zaterdag 6 maart 2021

Een wandelmekka in een web van zandpaden

Zaterdag 6 maart 2021
Over zandpaden door het Noordseveld

 















Fascinerende voetreis door de kop van Drenthe
De Groninger Onlanden en de fijnmazige waterlopen tussen de stad Groningen en het Drentse Veenhuizen vormen een natuurlijke loper die de stad en het platteland verbinden. Hier is in korte tijd een prachtige wildernis geschapen en ontstaan, die zich kan meten aan de vermaarde Oostvaardersplassen of de Veluwe. Reeën foerageren hier tot aan de rand van de Groningse nieuwbouwwijken, de vos struint door het Groninger Stadspark en de bever en de otter voelen zich thuis in de nieuwe, langgerekte moerasdelta.
De in 2016 gepubliceerde wandelgids 'Langs de mooiste diepjes in de kop van Drenthe' is het tweede deel in de 'Wandelknooppuntenreeks' van landschapsjournalist en voetreiziger Fokko Bosker. Deze wandelaar-schrijver neemt je als wandelaar als het ware mee op een voetreis door een fascinerend landschap met een heel eigen geschiedenis.
De twaalf thematische verhalen die bij de twaalf etappes horen, staan stil bij de rijke cultuurhistorie van de streek, bij de opmerkelijke flora en fauna en daarnaast ook bij de ultieme schoonheid van het wandelen. De auteur omarmt de neerbuigende kwalificatie van 'landloper' als geuzennaam en geeft aan het bestaan als lanterfanter een nieuwe, positieve betekenis.
Deze 'landloper' Bosker heeft in zijn wandelgidsen al vele duizenden kilometers in Fryslân en Groningen verkend. De Kop van Drenthe - waarover deze wandelpublicatie gaat - behoort qua afwisseling en ongeplaveide wegen volgens Fokko tot de mooiste streken voor voetreizigers. Bosker voert je met deze wandelgids verhalenderwijs door een wandel-eldorado.

Een lustoord onder handbereik
In zijn wandelgids beschrijft Bosker een uitgestrekt gebied met verhalen, die de historie, de natuurbeleving en het wandelgenot met elkaar verbinden.
De route voert je in zeven etappes over een afstand van 122 kilometer van Groningen, via Roden, Norg en Een naar Veenhuizen, waarna je via Zeijen, Donderen en Eelde weer terug loopt naar de stad Groningen. Deze langeafstandswandeling is verrijkt met vijf rondwandelingen, in en vanuit Roden, Norg, Veenhuizen, Eelde en Groningen, over een totale afstand van 93 kilometer.
De totale afstand van 215 wandelkilometers toont je in twaalf trajecten de schoonheid van de natuur, en vooral van de variatie in oude landschappen. Door het in de loop van de afgelopen jaren herinrichten van de beekdalen is in dit gebied als het ware een samenhangend wildpark van nieuwe natuur geschapen en ontstaan.
In de begeleidende etappeteksten is veel aandacht besteed aan de natte en kruidenrijke groenlanden langs het netwerk van beken en stroompjes, voor de aardkundige vorming van het gebied en voor de cultuurhistorische elementen van deze regio.

Wandelknooppuntenreeks
Alhoewel het boek als tweede deel van een Wandelknooppuntenreeks wordt betiteld, tref je als lezer-wandelaar de Wandelknooppunten niet in de reisgids aan. De wandelgids bevat dus geen routebeschrijving in opeenvolgende wandelknooppunten. Wel wordt in het verhalende deel in globale bewoordingen iets aangegeven van markante punten onderweg, die enige indruk geven van de te volgen route, maar dat is niet een complete routebeschrijving zoals die in wandelgidsen te doen gebruikelijk is. Maar wat wel de route goed aangeeft, dat is de wandelkaart die als bijlage bij deze wandelgids is gevoegd. Die toegevoegde wandelkaart is goed gedetailleerd, en daarop staan in verschillende kleuren de routes van de zeven etappes van het hele traject en ook van de vijf rondwandelingen. Deze wandelkaart zou moeten volstaan om correct 'en route' te blijven.

Een wandelmekka in een web van zandpaden
Durkje en ik hebben ervoor gekozen om vandaag de vierde etappe van deze wandelgids te gaan lopen.
Deze vierde etappe is het Rondje Norg, volgens de wandelgids 19 kilometer lang. 
Het thema van deze wandeling is 'Een wandelmekka in een web van zandpaden'. De route voert ons over een groot aantal zandpaden door het beekdal van het Oostervoortse Diep. Dit rijk vertakte netwerk van smalle en brede zandpaden, vormt samen het wandelmekka van Norg. 
Deze vierde etappe begint op de Brinkhofweide nabij de 13e eeuwse Catharinakerk van Roden. De route voert ons dan door het Norgerholt, over de Oosteresch, langs Westerveen, door de Peestermaden en over het Noordsche Veld, om dan door het Noordseveld weer terug te keren naar Norg.

Van Norg naar het Norgerholt
Om 8:20 uur verlaten we Feinsum en rijden we met de auto naar het centrum van Norg. Als we vertrekken uit Feinsum regent het licht en de temperatuur is 3 graden Celsius. Die loopt vandaag op tot maar 7 graden Celsius. Als we in het Drentse es-dorp Norg arriveren, regent het niet meer. We vertrekken om 9:30 uur vanaf de Brinkhofweide, met het zicht op de 13e eeuwse Margarethakerk van Norg. Langs deze Sint-Margarethakerk lopen we in westelijke richting. Bij de voorbereiding van deze etappe zag ik dat de routebeschrijving in onze wandelgids niet correspondeert met de route op onze wandelkaart die bij deze wandelgids hoort. Duidelijk is wel dat we niet de beschrijving uit de wandelgids moeten opvolgen, maar dat we de wandelkaart als leidraad moeten nemen. 
Daarom volgen we het Boersma's Pad het dorp uit, om daarna over het zandpad van de Heegkampsweg naar het Norgerholt te lopen. Bodemonderzoek wees hier uit dat dit bos al tenminste 1.000 jaar oud is, en dat het daarmee één van de oudste bossen van Nederland is.
Aan de overzijde van de Asserstraat gaan we weer een zandpad op, om dan over de Reeweg en Bonhagen door een mooi oud Drents essen-landschap te wandelen. De zon breekt door, dus even genieten van het lenteweer.
Ten zuiden van een nieuwbouwwijk van Norg gaan we over een brede zandweg (de Veldweg) het bos in. Daar passeren we het oorlogsmonument voor de gevangenen uit het Groningse Scholtenshuis, die in de Tweede Wereldoorlog vlak voor de bevrijding hier werden gefusilleerd.
In het bos komen we dan op een open plek, die het Westerveen wordt genoemd. Hier ligt een kruis van vier korte en brede waterlopen, die alle vier naar het midden aflopen, naar een klein bosven. Schoonebeker heideschapen lopen op het grasland tussen die waterlopen; al met al een bijzondere open plek hier in een bosperceel.

Over de Oosteresch langs Peest
Vervolgens lopen we over de Oosteresch noordelijk langs het dorp Peest. De zandpaden voeren ons daarna in noordoostelijke richting door een bosperceel van de Peestermaden. Vlak nadat we het Oostervoortse Diep zijn overgestoken, moeten we over een veldpad door een vochtig plasdras-weidegebied. Het waterpeil is hier zo hoog, dat mijn wandelsokken door en door nat zijn als ik het hoger gelegen bosperceel aan de overzijde van dit beekdal bereik. Zoiets heb je natuurlijk liever niet, maar het is geen belemmering om verder te lopen. 

Noordsche Veld, schatkamer van de prehistorie
Langs de bosrand en langs het heideveld van Noordsche Veld lopen we dan parallel aan het Oostervaartse Diep in zuidelijke richting. Waar het bos op houdt en het heideveld begint, staat een houten bank, waarop we plaatsnemen voor een thermoskankoffiepauze. We zien vanaf hier onder andere enkele prehistorische grafheuvels (tussen Steentijd en IJzertijd) van het Noordsche Veld.
Als we even later over een zandpad langs de boomwal van het Noordsche Veld lopen, valt ons op dat hier wel heel veel mierenhopen zijn aan de voet van deze boomwal, toch zeker wel meer dan twintig op een rij. In en op deze mierenhopen zijn de mieren druk in de weer.
Vanuit het zuiden doorkruisen we het open heidegebied 'de Negen Bergen' van het Noordsche Veld. Hier en daar passeren we de prehistorische Celtic Fields en zien we ook de 2.800-4.000 jaar oude grafheuvels, waarvan een aantal zijn gerestaureerd, nadat ze op last van de Duitse bezetters in de Tweede Wereldoorlog zijn verwijderd, om hier een imitatie vliegveld aan te leggen, als afleidingsinstrument voor de Geallieerden.
Voorbij een informatiepunt gaat we het bos in, om in dezelfde richting door te lopen tot aan het Donderboerkamp, een voormalig munitieterrein van Defensie, waarvan nog 24 munitiebunkers resteren, uit de tijd van de Koude Oorlog, waarin de Amerikaanse bondgenoot haar munitie opsloeg in de bunkers onder aarden wallen.

Terug door Peestermaden en Noordseveld
Dan arriveren we bij de Natuurplaats Noordsche Veld, waar onder andere een bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer is gevestigd. Bij het restaurant is het mogelijk om consumpties-to go te kopen, dus daar maken we dankbaar gebruik van. Tijdens onze pauze op een houten bankje genieten we hier van een kop verse koffie en een kop heerlijke warme soep.
Als we even later in het bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer staan, schuilen we daar voor een fikse hagelbui, die over gaat in een langdurige lichte regenbui.
Als het nagenoeg droog is, steken we de Donderseweg over, om dan aan de overzijde nog op de grens van bos en veld parallel aan de N858 in de richting van Norg te lopen.
We steken het Oostervaartse Diep weer over, en volgen de Donderseweg een eindje, alvorens we die N858 oversteken om dan over brede zandpaden door het Noordseveld en het Oosterveld weer terug te wandelen naar Norg.
Vanuit Norg rijden we voor een gezinsbezoek naar Meerstad, vanwaar we na het avondeten weer terug rijden naar Feinsum. We zijn ruimschoots vóór 21:00 uur weer thuis, dus ook ruim vóór het ingaan van de avondklok, één van de maatregelen in de hedendaagse strijd tegen het Corona-virus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten