dinsdag 11 juni 2024

Pelgrimeren van Trujillanos naar Mérida

Pelgrimsroute van Almería (S) naar Santiago de Compostela (S)
Camino Mozárabe van Almería naar Mérida
Van Trujillanos naar Mérida
Zaterdag 25 mei 2024 – 10,0 km.
Dag 30: 617,0 – 627,0 km.
 
Aankomst bij de kathedraal van Mérida; einde van de Camino Mozárabe
























Spaanse Camino Mozárabe
Vanuit het zuiden van Spanje lopen verschillende Spaanse pelgrimsroutes naar Santiago de Compostela.
Eén van die aanlooproutes naar Santiago de Compostela is de zogenoemde ‘Camino Mozárabe’, die begint in Almería, en dan ongeveer 630 kilometer noordwestelijker eindigt in Merída, waar de Camino Mozárabe aansluit op de Via de Plata, die bij Astorga in het noorden van Spanje aansluit op de Camino Franchés, richting Santiago de Compostela.
Durkje en ik hebben ervoor gekozen om vanuit het zuiden van Spanje te gaan pelgrimeren op deze Camino Mozárabe.
Vandaag lopen we daarvan onze 30e – en daarmee laatste - etappe, over een afstand van 10,0 kilometer, van Trujillanos naar Mérida. We dalen daarbij van ongeveer 255 naar 215 meter hoogte.

Vertrek uit de Cornalvo-herberg
Om 7:00 uur gaat onze wekker af in de toeristische herberg ‘Albergue Turístic Cornalvo’ in Trujillanos, waar wij vannacht hebben overnacht. Vannacht sliepen er geen andere pelgrims in deze herberg.
Wel werden we even na middernacht wakker van het vuurwerk dat verderop in het dorp werd afgestoken. Daar is het dorpsfeest vandaag begonnen, met kermis en een feesttent, met muziek en dansen. En dat feest gaat hoorbaar tot in elk geval na 4:00 uur in de ochtend door, dus het is vast en zeker een gezellig feest voor de Spanjaarden. Wij hebben daar in de slaapzaal in onze bungalow overigens geen last van gehad.
Na het ontbijt verlaten we om 8:20 uur onze overnachtingslocatie.
Onze sleutels hadden we na het afsluiten van de gebouwen en de toegangspoort van de herberg in de brievenbus naast de deur van het toegangshek kunnen gooien, maar de beheerder van het park is ook al wakker en met zijn hondje Simba buiten. Als hij ons in de richting van de poort ziet gaan, doet hij voor ons het toegangshek alvast open, en kunnen we hem de sleutels overhandigen, waarna we afscheid van deze vriendelijke Spanjaard nemen.
Dan gaan we het – nu stille - dorp in en door. 

Door en voorbij Trujillanos
Als we voorbij de centrumrotonde zijn, zien we verderop achter ons een vrouw met een rugzak lopen. Wellicht is dat een pelgrim, maar die hebben we gedurende de rest van de dag niet weer gezien of ontmoet. Kennelijk liep ze voortdurend een eind achter ons. 
We lopen langs een muur met een afbeelding in graffity.
Daarna komen we bij de dorpskerk, die helaas gesloten is.
Wel zitten er ook hier ooievaars op een nest, boven op de kerktoren.
Op een cortex-kunstwerk naast de kerkmuur staat dat het vanaf hier nog 772 kilometer is naar Santiago de Compostela.
Bij de grote rotonde van de uitvalsweg van Trujillanos verlaten we het dorp.
Dan gaan we via het viaduct over de A-5, en daarmee laten we Trujillanos achter ons.

Over veldpaden naar Mérida
Het is mooi dat we vandaag niet parallel aan de drukke autoweg A-5 hoeven te lopen. Integendeel, we gaan aan de overzijde van de A-5 een mooi gravelpad op, dat ons door een heuvelachtig landschap eerst tussen olijfgaarden door voert. 
Enkele minuten later ontmoeten we een Spaanse boer, die met een tractor in de olijfgaard staat. Hij is bezig om aarde te zeven. Als we voorbij komen, groet hij ons enthousiast, en vraagt of wij pelgrims van Santiago zijn. Als we daarop bevestigend antwoorden, vindt hij dat prachtig, en is ook van harte bereid om even met mij bij zijn tractor op de foto te gaan. 
Hij wenst ons met een hartelijke handdruk nog een goede pelgrimstocht.
Om 9:15 uur – als we over de top van een heuvel gaan – krijgen we Mérida in zicht.
Nu hoeven we alleen nog maar het brede veldpad door de dalen en over de toppen van de heuvels te  vervolgen om zonder verdere afslagen naar Merida de lopen.
Rond 10:00 uur wandelen we de bebouwde kom van Mérida binnen. 
We hebben dan nog wel enkele kilometers te gaan, maar de wegwijzers wijzen ons prima de weg door de stad.

Happy de stad van de monumenten in
Aan de rand van de stad komen we langs de van oorsprong 15e eeuwse Ermita de Nuestra Señora de Antigua, het godshuis dat na allerlei veranderingen en gebruiksdoelen, na de laatste restauratie weer als kerkgebouw in gebruik is.
Op een vuilcontainer heeft iemand de tekst ‘happy’ in graffity gespoten. Dat is ook wel zo’n beetje representatief voor ons gevoel nu wij na bijna 630 kilometer de plaats van onze bestemming van deze pelgrimage binnenwandelen.
Op een hele lange muur is met grote letters de naam Camino Mozárabe geschilderd, met pijlen erbij, om de pelgrims erop te wijzen dat deze pelgrimsroute hier alsmaar rechtdoor langs de brede toegangsweg de stad in gaat.
Het begint al warm te worden, en de temperatuur gaat vandaag wel over de 30 graden Celsius, maar omdat we mooi vroeg van start zijn gegaan, en we maar zo’n tien kilometer hoeven te lopen, en we hier in de schaduw van gebouwen en muren kunnen lopen, is dit vandaag een gemakkelijke etappe om te lopen.

Tekenen van Romeinen in Mérida
Links van de weg zien we in het voorbijgaan het enorm uitgestrekte Romeinse Circo, van eeuwen geleden. Alleen ruïnes resteren, maar het Circo is wel indrukwekkend groot. 
Aan de andere kant van de weg passeren we de restanten van wat ooit een heel groot aquaduct is geweest, het Acueducto San Lázaro. 
Bovenop één van de hoge pijlers van het antieke aquaduct hebben ooievaars een groot nest gebouwd, dat door hen ook wordt gebruikt. Ooievaars staan nu bovenop het nest.
Links zijn we dan aan het eind gekomen van het langgerekte Romeinse Circo.
Een eind verderop komen we bij de Basilica de Santa Eulalia. Aanvankelijk is deze gebouwd als Romeinse tempel voor de god Mars, maar eeuwen later in de 17e eeuw  in gebruik genomen als de kapel van Sint Eulalia, de patroonheilige van de stad Mérida.
Dit is de locatie waar we linksaf gaan, de binnenstad in.

Romeins festival in Mérida
Dan krijgen we al heel snel te maken met de eerste tekenen van het Romeinse festival dat in dit weekend wordt georganiseerd in Mérida.
Na het feest van de Dag van het Kruis in Granada en daarna het Festival van de Patio’s in Córdoba, vallen Durkje en ik wel heel toevallige deze keer in Mérida in de prijzen met het Romeins festival.
Na de dertig etappes van ons pelgrimspad hebben we hier een rustdag gepland, maar dat wordt tegelijk dus ook een feestdag. Daar gaan we van genieten.
De naam van dit Romeins festival is ‘Emerita Ivdica’, dat verwijst naar het antieke, ofwel oude Mérida, in dit geval het antieke Romeinse Mérida.
We lopen de hele lange straat van Santa Eulalia uit, en komen dan op het grote stadsplein van Mérida, de Plaza de España. 
Links van dit plein staat het Palacio de la China, met er bovenop Chinees porselein.

Aankomst bij de kathedraal van Mérida
En rechts vóór ons staat de kathedraal van Mérida.
Tijdens de periode van de Moorse overheersing in Spanje, viel deze kerk in het jaar 1230 al weer in handen van de christenen, en al enkele jaren vóór het eind van de Reconquista werd begonnen om van deze vroegere kapel een christelijke kerk te maken, de hoofdkerk van Mérida, die later het predikaat kathedraal van Mérida kreeg.
We kunnen er helaas niet naar binnen, want deze kathedraal is eigenlijk alleen maar open tijdens de mis.
Dat is jammer, dus we maken maar even een half rondje om de kerk, naar het standbeeld van de Romeinse soldaat die de onderkant van zijn voet bestudeert.
Deze kathedraal is op afstand herkenbaar aan haar witte toren.
In de gevel zie ik een gevelsteen, met enkele afbeeldingen, die lijken op een zwaardkruis met Jacobsschelpen.
 
Emerita Ivdica
Vanaf dit stadsplein lopen we naar het kasteel van de stad, de Alcazaba van Mérida. Daar hangt een Romeins beeldhouwwerk aan een muur. 
We komen dan bij één van de permanente  locaties van het Romeins festival, tegen de kasteelmuur, waar een Romeins kampement is gebouwd.
Een Romeinse soldaat houdt de wacht bij de ingang van het Romeinse kamp.
Velen willen graag even op de foto met deze Romeinse wachter, die dat gewillig toestaat aan een ieder die daarom vraagt.
In het kamp is een Romeinse smit aan het werk, die aan kinderen uitlegt en laat zien hoe je ijzer smeedt.
In de hoek naast een soldatentent staat een wapenschild.
Durkje en ik maken een rondgang langs de verschillende tafels in dit Romeinse kampement.
Verderop zie ik – zoals overal in de stad – mensen in de Alcazaba, die uitleg krijgen over het kasteel van Mérida.
In het kampement is van alles te zien over onder andere eten en drinken, sieraden, munten, een harem, wapens en gevechtskleding van Romeinse soldaten.

Op de Puente Romana over de Río Guadiana
Dan lopen we door naar de rivier, die wordt overspannen door de Romeinse boogbrug.
Dit is de Puente Romana over de Río Guadiana.
We maken een wandeling over deze antieke Romeinse boogbrug, uit de periode van keizer Augustus, die mede de basis heeft gelegd in het jaar 25 vóór Christus voor de stichting van deze stad Mérida, die mede door het belang van deze imposante boogbrug indertijd één van de belangrijkste Romeinse steden is geworden.
We maken een wandeling heen en weer over de rivier, over deze lange stenen boogbrug.
Langs een vervaarlijk uitziende Romeinse soldaat komen we dan weer terug in de stad.
Op diverse plekken in de stad vind je tekenen van invloed van de Romeinse tijd.
Inmiddels hebben we van onze overnachtingslocatie op de afgesproken tijd van 12:00 uur de toegangscode geappt gekregen, dus nu gaan we langs de fonteinen bij de Alcazaba de binnenstad weer in, op weg naar ons appartement voor twee nachten.

Naar Apartementos Cibeles
Onderweg door de binnenstad – ook op zoek naar een geschikte plek om even iets te eten en te drinken – komen we langs de Templo Diana, de ruïne van de Romeinse tempel voor de godin Diana, waar op dit moment een voorstelling is in het kader van het Romeins festival. 
Verderop moeten we even de smalle stoep op, want er komt ons een legertje vervaarlijk uitziende Romeinse soldaten marcherend tegemoet.
Dan vinden we in een tweede poging een plek waar we iets kunnen drinken èn eten.
Gevoed en gelaafd komen we dan rond 13:00 uur aan bij ons appartement, waar we tot en met maandagochtend zullen verblijven.
Voorbij de toegangscode worden we binnen hartelijk ontvangen door een oudere medewerker van het appartementencomplex, die ons direct enthousiast vertelt over de inmiddels tien camino’s die hij al heeft gelopen. Leuk om zo aan te komen na die 30 etappes op de Camino Mozárabe.
Als we boven in ons appartement komen, verwonderen we ons over hoe groot en hoe mooi dit appartement is. 
Een grote slaapkamer, met een keuken, en erachter een grote badkamer is voor ons als pelgrims wel heel erg luxe, maar kennelijk welverdiend.
Daar komt nog bij dat we al heel snel in de gaten krijgen dat dit appartementencomplex grondig is gerenoveerd, en daarmee geheel nieuw is. 
Waarschijnlijk zijn wij de eerste gasten in dit appartement, want alles binnen is splinternieuw, en onmiskenbaar nog nooit eerder gebruikt. Wat een luxe voor een pelgrim.
We hebben een kamer boven met uitslaande deuren, en een royaal balkon, met uitzicht op een terrein met restanten uit de Romeinse tijd.

Jong en oud in Romeinse kledij op straat
Links is het enorme gebied van het buitengewoon grote Romeinse theater, vóór ons dus die opgraving, rechts van ons het voetbalstadion, en achter ons de stierenvechterarena. We zitten dus op een bijzondere locatie van verleden en heden.
Vanuit ons appartement en vanaf ons balkon zien we bijna voortdurend Spanjaarden rondlopen in Romeinse kledij, want dat is voor de stedelingen van Mérida – jong en oud - te doen gebruikelijk tijdens deze festivaldagen. Dat schept een bijzondere, mooie sfeer in de stad.
Vanavond zitten we om de hoek op het mooie terras onder de bloeiende palissanderbomen van Restaurante La Longa, waar we een heerlijke maaltijd geserveerd krijgen.
Als met al kunnen we stellen dat we na deze bijzondere pelgrimage van enkele weken op een wel heel aangename wijze deze pelgrimstocht afsluiten in een feestende stad. Dat past heel goed bij ons gevoel van aankomen in de plaats van onze bestemming.
 

Terugblik op deze Camino Mozárabe (2024)
We hebben hiermee de Camino Mozárabe afgerond.
  • Dat zouden we aanvankelijk gaan doen in 29 etappes, maar omdat we er geen genoeg van kregen, hebben we de laatste twee etappes verdeeld over drie dagen. Daarmee hebben we deze camino dus niet in de geplande 29 dagen, maar in 30 dagen volbracht.
  • De in mijn verslagen vermelde afstanden van de afzonderlijke etappes heb ik berekend door het gemiddelde te nemen van de Britse en de Duitse en de Franse pelgrimsgidsen van de Camino Mozárabe. Het totaal van al die gemiddelden van de 30 etappes komt op een totale afstand van 627 kilometer.
  • Dat komt bij 30 etappes neer op gemiddeld zo’n 21 kilometers per etappe.
  • De kortste etappe daarvan liepen we vandaag met de tien kilometers, en de langste etappe die we hebben gelopen, was 32,4 kilometer.
  • We hebben slechts één dag gehad met heel erg koud weer, met aanhoudend fikse regen, en een gure, harde wind, op de bijna langste etappe van deze pelgrimage, op grote hoogte over de bergen van de Sierra Nevada. 
  • Maar voor de rest van de wandeldagen hebben we prima wandelweer gehad, die niet al te koud waren, maar ook niet uitzonderlijk heet. 
  • ’s Morgens was het nog wel eens fris met temperaturen van ver beneden de tien graden, maar dat kwam ook omdat we dan heel vroeg begonnen, tijdens zonsopgang; en in de middaguren is het wel eens heet geweest, met temperaturen boven de dertig graden Celsius, maar omdat we juist op die dagen vroeg aanvingen, waren we doorgaans al tijdig binnen in onze overnachtingslocaties, voordat die maximumtemperaturen werden bereikt.
  • We hebben overnacht in herbergen van de pelgrimsvereniging, maar ook in pelgrimsherbergen van gemeenten, éenmaal in een slaapzaal van een recreatieparkbungalow, en éénmaal in een refugio in een sporthal. Tweemaal hebben we overnacht in een kamer van een particuliere gastvrouw, en daarnaast vonden we soms een overnachtingsplek in wat ze hier in Spanje een hostal noemen, zeg maar kleine hotelletjes in grotere en ook kleinere plaatsen. 
  • Heerlijk is het om als pelgrim bij aankomst en tijdens je verblijf te genieten van de gastvrijheid die Spanjaarden aan pelgrims bieden.
  • We hebben in onze overnachtingslocaties zelf eten gekookt, maar zijn ook uit eten geweest, en enkele malen hebben onze gastvrouwen of gastheren voor ons gekookt.
  • Wat was het comfortabel dat we met behulp van onze Britse, Duitse en Franse pelgrimsgidsen deze pelgrimsroute zonder dolen & dwalen hebben kunnen lopen, daarbij gebruik makend van de meestal voortreffelijke bewegwijzering in het veld. Als het even mis leek te gaan, was er in elk geval ook nog de gps-route in de digitale systemen van Organic Maps en Gronze; en zeker zo vaak was er in bewoonde gebieden bijna altijd wel een Spanjaard op straat, die ons – bij zichtbare weifel & twijfel – vriendelijk en helpend de goede weg wees. Op zulke momenten moest ik dan wel eens denken aan de Friestalige spreuk, die vroeger in de Leeuwarder ontvangsthal van onze Christelijke Hogeschool Noord-Nederland hing, met de wijze bewoording: “Allinne wa’t fan de wei wit, kin in oar paedwize”. 
  • Buitengewoon is de ondersteuning die door het pelgrimsgenootschap van Andalucia wordt geboden aan pelgrims die – zoals wij – in Almería van start gaan. Heel bijzonder was de ontvangst in Almería van Nely, die ons meenam naar de avondmis in de kathedraal van Almería, en ervoor zorgde dat we met een pelgrimszegen van de dienstdoende priester mochten vertrekken. En daarna waren de contacten met de vrijwilligers van dat pelgrimsgenootschap bijzonder helpend voor ons, waarbij we dankzeggen aan Nely, Eliane, Paco en Mercedes.
  • Er waren herbergen bij die met het donativo-systeem werken, waarbij je zelf bepaalt hoeveel je betaalt om alle kosten te vergoeden die herbergen voor jou maken, en we hebben enkele malen gebruik gemaakt van Booking.com, die met commerciële prijzen werkt, en daarnaast werd ons in bijvoorbeeld hostals wel eens een pelgrimsreductie gegeven, waarbij aangetekend dat je dan niet altijd de mooiste en grootste hostalkamer kreeg, soms zonder enig uitzicht naar buiten.
  • Verder was het in een aantal gevallen mogelijk om gebruik te maken van een aanwezige wasmachine. Op zulke dagen werden dan niet alleen de noodzakelijke kledingstukken gewassen, maar konden we ook de grotere stukken zoals wandelbroeken, nachtkleding en truien meewassen.
  • Opmerkelijk en toevallig was het overigens dat we bij aankomst in Granada in het feest van het kruis ‘Día del Cruze’ terecht kwamen, en in Córdoba waren tijdens het festival van de Patio’s, en we nu in Mérida precies tijdens de dagen van het Romeins festival zijn. Het lijkt hier dus wel altijd en overal feest te zijn.
  • Het was mooi om te zien hoe snel Durkje elke dag haar Polarstep (miniblog) had aangemaakt als kort dagverslag met een selectie van onze mooie foto’s van de dag, en om daarna dan te zien met hoeveel aangename vragen en reacties van haar lezers/volgers we dan aan het eind van zo’n dag een dergelijke pelgrimsdag konden afsluiten. 
  • Dankbaar zijn we voor alle goede zorgen vanuit ons thuisfront, voor alle hulp en bemoediging die we van onze familie en vrienden hebben mogen ontvangen toen wij onderweg waren. Dat heeft ons goed gedaan, en bijzonder geholpen om dit mogelijk te maken. 
  • Tijdens zo’n wekenlange pelgrimage zijn er ook enkele malen momenten geweest dat we graag even in Nederland waren geweest om onze geliefden in onze armen te sluiten bij de nogal uiteenlopende spannende en feestelijke momenten die ertoe doen in ons leven. Gelukkig is er dan nog wel de smartphone, waarmee je in beeld en geluid de ups en downs van elkaars wel en wee kunt delen. 
  • Dan is het ook fijn dat we direct al met Durkje haar Polarsteps, en later als we thuis zijn ook met mijn blogs al die volgers en weldoeners iets terug te geven van onze ervaringen in woord en in beeld.
  • Verder, tot slot – want er is nog zoveel meer om op terug te blikken – ervaren we het als een geschenk dat wij gezegend zijn met zoveel vitaliteit om zo’n lange pelgrimstocht met rugzakken van rond de 10-13 kilo op je rug te kunnen lopen, en dat zonder ongelukken of ziektes te mogen volbrengen. Dat beschouwen we als een grote zegen, en daar zijn wij beslist heel dankbaar voor.

Geen opmerkingen: