Zondag 25 juli 2021
Klimmen op het rotsformatie-bospad van Butte Saint-Martin
Pelgrimsroute van Parijs (F) naar
Santiago de Compostela (S)
Via Turonensis van Parijs naar Saint-Jean-Pied-de-Port (GR655)
Van Torfou naar Etampes
Zondag 25 juli 2021 – 25 km.
Dag 4: 68,9 – 93,9 km.
Motregen
De wekker wekt ons om 6:00 uur in onze caravan op Camping ‘Ile de Boulancourt’
in Boulancourt.
Na het ontbijt verlaten we onze camping om 7:20 uur en rijden we met onze auto
naar het dorpje Torfou. Hier start vandaag onze etappe.
Het is vanmorgen lekker fris, met een temperatuur van 17 graden Celsius bij een
bewolkte lucht. Onderweg rijden we af en toe door motregen. De zon schijnt vandaag
een enkele keer, en dan ook maar heel even. Af en toe krijgen we te maken met
buitjes motregen, en eenmaal een korte bui met wat meer neerslag. Maar voor de rest
is het fris en droog, dus prima wandelweer om de hele dag buiten onderweg te
zijn.
Van Torfou via Chamarande naar
Gillevousin
Als we om 8:10 uur vanuit Torfou het veld in gaan, is het droog. De wind is
fris, maar in een wandelshirt kun je zo prima lopen. Vooral als we even later
het bos in gaan, is een trui teveel van het goede, want we moeten behoorlijk
klimmen over het bospad. Dan stijgt je hartslag, en gaat je temperatuur ook
omhoog. Warmte genoeg dus.
Vanuit Torfou lopen en klimmen we over mooie bospaden een flink eind door Bois
de Chesnay en door Forêt Départementale du Belvédère.
Door een spoortunnel verlaten we dit bosperceel.
Waar we de D146 oversteken, laten we het dorp Chamarande achter ons, en gaat
het verder richting Gillevousin.
Even later wandelen we Hameau Gillevousin binnen.
Het is overal nog zo stil op deze vroege zondagochtend.
Schilderachtige veldflora
Vanuit Gillevoisin gaan we het open veld weer in. Langs de al dan niet geoogste
graanvelden staat aan weerszijden van de veldpaden een rijke variatie aan
bloeiende planten.
We gaan een bosperceel in tussen Le Bois Rond en Bois de la Bouillie. Eigenlijk
wandelen we de hele dag afwisselend door bospercelen en door open velden. Op
één van de akkers die we passeren, zien we een zee van rode klaprozen tussen
het wuivende graan.
We gaan het bos weer in en komen op een gegeven moment op open plekken in het bos, met daar flinke zandduinen. Het is alsof je hier door de stuifduinen van het Friese Appelscha of Bakkeveen loopt.
G655 en/of GR11
Voortdurend houden we de rood-witte GR-wegwijzers in de gaten, maar toch gaat het ergens niet goed, zo blijkt even later. We zouden namelijk het bos bij de D148 uit moeten komen ten westen van het dorpje Villeneuve-sur-Auvers, maar op de plek waar we de wit-rode GR-wegwijzer bij de D148 aantreffen, blijkt het om de wegwijzer van de GR11 te gaan, die aan de oostzijde van het dorpje bij de asfaltweg uit komt. Zonder het in de gaten te hebben, zijn wij dus overgegaan van de rood-witte wegwijzers van onze GR655 op die van de GR11.
Dat is overigens geen probleem, want we hoeven alleen maar over de D148 door het dorp te lopen, om verderop weer terug te keren op de route van de GR655, die dan trouwens samenvalt met de GR11.
Auvers-Saint-Georges en Saint-Fiacre
Voordat we de route op de GR655 weer hervatten, krijgen we op de D148 met een regenbui te maken. Het gebruik van de paraplu volstaat daarbij, vooral ook omdat we aan de voet van de hoog opgaande wegberm lopen. De paraplu steekt dan mooi net boven de wegberm uit, en zo worden we helemaal niet nat bij deze toch wel stevige wind en regen. Ook als we door het open veld langs een graanveld links naar het bos lopen, vangt het hoge graan de wind en een deel van de regen op, en kunnen we prima met de paraplu droog verder, totdat we bij het bos arriveren.
In het bos is een paraplu niet nodig, want daar gaan we verder onder een dik en dicht bladerdak. We komen het bos uit bij Challoup, en wandelen het dorp Saint-Fiacre in bij de D148.
Daar zie ik ook een oorlogsmonument staan, met het opschrift dat duidelijk maakt dat dit de kant is waar de Geallieerde bevrijders het dorp binnenkwamen in 1944, wat voor de inwoners van Saint-Fiacre het eind van de Tweede Wereldoorlog betekende.
Waar we Saint-Fiacre binnen gaan, laten we tegelijk de plaats Auvers-Saint-Georges achter ons.
In Saint-Fiacre komen we langs het gebouwencomplex bij de oude watermolen.
Bij deze Moulin de Pierre Broue steken we de rivier de Juine over.
Vlak vóór de N20 verlaten we Saint-Fiacre.
Etrechy en Le Courdray
Aan de andere zijde van de N20 wandelen we de stad Etrechy binnen.
We hebben Etrechy voor onze koffiepauze in de planning, en schatten in dat we de stad wel in moeten om een café te vinden. Dat blijkt echter mee te vallen, want juist op de plaats waar we naar het stadscentrum door zouden moeten lopen, is een Tabac-bar waar ze ook koffie serveren. We bestellen er een dubbele kop koffie en genieten binnen aan een café-tafel tussen de andere gasten van onze koffiepauze.
Daarna kunnen we direct onze route hervatten langs de buitenring van het stadje. Al spoedig wandelen we bij Butte Saint Martin het bos is. Voor ons betekent dat flink klimmen, maar daarbij komen we op de heuveltop in het bos wel op een prachtige rotspartij terecht.
Dat betekent dus eerst flink klimmen, en daarna over de top steil afdalen.
Iets verderop valt het niet mee om de doorgaande route aan te houden, want overal lopen paden verschillende kanten op. Met enige zoeken, en omdat we de richting globaal goed in beeld hebben, komen we uiteindelijk op het juiste spoor.
Afwisselend lopen we door het bos en door het open veld. Zo passeren we ook bij Le Coudray een boerenhoeve. Aan de linkerkant staat een schuur met alle machines.
Aan de overzijde van de weg staat de rest van de boerderij rond een binnenhof.
Naar de Eglise Saint-Quentin van Brières-les-Scellés
Daarna volgt een lang en breed recht boerenpad tussen de akkers door, recht op een bosperceel en een maïsveld af.
Vanaf dat punt lopen we over een graspad met links het bos en rechts maïsvelden en graanvelden. Af en toe voert het pad ons even door het bos, maar steeds komen we weer op de grens van bos en akkers, tot aan Beauregard.
Vanuit dat buurtschap gaat het over een smalle asfaltweg heuvelafwaarts. Af en toe passeren we oude waterbronnen, waarmee de plaatselijke bevolking kon voorzien in haar waterbehoefte.
Onderaan die asfaltweg wandelen we het dorp Brières-les-Scellés binnen, ter hoogte van de eeuwenoude Eglise Saint-Quentin.
De lucht ziet er dreigend uit. We verwachten regen, maar we gaan toch maar op de stenen bank naast de kerk zitten, achter de tuinmuur, dus uit de wind. Als we nog maar net zitten te brood eten, begint het inderdaad licht te regenen. Maar geen nood, want de paraplu erbij en zo zitten we allebei toch droog onder de paraplu te lunchen.
Op naar Etampes
Als we na deze lunchpauze het dorp weer uit willen lopen door de nieuwbouwwijk, begint het harder te regenen; zo hard dat we ervoor kiezen om bij een tuinhek onder de bomen te blijven staan, om onder de paraplu onder het bladerdek eerst de bui af te wachten. Die duurt maar even, dus al snel kunnen we het open veld weer in.
Nog eenmaal vandaag gaan we het bos in, en ook hier betekent dat flink klimmen op het bospad. Tijdens de afdaling voorbij de heuveltop komen we langs de eerste nieuwbouw van Etampes. Een mooie moderne nieuwbouwwijk is hier gebouwd. En verderop is een groot afgeschermde campus, met hoge hekken afgezet, waar militair personeel en personeel van de Gendarme woont. In Frankrijk zien we regelmatig dat politiepersoneel bij elkaar op een beveiligde campus woont.
Op weg naar het stadscentrum van Etampes komen we in een park langs de Tour Guinette, een zogenoemde donjon uit de 12e eeuw. Die staat zo hoog hier op de heuvel dat je deze donjon vanaf grote afstand buiten Etampes ziet staan.
Eglise Saint-Gilles van Etampes
Voorbij dit parkje komen we bij de sporen en het treinstation. Daar kunnen we via een stalen loopbrug over de sporen, en zo het stadscentrum in.
De bewegwijzerde route brengt ons bij de Eglise Saint-Gilles.
Gelukkig is de kerk open, en daarom gaan we naar binnen om het kerkinterieur en de mooie kerkramen te bekijken.
Beelden van bustes van Saint-Gilles (waar de kerk naar is genoemd) en van Saint-Leu (waar de plaats van onze eerste camping van deze zomer naar is genoemd) hangen in één van de zijkapellen aan de kerkmuur.
Daarna gaan we de kerk uit.
Vlak bij de kerk zien we op het trottoir de metalen wegwijzer van de Jacobsschelp, die pelgrims door steden leiden. Behalve de Jacobsschelp zien we hierop ook de tekst van Saint Jacques de Compostelle.
Tot aan de buitenrand van Etampes
Door een opeenvolging van centrumstraatjes komen we in het langgerekte parkgebied langs de Avenue Théodore-Charpentier.
In dit parkgebied staan ook nog oude muren en gebouwen van weleer. De zon schijnt aangenaam, dus mede daardoor ziet het er allemaal prachtig uit.
Nog een eindje lopen we door, tot bijna aan de rand van Etampes. Als we bij het treinviaduct arriveren waar we gisteren de huurauto hebben geparkeerd, arriveert boven ons een regionale trein op het hooggelegen station.
Aan de andere zijde van het spoorviaduct stappen we om 14:30 uur in de auto, en met deze huurauto rijden we terug naar Torfou, waar we vanmorgen onze auto hebben geparkeerd voor de etappe van vandaag.
Daarna rijden we met twee auto’s naar Valpuiseaux, waar we de huurauto voor morgen achterlaten, en tenslotte rijden we dan met onze eigen auto terug naar de camping in Boulancourt. Ook op de camping karakteriseert de middag zich door wisselend een bui en warme zonneschijn. De temperatuur is vanmiddag zo’n 22 graden Celsius, dus we kunnen – behoudens tijdens de bui - heerlijk buiten zitten en buiten eten bij de caravan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten