Zaterdag 17 juli 2021
Bij de kathedraal van Senlis
Pelgrimsroute van Maaseik (B) naar
Parijs (F)
Le Chemin Estelle van Saint-Quentin (F) naar Parijs
Van Bethisy-Saint-Martin naar Senlis
Zaterdag 17 juli 2021 – 24,3 km.
Dag 19: 426,2 – 450,5 km
Mooi wandelweer
De wekker wekt ons om 6:00 uur in onze caravan op Camping l’Abbatiale in Saint-Leu
d’Esserent. Na het ontbijt verlaten we de camping om 7:20 uur met onze auto.
Met de auto rijden we naar Bethisy-Saint- Martin, waar we vandaag onze
pelgrimstocht richting Santiago de Compostela vervolgen bij de spoorwegovergang
van Bethisy-Saint-Martin, waar we gisteren onze voorgaande etappe beëindigden.
Het is vanmorgen fris, met nog maar 14 graden Celsius, en lichtbewolkt. Het is droog,
en dat blijft zo vandaag. De zon zien we later vandaag wel, en de temperatuur loopt
vandaag op tot 21 graden Celsius tijdens onze etappe, en later loopt de
temperatuur nog hoger op, tot ongeveer 25 graden Celsius. De wind waait nauwelijks. We hebben vandaag
prachtig wandelweer.
Van Bethesy-Saint-Martin naar Néry
Om 8:00 uur parkeren we onze auto op het parkeerplein naast de spoorlijn in
Bethisy-Saint-Martin. We steken de spoorlijn over en wandelen naar de
dorpskerk, die gesloten is. Door een kier tussen de beide deuren kunnen we iets
gewaar worden van het interieur van deze kerk.
Voorbij de kerk volgen we niet de weg met de haarspeldbochten naar boven, maar
volgen we de aangegeven wandelroute over het smalle pad naar boven. Een fikse
klim zo aan het begin van de dag.
Hiermee wandelen we Bethisiy-Saint-Martin uit. Verderop volgen we een klein
stukje de D25. Al snel moeten we die echter verlaten, omdat de route verder
gaat over een smal geasfalteerd landweggetje door het open veld. Volgens onze
wandelgids zouden we op deze hoogte bij helder weer al de toren van de
kathedraal van Senlis moeten kunnen zien, maar die vlieger gaat vandaag niet
op, want daarvoor is het vanmorgen nog te mistig over het veld.
We naderen de plaats Néry, maar wandelen niet door Néry. Wel komen we langs La
Ferme du Feu; een grote ommuurde boerenhoeve, met op de binnenplaats een
torengebouw en een hoge stenen schuur. Ook de gevel aan de voorkant laat iets
zien van de ouderdom van deze boerenhoeve.
Bij het wegkruis La Croix de Ladre steken we de D113 over, en dan laten we Néry
achter ons.
Van Néry naar Raray
We lopen tussen de akkers door het dorp Néry voorbij. Een boer is bezig machinaal
het loof op een aardappelveld te besproeien. Voorbij zijn stuk land verlaten we
het veldpad en gaan we het brede veldpad van de Chaussée Brunehaut weer op.
Gisteren liepen we een eind noordelijker ook al op deze weg.
Nu volgt een traject van ruim elf kilometer over de Chaussée Brunehaut, alsmaar
rechtdoor over een brede halfverharde weg tussen de akkers, en op enige hoogte,
zodat we ruim uitzicht over het landschap hebben naar beide zijden van het pad.
Na enkele kilometers naderen we het viaduct van de TGV-spoorlijn tussen Parijs
en Lille.
Op enige afstand hadden we de TGV-trein al over het verdiept in het landschap
liggende spoor zien rijden. Met een beetje geluk zouden we vanaf het viaduct
wellicht nog zo’n snelle trein voorbij kunnen zien komen. We wachten even op
het spoorviaduct, maar er komt geen trein. We gaan verder en zeggen tegen
elkaar dat je straks vast honderd meter verderop bent als een volgende
TGV-trein passeert. En dat is precies wat er gebeurt. We horen en zien hem door
het landschap zoeven.
Even later komt het dorpje Raray in zicht. We zien het eerste huis van Raray in
de verte, maar ook hier gaan we het dorp niet in. Wel passeren we de golfbaan
van Raray, gelegen tussen het dorp en de Chaussée Brunehaut.
Over de eeuwenoude Chaussée Brunehaut
naar de eigentijdse A1
Even voorbij Raray zien we in de verte mensen staan op de Chaussée
Brunehaut. Zouden we dan vandaag de eerste mede-pelgrims ontmoeten?
Naarmate we dichterbij komen, zien we dat het er veel meer dan twee zijn. Het
gaat om een groep van zo’n tien dames, die met een gids op stap zijn op de
Chaussée Brunehaut.
Na deze ontmoeting zetten wij de pas er weer in, en de groep volgt ons in een lager tempo.
We weten dat we nu de autosnelweg A1 van Lille naar Parijs gaan naderen, en dat horen we ook aan het langzamerhand aanzwellen van het geluid van voorbijrazende auto’s.
Nabij Barbery komen we bij de A1. Daar passeren we een water-overstort, waar het neervallende water uit het achterliggende heuvelgebied het water van het wegstromende riviertje voedt.
Direct daarna gaan we stijgend parallel langs de A1 naar het hoge viaduct over de A1. Boven gekomen, steken we de drukke A1 over.
Pauzeren in Balagny-sur-Aunette
Op onze wandelkaart kun je zien dat er enkele kleine knikjes zitten in onze wandelroute vóór en na de A1. Duidelijk is dat de A1 (Autoroute du Nord) de rechte lijn van de Chaussée Brunehaut onderbreekt. Dat blijkt zo te zijn, want aan de overzijde van de A1 gaat de weg naar Balagny-sur-Aunette inderdaad verder onder de wegnaam ‘Chaussée Brunehaut’.
In het dorpscentrum van Balagny-sur-Aunette nemen we een broodjespauze nabij de oude waterput en naast de dorpskerk.
Na deze ochtendpauze gaan we middels een afdaling naar de voormalige watermolen (Moulin) het dorp uit. We steken het riviertje bij de ‘moulin’ over, en dan gaat de route heuvelopwaarts naar het open veld.
Koffie en een fietspelgrim in Chamant
Op het moment dat we langs een asfaltweg hoog in het open veld lopen, zien we in de verte enkele kilometers verder links de toren van de kathedraal van Senlis, en rechts enkele kilometers dichterbij de kerktoren van Chamant.
We hebben vandaag nog ongeveer vier kilometer te gaan.
Na enige tijd lopen we de plaats Chamant binnen.
Als we de D932a op gaan, zien we een restaurant aan de overzijde. Het terras achter het restaurant is open, dus daar drinken we een kop koffie.
Na deze koffiepauze gaan we langs de D932a richting Senlis. Een Duitse jongeman op de fiets stopt naast ons en vraagt of zijn conclusie juist is, dat wij als pelgrims onderweg zijn richting Santiago de Compostela. Even later komt een tweede fietser erbij. Dat blijkt een Duitse fietspelgrim te zijn, die vanuit Aken op de fiets onderweg is naar Saint-Jean-Pied-de-Port. Daar wil hij dan zijn fiets terug laten transporteren naar huis, waarna hij de Pyreneeën over gaat lopen, om dan via de Camino Franchés zijn pelgrimstocht wandelend te volbrengen naar Santiago de Compostela. Zijn jongere metgezel vertelt dat hij de (fiets)pelgrim tot en met Parijs begeleidt. Daar wordt hij afgehaald en mee teruggenomen naar Duitsland. Bij ons afscheid wensen we elkaar een ‘buen camino!’.
Geen pelgrimsstempel voor de pelgrims in Senlis
Wij wandelen verder richting Senlis, door het buurtschap Le Poteau.
Na het oversteken van de drukke autoweg D1330 gaan we in een mooie rechte lijn door Senlis naar de oude binnenstad van Senlis. Daar arriveren we bij de kathedraal van Senlis.
We gaan het oude stadspark van Senlis in, tegenover de kathedraal, en vragen bij de achteringang bij de net pauzerende medewerkster van de VVV of we van haar een stempel in onze pelgrimspaspoorten kunnen verkrijgen. Dat gaat niet lukken, volgens haar, want het stempel blijkt zoek te zijn, is onvindbaar. Ook bij het stadsmuseum tegenover de VVV kunnen we geen stempel krijgen.
Op goed geluk gaan we naar de ingang van de kathedraal. Het blijkt dat we wel geluk hebben met het feit dat de kathedraal rond het middaguur open blijft voor het publiek, maar een kathedraalstempel is hier helaas niet verkrijgbaar tijdens de middagpauze.
De hoog opgaande kathedraal heeft schitterende glas-in-lood-ramen.
De brandende kaarsen in de doopkapel en het zonlicht door de kleurrijke kerkramen creëren een mooie licht-sfeer in deze oude kathedraal.
We verlaten de kathedraal na onze rondgang.
We gaan terug naar het stadspark en genieten daar van onze broodjeslunch op een stenen bankje in de zon.
Senlis weer uit
Na deze middagpauze lopen we door het oude stadscentrum in zuidelijke richting. Daarbij passeren we de oude stadsmuur ten zuiden van de oude binnenstad.
Als we nog eenmaal achterom kijken, zien we boven de smalle straat nog de hoge kerktoren van de kathedraal.
Door de nieuwe buitenwijken van Senlis lopen we naar een klein winkelcentrum. Achter dat winkelcentrum hebben we gisteren onze huurauto achtergelaten in een woonwijkje. Hier stappen we om 13:30 uur in de auto, en dan rijden we terug vanuit Senlis naar Bethisy-Saint-Martin, waar we onze andere auto afhalen.
Met beide auto’s rijden we daarna naar Le Mesnil Aubry, waar we de huurauto achter laten voor onze dagtocht van morgen. Tot slot rijden we met onze auto vanuit Le Mesnil Aubry terug naar onze camping in Saint-Leu d’Esserent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten