Pelgrimsroute van Sevilla (S) naar Santiago de Compostela (S)
Vía de la Plata van Sevilla naar Astorga
Van Fuenterroble de Salvatierra naar San Pedro de Rozados
Vrijdag 11 april 2025 – 27,8 km.
Dag 22: 454,9 – 482,7 km.
Spaanse Vía de la Plata
Vanuit het zuiden van Spanje lopen verschillende Spaanse pelgrimsroutes naar Santiago de Compostela.
Eén van die aanlooproutes die Durkje en ik in 2024 richting Santiago de Compostela al liepen, is de zogenoemde ‘Camino Mozárabe’, die begint in Almería, en dan ongeveer 630 kilometer noordwestelijker eindigt in Merída, waar de Camino Mozárabe aansluit op de ‘Vía de la Plata’, die bij Astorga in het noorden van Spanje aansluit op de Camino Franchés, richting Santiago de Compostela.
Durkje en ik hebben ervoor gekozen om dit jaar (2025) te beginnen met de Vía de la Plata, ook vanuit het zuiden van Spanje, en ook richting Santiago de Compostela. De ‘Vía de la Plata’ is de ongeveer 680 kilometer lange pelgrimstocht van Sevilla naar Astorga.
Vandaag lopen we daarvan onze 22e en daarmee voorlaatste etappe, over een afstand van 27,8 kilometer, van Fuenterroble de Salvatierra naar San Pedro de Rozados. We klimmen daarbij van ongeveer 950 naar 972 meter hoogte. We zitten nu dus bijna op een hoogte van één kilometer in de bergen.
Vertrek uit Albergue Parroquial Santa María in Fuenterroble de Salvatierra
Onze wekker gaat vanmorgen net niet af om 6:15 uur in de pelgrimsherberg Albergue Parroquial Santa María de Fuenterroble de Salvatierra in Fuenterroble de Salvatierra, omdat de meeste pelgrims in onze slaapzaal dan al wel wakker en in enkele gevallen al actief zijn.
Mijn linkervoet die gisteren zonder duidelijke aanleiding heel dik was, heeft me vannacht door aanhoudende pijn geplaagd door me uit de slaap te houden, en vanmorgen is het voor mij maar afwachten of het überhaupt mogelijk is om de hele dag te gaan wandelen, en dan ook nog een klim- en daaletappe van 27,8 kilometer. Wonder boven wonder kan ik vanmorgen pijnloos op mijn zere voet staan, en gaan we het er maar op wagen om de lange tocht toch wel te maken vandaag. Ik lijk trouwens wel een ‘Jappie Commando’, want gisteren een fikse tocht gemaakt, vannacht maar twee uren geslapen, en dan vandaag al weer een lange tocht van bijna 30 kilometer.
Voor zover ons bekend, waren er naast ons elf andere pelgrims die hier hebben overnacht, waaronder een fietser, de Italiaanse Rosanne, de Chinese Robert, de Britse Craig, de Franse Michel, een Amerikaans stel uit Seattle, een Italiaanse arts en een fysiotherapeut, en een Francaise. Gisteravond hebben we met zijn allen een warme maaltijd gehad in de met een houtkachel verwarmde eetzaal, waarbij de wielrenner zich overigens niet heeft laten zien. Verrassend was wel dat aan het eind van de maaltijd ook father Blas nog even langs kwam voor een praatje met ons, waarna hij met ons in gebed ging en aansluitend een lied voor ons zong. Daarna nog geklonken met een glas wijn, en toen was hij al weer weg.
Om 6:30 uur ontbijten we vanmorgen in de eetzaal van deze pelgrimsherberg als vroege ploeg van wat de Spaanse hospitalero voor ons heeft klaargezet in de eetkamer.
We doen onze vrijwillige bijdrage in de donativobox van deze donativo-herberg, en om 7:30 uur verlaten we de pelgrimsherberg van Fuenterroble de Salvatierra. Het is dan nog nagenoeg donker, want het is bewolkt. En het blijft vandaag bewolkt.
Er wordt regen voorspeld voor vandaag, en die is ook wel enkele malen gevallen, maar zo kort en zo licht dat onze kleding en rugzakken daar nagenoeg niet nat van konden worden.
Over de Romeinse weg bergopwaarts
Buiten het bergdorpje volgen we eerst nog een eindje een asfaltweg, maar al vrij snel daarna gaan we een heel open landschap in over een breed veldpad, voorheen de Romeinse weg.
Hier en daar is het pad toch nog wel zo nat, dat we af en toe even een bypass moeten belopen, of dat we gebruik kunnen maken van enkele stapstenen om droog over te steken.
Omdat het de voormalige Romeinse weg is, passeren we ook regelmatig weer een miliario, ofwel Romeinse mijlsteen. In de verte zien we de enorme windturbines op de Sierra de la Duena, waar we naar op weg zijn.
Nog eens weer gaan we met stapstenen droog over.
We hebben een heel eind terug al een gestage klim ingezet, en dat gaat nog heel lang door. Waar het open landschap overgaat in meer bebost gebied, zien we een groep zwarte varkens op de dehesa rondlopen.
Even is het nogal onduidelijk welke richting we moeten kiezen op een viersprong, maar als we op goed geluk eerst maar eens een meest kansrijke kant op lopen, zien we de eerste gele caminopijlen alweer langs het pad. Iemand heeft hier overigens met stukken natuursteen een caminopijl op het pad gelegd, en die helpt natuurlijk ons ook als bevestiging dat we in de goede richting lopen.
Vóór ons zien we een hoge rode aarden muur. Als we er langs lopen, zien we dat men hier een muur van aarde heeft opgeworpen om zo een klein stuwmeertje te creëren waarin het regenwater voor het vee wordt vastgehouden.
Verderop lopen we al weer op een uitgestrekte hoogvlakte, waar we tussen de weilanden door ook weer koeien zien op en langs ons pad.
Monte Gorde (1.053 meter)
Rond 9:30 uur wordt de klim toch iets steiler. De ondergrond van het pad waarop we lopen, is nogal rood van kleur.
Een kwartier later bereiken we de top van de Monte Gordo, met een hoogte van 1.053 meter. Vanaf hier hebben we al een mooie vergezicht vóór ons.
Dan komen we op een punt waar de gele caminopijlen twee verschillende kanten op wijzen. De Chinese pelgrim Robert, die een eindje met ons meeloopt, komt erbij, en dan kijken we met zijn drieën even wat we nu moeten doen. Rechtsaf blijkt een route te zijn via Pedrosillo, hetgeen een iets kortere route oplevert, en bovendien onderlangs gaat in plaats van hoog te klimmen.
De route linksaf zegt richting San Pedro de Rozados te gaan, de originele route, en die gaat verder als forse klim. Die originele route van de Vía de Plata kiezen we, en dan lopen we achter elkaar verder bergopwaarts.
Sierra de la Duena (1.170 meter)
Op grote hoogte staat eigenlijk al niet veel meer dan grijs-achtige bomen en struiken.
Uiteindelijk moeten we alsmaar hoger en hoger, totdat we na een hele lange klim boven op een bergrug staan van de Sierra de la Duena.
Bijna op de top, als we even om ons heen staan te kijken, worden we ingehaald door de Franse pelgrim Michel.
Het uitzicht vanaf dit hoge punt van zo’n 1.170 meter hoogte is natuurlijk fenomenaal.
De grote draaiende windturbines boven op de bergrug maken het geheel nog indrukwekkender. Alle bouwmateriaal daartoe is wellicht met helicopters naar boven getransporteerd.
De lange DSA-204
Na de Duena volgt een nogal steile, maar niet gevaarlijke, afdaling. Stap voor stap gaan we naar beneden, totdat we bij een asfaltweg uitkomen. Die gaan we op.
We hebben nu zo ongeveer de helft van deze etappe gelopen, dus we besluiten een geschikte koffieplek te zoeken. Die vinden we op een dikke boomstam bij de ingang van de Dehesa de Duena. Hier houden we onze koffiepauze.
Ondertussen komt de Chinese pelgrim Robert voorbijwandelen.
Na deze koffiepauze gaan we de recent opnieuw geasfalteerde DSA-204 weer op. Daarmee volgt een lange tocht over asfalt. Onderweg passeren we de Chinese pelgrim Robert, die daar op zijn beurt zit te pauzeren.
In een afdaling zien we beneden in het dal de beek Arroy de Mendigos en het buurtschap Calzadilla de Mendigos liggen.
We steken via de nieuwe brug deze beek over, en zien dan hoe mooi de Arroy de Mendigos hier door het landschap meandert.
Het buurtschap Calzadilla de Mendigos wordt bepaald door een grote boerenhoeve, maar erachter staat ook nog een restant van een vroeger bouwwerk, nu niet meer dan een ruïne.
Vanuit het dal gaat het dan weer een heel eind bergopwaarts.
Bij de oprit van het buurtschap Bernoy lijkt er een eind te komen aan de kilometers lange wandeltocht op de DSA-204. Hier staat een aankondiging van de camino-afslag die enkele honderden meters gaat volgen.
Nog even iets bijzonders: er ligt een dode uil langs de weg; dat zien we niet zo vaak.
Onverhard omhoog naar San Pedro de Rozados
We verlaten het asfalt en gaan dan de onverharde weg op, een karrenspoor.
Dan volgt nog een lange klim de berg op, om straks San Pedro de Rozados te bereiken.
Om 13:45 uur gaan we over de heuvelrug heen.
Dan krijgen we pas heel goed het dorp San Pedro de Rozados in zicht. Nu hoeven wel alleen nog maar bergafwaarts te lopen, om dan om 13:55 uur de stille bebouwde kom van San Pedro de Rozados binnen te wandelen.
Daar passeren we overigens ook nog de restanten van een oude waterput.
We wandelen het dorp binnen, en zoeken en vinden al vlot de herberg met de naam Albergue Mari Carmen, waar we vannacht gaan overnachten.
Daar is niemand om ons in te checken, dus de Franse pelgrim Michel die als eerste hier is gearriveerd, wijst ons de weg in de herberg.
Daarna gaan we douchen en lunchen we in de nogal eenvoudige herberg; maar er is wel een warme douche, weliswaar met een gebruiksaanwijzing.
Evenals gisteren hebben we ook vandaag volop de tijd voor de vastlegging van de door ons gemaakte foto’s, en voor onze verslaglegging via Polarsteps, en voor mijn weblog.
Gaandeweg de middag komen ook de Britse pelgrim Craig en de Italiaanse pelgrim Rosanne de herberg binnen. We maken hen wegwijs, wisselen de wederzijds bekend zijnde informatie uit over praktische zaken zoals inchecken, warm douchen, boodschappen halen in het dorpswinkeltje en avondeten in het dorpsrestaurant.
Vanavond gaan we met elkaar uit eten in dat dorpsrestaurant, en morgen volgt voor ons beiden dan de laatste etappe, op weg naar Salamanca.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten