woensdag 18 augustus 2021

Pelgrimeren van Combleux naar Cléry-Saint-André

Maandag 2 augustus 2021 

Bij de kathedraal van Orléans

Pelgrimsroute van Parijs (F) naar Santiago de Compostela (S)
Via Turonensis van Parijs naar Saint-Jean-Pied-de-Port (GR655)
Van Combleux naar Cléry-Saint-André
Maandag 2 augustus 2021 – 24,5 km.

Dag 11: 228,4 – 252,9 km.

Frisse start

De wekker wekt ons om 6:00 uur in onze caravan op Camping ‘l’Amitié’ in Nouan-sur-Loire. Na het ontbijt verlaten we de camping om 7:20 uur en rijden we met onze auto naar het dorpje Combleux, aan de Loire.
Hier begint om 8:25 uur onze etappe van vandaag, op dezelfde plek waar we gisteren de etappe beëindigden; bij de sluis van Combleux, net voorbij het café-restaurant van La Patache.
Het is vanmorgen fris, met een temperatuur van 16 graden Celsius bij een bewolkte lucht. De zon schijnt vandaag slechts af en toe. Door de koude wind van vanmorgen is het zo fris dat het dragen van een trui en jas in het begin nog wel enkele kilometers comfortabel is. Het blijft droog, en daarmee hebben we vandaag prima wandelweer, waarbij de temperatuur vanmiddag tijdens onze etappe oploopt naar 23 graden Celsius.

Wandelen langs de Loire
Als we langs het parallelkanaal van de Loire lopen, zien we op een gegeven moment een bever ons tegemoet en daarna voorbij zwemmen.
Bij het plaatsje Le Bourg-Jean-de-Braye verlaten we heel even het pad langs de Loire, om over het iets hoger gelegen kerkplein vóór de plaatselijke kerk langs te lopen.
Daarna gaat het enkele kilometers voortdurend over een mooi hooggelegen voetpad langs het lateraalkanaal, en daarmee ook langs de Loire, met steeds meer zicht op de stad Orléans.
Regelmatig ontmoeten we op dit pad wandelaars, hondenuitlaters, joggers en fietsers, en ook langeafstandsfietsers.

Naar de kathedraal van Orléans
Na 7,5 kilometer zijn we in de stad Orléans. Met behulp van een grote kraanauto wordt er gewerkt aan de walbeschoeiing van de Loire.
Wij weten dat Orléans een hele grote kathedraal heeft, maar het valt ons op dat ons pelgrimspad niet langs de kathedraal gaat. Toch is het maar enkele straatjes verwijderd van de Loire, dus we gaan uiteraard even van de doorgaande route af, omdat we toch wel de kathedraal van Orléans willen bezoeken.
De majestueuze kathedraal staat aan een groot stadsplein, en we zien dat de kerkdeur wijd open staat, dus we gaan naar binnen. Wat een pracht en praal in het schip van de kerk.
Ook de kerkramen en de koorkapellen zijn schitterend.
In één van de kapellen branden de kaarsjes van de kerkbezoekers.
In de kerk is ook een expositie over pelgrimeren.
Hier en daar staan informatiepanelen opgesteld met informatie over Europese, en daarmee ook Franse pelgrimspaden.
Grote banieren en vlaggen brengen veel kleur in het interieur.
Van de medewerker van het verkoopstalletje in de kathedraal krijg ik een kathedraalstempel in onze pelgrimspaspoorten.

Jacobsschelpen als herkenningsteken
Na dit kathedraalbezoek gaan we de schilderachtige straten van de binnenstad van Orléans weer in. We zoeken een geschikte plek op een terras voor een kop koffie, en vinden een moderne koffieplek bij een pas geopende koffie-bar.
Als Durkje even naar binnen is, komt een mevrouw voorbijlopen. Ze ziet de Jacobsschelpen op onze rugzakken, blijft bij me staan, en vraagt of wij nu op weg zijn richting Santiago de Compostela. Als ik bevestigend antwoordt, haalt ze van onder haar shirt een houten hanger aan haar ketting tevoorschijn, en dat blijkt een houten Jacobsschelp te zijn. Dan vertelt ze dat ze vanuit Orléans enkele jaren geleden zelf ook naar Santiago de Compostela is gelopen, en ze geniet er zichtbaar van dat ze ons hier nu op straat ontmoet voor een gesprekje over ons wederzijdse pelgrimeren. Ik vraag haar even te wachten tot Durkje terug komt, en dan vraag ik Durkje om ook haar hanger van een Jacobsschelp aan haar te laten zien, en dan is ook die vorm van wederzijdse herkenning helemaal compleet. Ze vindt het prachtig en wenst ons nog een goede tocht: bonne route!

Verder langs de Loire
Na deze koffiepauze wandelen we door de stadscentrumstraten naar beneden, naar de rivier de Loire. Via de lange stenen boogbrug steken we de Loire over.
Aan het eind van de brug stopt een man op de fiets naast me, en vraagt in het Nederlands of het ons goed gaat onderweg. We raken in gesprek en het Nederlandse echtpaar vertelt dat zij in Fryslân zouden gaan zeilen, maar dat ze er voor hadden gekozen om nu enkele dagen in Orléans te gaan fietsen langs de Loire. Ze verblijven verderop in een hotel, en gaan vandaag op de bonnefooi een route langs de rivier fietsen.
Wij gaan langs de Loire verder, in zuidwestelijke richting.
Als we achterom kijken, zien we de grandioze kathedraal nog ver boven de binnenstedelijke bebouwing uitsteken.

Via Saint-Pryvé-Saint-Mesmin naar Saint-Nicolas
Bij het begin van de plaats Saint-Pryvé-Saint-Mesmin kruisen we een drukke verkeersweg naar een brug over de Loire.
Verderop in het dorp zie ik een grote oude industriële oven staan.
Daarna volgt een aantrekkelijk traject over een hoge rivierdijk, op enige afstand van en langs de Loire. Aan de overzijde van de Loire zien we op een gegeven moment de plaats La-Chapelle-Saint-Mesmin liggen.
Voorbij een stenen wegkruis buigt onze route af naar het zuiden, naar het plaatsje Saint-Nicolas. Daar passeren we Carmel de Micy, wat ons zo op enige afstand een klooster lijkt; wellicht van karmelieten of karmelietessen. Bouwvakkers zijn er aan het werk en het toegangshek is gesloten, dus we kunnen het terrein niet op en het gebouw niet in.
Verderop hangt over een hoge tuinmuur een prachtig bloeiende struik. Het groen van de bladeren en het oranje van de bloemen steekt prachtig af tegen het wit van de wolken en het helderblauw van de opgeklaarde lucht.

Saint-Hilaire-Saint-Mesmin
Vlak voordat we de rivier Le Loiret bereiken, moeten we op de smalle asfaltweg tussen twee verhuisauto’s door lopen. Het zijn getuige de kentekens en de opschriften Duitse verhuiswagens. Achter de verhuisauto raken we in gesprek met de Duitse jonge man wiens inboedel momenteel wordt geladen ter verhuizing. Hij vertelt dat hij beroepshalve moet verhuizen van deze regio naar Normandië, omdat hij daar voor zijn werk moet wonen.
Vrij snel daarna moeten we via een brug de rivier de Loiret oversteken.
Op de bijna drooggevallen zandbanken van de Loiret staan enkele ganzen te ‘pootjebaden’.
Aan de overzijde van de rivier lopen we de plaats Saint-Hilaire-Saint-Mesmin binnen.
We moeten echter onder de brug door en dan langs de Loiret verder, maar verderop zien we ook een mooi park met houten bankjes. Voor ons een mooie gelegenheid om een broodje te eten alvorens we verder gaan langs de rivier. Als we daar naar toe lopen, nemen we het paadje langs de oever van de Loiret, vlak achter de ganzen van zojuist langs.
Na deze broodjes- en rustpauze gaan we vanuit het park weer terug naar de rivier, om dan over de volgende paden langs de Loiret te lopen.
Tussen de bomen door zien we op enig moment een grote groep zwanen statig voort dobberen over de rivier.
Even later verlaten we het pad langs de rivier, om dan met enig klimmen het dorp in te gaan, naar de kerk van Saint-Hilaire-Saint-Mesmin.
Het is een eenvoudige dorpskerk, maar wel met goede smaak gedecoreerd.
In één van de kapellen zie ik een muurschildering van Johannes de Doper, die Jezus Christus in de Jordaan doopt met een Jacobsschelp.
Het koor en de kapellen zijn mooi versierd.

Naar Saint-André
Voorbij Saint-Hilaire-Saint-Mesmin draait onze pelgrimsroute steeds verder weg van de Loire. We lopen in zuidwestelijke richting met rechts op grote afstand de Loire en links op grote afstand de plaats Mareau-aux-Prés. We lopen onder andere tussen kleine bospercelen en grote graanvelden. Hier en daar is hout gekapt in de bospercelen, en ligt het hout soms meters hoog langs de paden en wegen.

Bij het buurtschap Le Passage liggen enkele dikke boomstammen haaks op de weg in de berm, en dat biedt ons de gelegenheid om ze te gebruiken als zitplaats voor een broodjespauze.
Het eerstvolgende dorp dat we binnenwandelen, is Saint-André. Iemand heeft als wegwijzer zelf een gestileerde Jacobsschelp op een houten plank geschilderd en die voor de voorbijtrekkende pelgrims langs de kant van de weg op de route opgehangen, als wegwijzer voor de pelgrim.
We passeren een boerenbehuizing, met op het erf een wagenhok met voornamelijk oude tractoren en aanhangers.
Als we over een binnendoor-paadje lopen, zien we in de verte voor het eerst de hooggebouwde basiliek van Cléry-Saint-André in de verte.

Cléry-Saint-André
Via een omweg wandelen we door Cléry-Saint-André naar de basiliek van het dorp. De route voert ons door het welverzorgde Charles de Gaulle-park, waar we ons laatste broodje eten alvorens we de basiliek gaan bezoeken.
De basiliek is vanuit het park al prominent in beeld.
Tussen het park en de basiliek komen we nog langs een mooie grote koker van het welbekende bruine Cortex-staal, waarin allerlei teksten en afbeeldingen zijn gemaakt die iets te maken hebben met pelgrimeren, met Sint Jacob en met de pelgrimspaden.
Enkele meters verderop staat ook een informatiepaneel met meer informatie over de pelgrimspaden richting Santiago de Compostela.

Speciale rondleiding voor pelgrims in de basiliek van Cléry-Saint-André
Dan komen we bij de basiliek. 
We lopen om de achterkant van de basiliek heen naar de ingang aan de voorzijde.
De deur is open, en we kunnen en gaan naar binnen. Direct bij binnenkomst valt het verschil op met de kathedraal van Orléans. Waar de kathedraal van Orléans één en al pracht en praal is qua decoratie, is deze basiliek veel kaler. Ook hier vallen de hoge, gotische lijnen op.
Al snel worden we door een vrijwilliger aangesproken. We kunnen een basiliekstempel in onze pelgrimspaspoorten krijgen, en daar maken we graag gebruik van. Eén van de beide gastheren haalt het stempel uit de sacristie van de basiliek, en dan krijgen we met veel precisie beiden een prachtig groot basiliekstempel in onze credentials.
Omdat ik in de wandelgids daarover had gelezen, vraag ik naar de Sint-Jacobskapel van de basiliek.
Die is afgesloten voor het publiek, maar voor de pelgrims van Sint Jacobus maakt men een uitzondering. De sleutel wordt gehaald, en dan krijgen we een speciale rondleiding door de Jacobuskapel van de basiliek.
Er staat een prachtig beeld van de heilige Jacobus. Onze gids vertelt dat dit één van de oudste beelden van Sint Jacobus in Frankrijk is. 
Boven het beeld is een groot kerkraam, met daarin de afbeeldingen van de heiligen Jacobus en Andreas.
Op verschillende plekken in de kapel vind je ornamenten die te maken hebben met Sint Jacob en met de geschiedenis van de koning en het land. Ook de houten toegangspoort tot de Jacobuskapel is met mooi houtsnijwerk van Jacobalia versierd.
Als de Sint-Jacobskapel weer is afgesloten, gaat de rondleiding door de basiliek verder. De vrijwilliger vertelt honderduit over de geschiedenis van de kerk. We komen in de sacristie, mogen in de crypte van het koningsgraf kijken, worden in de gelegenheid gesteld om vanuit de sacristie over een smalle stenen wenteltrap de hooggelegen koninklijke bidkapel te bezoeken, krijgen een verhaal over de replica van het praalgraf van de koning, dat na de Beeldenstorm werd geplaatst, en we wandelen langs mooie kerkramen.
Geen moeite wordt door onze gids gespaard om ons alle bijzonderheden van deze basiliek te vertellen, en alhoewel hij zich herhaaldelijk verontschuldigt voor de kwaliteit van zijn Engels, moet worden gezegd dat zelfs met de handicap van onze mondkapjes zijn verhaal ook in het Engels, met af en toe een Frans begrip er tussendoor, heel goed te begrijpen is. We bedanken de enthousiaste vrijwilliger voor zijn gewaardeerde rondleiding en nemen afscheid van onze bevlogen gastheer.

Terug naar de camping
Naast de basiliek hebben we gisteren onze huurauto geparkeerd, dus daar kunnen we nu instappen, om terug te rijden naar Combleux, waar we vanmorgen onze eigen auto hebben achtergelaten. Vanuit Combleux brengen we vervolgens de huurauto naar Saint-Laurent-Nouan, waar onze volgende etappe naar toe zal gaan. Tenslotte rijden we dan met onze eigen auto weer terug naar de camping in Nouan-sur-Loire.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten