zondag 6 juni 2010

Passies van het brein

Zondag 6 juni 2010

“Hoe komt het toch:
- dat het soms zo moeilijk is om het zondigen te laten?
- dat we ons allemaal wel eens laten verleiden tot gedrag dat nadelige gevolgen heeft voor onszelf of voor anderen?
Hoe is het mogelijk dat er krachten lijken te zijn waar we geen weerstand aan kunnen bieden? Krachten die ons verleiden tot het onmiddellijk bevredigen van onze behoeften ook al kunnen we voorspellen dat er een moment komt dat we die onmiddellijke behoeftebevrediging zullen berouwen?
Waarom blijven we ons - tegen beter weten in - bezondigen aan bepaald gedrag?”


Op dergelijke vragen zoekt cognitiewetenschapper Margriet Sitskoorn wetenschappelijk verantwoorde antwoorden. Sitskoorn (1966) is neuropsycholoog en hoogleraar Klinische Neuropsychologie aan de Universiteit van Tilburg. Ze verricht onderzoek naar de relatie tussen hersenen en gedrag. Sitskoorn houdt zich vooral bezig met de vraag hoe we onze hersenen en hersenprocessen kunnen ontwikkelen door ons gedrag en onze omgeving te veranderen. Ze kijkt naar mensen die problemen ondervinden door een hersenbeschadiging of aandoening, maar ook naar gezonde mensen.

In het nieuwste boek “Passies van het brein. Waarom zondigen zo verleidelijk is” (2010) van Margriet Sitskoorn beschrijft ze aan de hand van (ten 1e) intrigerende verhalen, (ten 2e) fascinerende wetenschappelijke bevindingen en (ten 3e) controversiële dilemma’s hoe de “zeven zonden” zijn verankerd in ons menselijk brein en hoe ze op slinkse wijze de nobele en minder nobele passies in ons leven bepalen. Onderwerpen als ontrouw, verslaving, manipulatie en macht, maar ook genot, motivatie en doorzettingsvermogen passeren de revue. Gaandeweg het boek wordt duidelijk hoe we invloed op de zonden kunnen uitoefenen en zo hun kracht constructief kunnen gebruiken.

Op het boekomslag zie je de titel van het boek in de afbeelding passend verbeeld: de hersenen (het Brein) in de vorm van een hart (Passie), ofwel de passies van het brein. Een mooie vinding van omslagontwerper Johny Van de Vyver. Achter in het boek is per hoofdstuk (en daarmee ook per zonde) een uitgebreide literatuurlijst opgenomen, ingedeeld in wetenschappelijke artikelen, boeken, websites en columns. Achterin het boek is een woordenlijst opgenomen met daarin anatomische termen en schetsen van een doorsnee van de hersenen met daarin de plaatsen in de hersenen aangegeven die betrokken zijn bij genot en pijn.

In dit boek gaat Margriet Sitskoorn in op de relatie tussen onze hersenen en de verleidelijke kracht van onze zonden. Ze vraagt zich af waar de mens zich door laat leiden, zelfs als het bedrijven van de zonden voor de “zondaar” tot negatieve sociale gevolgen leidt zoals sociale uitsluiting en justitiële opsluiting. Achtereenvolgens komen de zeven zonden aan de orde, zoals: Hebzucht, Afgunst, Trots, Luiheid, Woede, Lust en Vraatzucht.

De eerste zonde die wordt beschreven, is Hebzucht.
Nu is het zo dat verzamelen als evolutionair oude eigenschap zeer nuttig was om in tijden van schaarste de kans op overleven te vergroten, maar je kunt je afvragen wanneer de grens van nog acceptabele verzamelzucht tegenwoordig wordt overschreden. En het lijkt er zelfs op dat onze tegenwoordige overvloed onze hebzucht op hol doet slaan. Kan de hebzucht die leidt tot meer, meer, meer (veelal ook ten koste van de ander) worden beperkt? Sitskoorn: “Rechtvaardig handelen gaat hebzucht tegen en bevordert rechtvaardigheid, bij jezelf en bij anderen.”

De tweede zonde is Afgunst.
Waar je bij jaloezie bang bent om iets wat je als je bezit beschouwt te verliezen, gaat het bij afgunst om iets te willen dat een ander heeft en dat je de ander het begeerde niet gunt als je het zelf niet kunt krijgen. Afgunst schaadt de ander, maar ook jezelf. Sitskoorn over het vechten tegen afgunst: “… kies het constructieve pad … laat je uitdagen tot ontwikkeling van jezelf in de richting die jij voor ogen hebt … en … voel je terecht trots”.

Dan komt de derde zonde: Trots
Deugdzame trots is aan positieve waarden van het zelf gerelateerd en het bevordert prosociaal gedrag. Maar bij een al te overmatige positieve waardering van het zelf, slaat het om naar vervelende hoogmoed, zelfingenomenheid, ijdelheid en arrogantie. Mensen met een leidende positie lopen het gevaar in die asociale richting door te slaan. Sitskoorn geeft remediërende tips: “je macht verliezen … bescheidenheid … het blijven inwinnen van informatie bij anderen … en controles inbouwen om je op het recht pad te houden”.

Bij de vierde zonde van Luiheid bedoelt Margriet Sitskoorn eigenlijk: sociale Luiheid.
Sociale luiheid definieert ze als de onverschilligheid om het leed van anderen. Als je moreel nergens meer heen gaat, eist dat uiteindelijk toch de persoonlijke tol van pijnlijke eenzaamheid. Pijnlijk, omdat onze hersenen sociale hersenen zijn. Pijnlijk ook omdat het leidt tot negatieve effecten op je gezondheid. Machtige mensen lopen gevaar, want macht maakt minder empatisch voor het lijden van anderen. Sitskoorn is heel duidelijk in haar advies: “Wacht dus niet af, maar handel … Kies je doel en ga ervoor … Vecht voor de mooie dingen in het leven … en/of … vecht tegen de ellendige dingen in het leven … en … Een minder hectisch leven”.

De vijfde zonde is wat heftiger: Woede.
Sitskoorns aanname is dat onze hersenen niet in staat zijn tot objectieve waarneming; een gewaarschuwd mens telt dus voor twee. Woede is gevaarlijk, want het brengt je van de pijn in jezelf al snel op de gevaarlijke gedragskant van schadelijke agressie, mede omdat woede je minder gevoelig maakt voor de informatie om je heen. Alhoewel woede genetisch is bepaald, kun je het volgens Sitskoorn verminderen door: “niet alleen maar te blijven denken aan de dingen die je woede hebben opgewekt … en … datgene wat je woede heeft opgewekt in een ander daglicht plaatsen … en … Vergeven … en … actief proberen empathie voor degene die je woedend maakt op te brengen”.

De zesde zonde in dit boek is de: Lust.
Lust is aan de ene kant iets prachtigs en het kan veel goeds brengen, maar lust luistert vaak niet naar rede, lust ken geen grenzen en als het besmet is geraakt met agressie, egoïsme, ongelijkheid en gebrek aan respect, vernedering en dwang, verwordt lust tot een zonde. Naast lust kennen we ook nog genot, als datgene wat je ervaart aan je gevoel van lust of aan de bevrediging van je lust. Sitskoorn over besmettelijke lust: “Zoek professionele hulp … en … probeer je lust van de schadelijke gevolgen vrij te maken”.

En als zevende zonde beschrijft ze de: Vraatzucht.
Vraatzucht noemt Sitskoorn de vleesgeworden zonde in onze maatschappij, die het lichaam belangrijker vindt dan de geest. Vraatzucht leidt tot verhoogde gezondheidsrisico’s en gaat gepaard met hoge kosten en veel persoonlijk leed. De voedingsindustrie zorgt voor een grotere genotswaarde van etenswaren door bijvoorbeeld toevoeging van optimale combinaties van vet, suiker en zout, door kauw-arm voedsel te maken waar vezels uit zijn gehaald en waar geur en visuele aantrekkingskracht hun werk effectief (lees: destructief) doen. Volgens Sitskoorn kunnen we onze hersenen in de strijd werpen tégen vraatzucht: “Stel duidelijke regels voor jezelf … en richt je op sociale interactieverhogende gedragingen en op lichamelijke activiteit .. en Train je hersenen … en … Je nieuwe gedachten en gedrag zullen nieuwe hersennetwerken vormen en stimuleren, waardoor je weer meer controle over je gedrag kunt krijgen” … of … Wat vind je er eigenlijk van om via hersenchirurgie in te grijpen in het gevoel, de gedachten en het gedrag van mensen? Vind je dit geoorloofd bij vraatzucht?”.

Door lichamelijke en sociale gebeurtenissen wordt het genots- en pijnsysteem in onze hersenen geprikkeld. Genot (1) en pijn (2) zijn twee krachten die onze motivatie en gedrag heel geraffineerd sturen. Omdat ons hersensysteem evolutionair gezien nog niet perfect is, moeten we die imperfectie nog opvangen met de derde kracht, die van de wijsheid. Onder wijsheid (3) vallen adequate gedragingen als:
- het vermogen je te verplaatsen in de ander;
- goede beslissingen nemen;
- emotie en kennis integreren;
- jezelf kunnen inschatten;
- prosociaal gedrag vertonen.
Hiermee moeten we het vooralsnog doen, want met deze drie krachten kunnen we een “neurobiologisch netwerk van wijsheid” creëren.

Onze grote uitdaging is een balans te vinden tussen de verschillende passies van het brein, die ons ingegeven worden door evolutionair oude en nieuwe krachten in onze hersenen. Dus laat ons met het oog op geluk en gezondheid maar aan de slag gaan om die balans te zoeken en te vinden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten