijden we dan naar Senlis, waar we de huurauto voor morgen achterlaten.
Tot slot rijden we dan weer terug naar onze camping in Saint-Leu d’Esserent.

Geen opmerkingen: