Langs de Rodervaart met het Leekstermeer achter ons |
Fascinerende voetreis door de kop van Drenthe
De Groninger Onlanden en de fijnmazige waterlopen tussen de stad Groningen en het Drentse Veenhuizen vormen een natuurlijke loper die de stad en het platteland verbinden. Hier is in korte tijd een prachtige wildernis geschapen en ontstaan, die zich kan meten aan de vermaarde Oostvaardersplassen of de Veluwe. Reeën fourageren hier tot aan de rand van de Groningse nieuwbouwwijken, de vos struint door het Groninger Stadspark en de bever en de otter voelen zich thuis in de nieuwe, langgerekte moerasdelta.
De in 2016 gepubliceerde wandelgids 'Langs de mooiste diepjes in de kop van Drenthe' is het tweede deel in de 'Wandelknooppuntenreeks' van landschapsjournalist en voetreiziger Fokko Bosker. Deze wandelaar-schrijver neemt je als wandelaar als het ware mee op een voetreis door een fascinerend landschap met een heel eigen geschiedenis.
De twaalf thematische verhalen die bij de twaalf etappes horen, staan stil bij de rijke cultuurhistorie van de streek, bij de opmerkelijke flora en fauna en daarnaast ook bij de ultieme schoonheid van het wandelen. De auteur omarmt de neerbuigende kwalificatie van 'landloper' als geuzennaam en geeft aan het bestaan als lanterfanter een nieuwe, positieve betekenis.
Deze 'landloper' Bosker heeft in zijn wandelgidsen al vele duizenden kilometers in Fryslân en Groningen verkend. De Kop van Drenthe - waarover deze wandelpublicatie gaat - behoort qua afwisseling en ongeplaveide wegen volgens Fokko tot de mooiste streken voor voetreizigers. Bosker voert je met deze wandelgids verhalenderwijs door een wandel-eldorado.
Een lustoord onder handbereik
In zijn wandelgids beschrijft Bosker een uitgestrekt gebied met verhalen, die de historie, de natuurbeleving en het wandelgenot met elkaar verbinden.
De route voert je in zeven etappes over een afstand van 122 kilometer van Groningen, via Roden, Norg en Een naar Veenhuizen, waarna je via Zeijen, Donderen en Eelde weer terug loopt naar de stad Groningen. Deze langeafstandswandeling is verrijkt met vijf rondwandelingen, in en vanuit Roden, Norg, Veenhuizen, Eelde en Groningen, over een totale afstand van 93 kilometer.
De totale afstand van 215 wandelkilometers toont je in twaalf trajecten de schoonheid van de natuur, en vooral van de variatie in oude landschappen. Door het in de loop van de afgelopen jaren herinrichten van de beekdalen is in dit gebied als het ware een samenhangend wildpark van nieuwe natuur geschapen en ontstaan.
In de begeleidende etappeteksten is veel aandacht besteed aan de natte en kruidenrijke groenlanden langs het netwerk van beken en stroompjes, voor de aardkundige vorming van het gebied en voor de cultuurhistorische elementen van deze regio.
Wandelknooppuntenreeks
Alhoewel het boek als tweede deel van een Wandelknooppuntenreeks wordt betiteld, tref je als lezer-wandelaar de Wandelknooppunten niet in de reisgids aan. De wandelgids bevat dus geen routebeschrijving in opeenvolgende wandelknooppunten. Wel wordt in het verhalende deel in globale bewoordingen iets aangegeven van markante punten onderweg, die enige indruk geven van de te volgen route, maar dat is niet een complete routebeschrijving zoals die in wandelgidsen te doen gebruikelijk is. Maar wat wel de route goed aangeeft, dat is de wandelkaart die als bijlage bij deze wandelgids is gevoegd. Die toegevoegde wandelkaart is goed gedetailleerd, en daarop staan in verschillende kleuren de routes van de zeven etappes van het hele traject en ook van de vijf rondwandelingen. Deze wandelkaart zou moeten volstaan om correct 'en route' te blijven.
Een enkeltje van de hel naar het paradijs
Durkje en ik hebben ervoor gekozen om vandaag de tweede etappe van deze wandelgids te gaan lopen.
Deze tweede etappe is een rondje, en is volgens de wandelgids 20 kilometer lang. Je kunt de route met twee kilometer inkorten, door het uitstapje richting Leekstermeer door de Polder Leutingewolde over te slaan. Wij lopen echter de gehele route, tot bijna aan het Leekstermeer.
De in 2016 gepubliceerde wandelgids 'Langs de mooiste diepjes in de kop van Drenthe' is het tweede deel in de 'Wandelknooppuntenreeks' van landschapsjournalist en voetreiziger Fokko Bosker. Deze wandelaar-schrijver neemt je als wandelaar als het ware mee op een voetreis door een fascinerend landschap met een heel eigen geschiedenis.
De twaalf thematische verhalen die bij de twaalf etappes horen, staan stil bij de rijke cultuurhistorie van de streek, bij de opmerkelijke flora en fauna en daarnaast ook bij de ultieme schoonheid van het wandelen. De auteur omarmt de neerbuigende kwalificatie van 'landloper' als geuzennaam en geeft aan het bestaan als lanterfanter een nieuwe, positieve betekenis.
Deze 'landloper' Bosker heeft in zijn wandelgidsen al vele duizenden kilometers in Fryslân en Groningen verkend. De Kop van Drenthe - waarover deze wandelpublicatie gaat - behoort qua afwisseling en ongeplaveide wegen volgens Fokko tot de mooiste streken voor voetreizigers. Bosker voert je met deze wandelgids verhalenderwijs door een wandel-eldorado.
Een lustoord onder handbereik
In zijn wandelgids beschrijft Bosker een uitgestrekt gebied met verhalen, die de historie, de natuurbeleving en het wandelgenot met elkaar verbinden.
De route voert je in zeven etappes over een afstand van 122 kilometer van Groningen, via Roden, Norg en Een naar Veenhuizen, waarna je via Zeijen, Donderen en Eelde weer terug loopt naar de stad Groningen. Deze langeafstandswandeling is verrijkt met vijf rondwandelingen, in en vanuit Roden, Norg, Veenhuizen, Eelde en Groningen, over een totale afstand van 93 kilometer.
De totale afstand van 215 wandelkilometers toont je in twaalf trajecten de schoonheid van de natuur, en vooral van de variatie in oude landschappen. Door het in de loop van de afgelopen jaren herinrichten van de beekdalen is in dit gebied als het ware een samenhangend wildpark van nieuwe natuur geschapen en ontstaan.
In de begeleidende etappeteksten is veel aandacht besteed aan de natte en kruidenrijke groenlanden langs het netwerk van beken en stroompjes, voor de aardkundige vorming van het gebied en voor de cultuurhistorische elementen van deze regio.
Wandelknooppuntenreeks
Alhoewel het boek als tweede deel van een Wandelknooppuntenreeks wordt betiteld, tref je als lezer-wandelaar de Wandelknooppunten niet in de reisgids aan. De wandelgids bevat dus geen routebeschrijving in opeenvolgende wandelknooppunten. Wel wordt in het verhalende deel in globale bewoordingen iets aangegeven van markante punten onderweg, die enige indruk geven van de te volgen route, maar dat is niet een complete routebeschrijving zoals die in wandelgidsen te doen gebruikelijk is. Maar wat wel de route goed aangeeft, dat is de wandelkaart die als bijlage bij deze wandelgids is gevoegd. Die toegevoegde wandelkaart is goed gedetailleerd, en daarop staan in verschillende kleuren de routes van de zeven etappes van het hele traject en ook van de vijf rondwandelingen. Deze wandelkaart zou moeten volstaan om correct 'en route' te blijven.
Een enkeltje van de hel naar het paradijs
Durkje en ik hebben ervoor gekozen om vandaag de tweede etappe van deze wandelgids te gaan lopen.
Deze tweede etappe is een rondje, en is volgens de wandelgids 20 kilometer lang. Je kunt de route met twee kilometer inkorten, door het uitstapje richting Leekstermeer door de Polder Leutingewolde over te slaan. Wij lopen echter de gehele route, tot bijna aan het Leekstermeer.
Het thema van deze wandeling is 'Een enkeltje van de hel naar het paradijs'. Het huidige gebied 'Natuurschoon Terheijl' - waar we vanmiddag doorheen wandelen - was eeuwen geleden een vooruitgeschoven post van de Groninger kloosterorde in Aduard. Omdat het verhaal gaat dat de abt van dat Sint-Bernardusklooster in Aduard monniken die een misstap hadden begaan naar deze kloostervestiging stuurde om daar tot inkeer te komen, kreeg deze strafplaats de spotnaam 'De Helle'. Een geestelijke uit later tijden stichtte echter op deze plek een buitenplaats, die hij 'Paradijs' noemde. De overgang van De Helle naar Paradijs zou je kunnen beschouwen als het enkeltje ter heil (Terheijl).
Deze tweede etappe begint op de Brink bij de 13e eeuwse Catharinakerk van Roden. De route voert ons dan langs het Peizerdiep via Roderwolde en Sandebuur tot aan de zuidoever van het Leekstermeer, om ons daarna via Leutingewolde en Terheijl weer terug te laten wandelen naar de Brink in Roden.
Van Roden naar de koffie-to go
Om 8:00 uur verlaten we Feinsum en rijden we met de auto naar de Brink in Roden. Onze etappe begint daar vandaag om 9:00 uur bij de Roder Catharinakerk. Langs Landgoed Mensinge met haar monumentale 13e eeuwse havezate Mensinge wandelen we Roden uit. Aan het eind van het campingterrein gaan we het zandpad op in de richting van het Lieversche Diep. Toch lopen we daar niet aan toe, want het zandpad buigt af, om dan langs het bosperceel van Hooghout en langs de golfbaan naar de Weehorsterweg te gaan. Daar steken we het Peizerdiep over, waarna we langs de Buiningskampen naar de drukke Roderweg lopen. Gelukkig hoeven we maar een klein eindje langs die verkeersweg te lopen, want als snel buigen we af in noordwestelijke richting, om over het Moleneind richting Foxwolde te lopen.
Om 8:00 uur verlaten we Feinsum en rijden we met de auto naar de Brink in Roden. Onze etappe begint daar vandaag om 9:00 uur bij de Roder Catharinakerk. Langs Landgoed Mensinge met haar monumentale 13e eeuwse havezate Mensinge wandelen we Roden uit. Aan het eind van het campingterrein gaan we het zandpad op in de richting van het Lieversche Diep. Toch lopen we daar niet aan toe, want het zandpad buigt af, om dan langs het bosperceel van Hooghout en langs de golfbaan naar de Weehorsterweg te gaan. Daar steken we het Peizerdiep over, waarna we langs de Buiningskampen naar de drukke Roderweg lopen. Gelukkig hoeven we maar een klein eindje langs die verkeersweg te lopen, want als snel buigen we af in noordwestelijke richting, om over het Moleneind richting Foxwolde te lopen.
Dan hebben we geluk, want we het zag er naar uit dat we onderweg geen verse koffie zouden kunnen drinken, maar tegenover het uit 1884 stammende Peizer tolhuis zien we een koffiepunt staan. Daar staat buiten nota bene een koffieautomaat, waar je verschillende soorten koffie of heet theewater kunt krijgen. Je kunt er cash betalen, of via electronisch betalen, bijvoorbeeld middels een Tikkie. We genieten hier - met dank aan initiatiefnemer Ard - van een vers kopje 'koffie-to go' in de buitenlucht.
Door het historisch landschap van Foxwolde langs het Peizerdiep
Vlak na onze koffiepauze steken we het Peizerdiep weer over, om dan voorbij het Tichelwerk bij het volgende tolhuis (ook 1884) in Foxwolde de Roderwolderweg op te gaan in de richting van de Dobben en het Kleibosch. Een mooie route volgt dan door die twee oerbospercelen van Het Drentse Landschap. Eeuwen geleden groeven de monniken van het Sint-Bernardusklooster van Aduard hier de potklei op om er bij hun Tichelwerk kloostermoppen van te bakken, waarmee met name kloosters en kerken werden gebouwd. We passeren dus een alleszins historische plek.
Voorbij het bos komen we weer in het open veld van Polder Zuidermaden, om daar over een hoge polderdijk langs een brede aftakking van het Peizerdiep te wandelen op het grasdijkpad naar de Schipsloot. Eergisteren liepen we aan de overzijde van het Peizerdiep. In de verte zien we de skyline van Hoogkerk en van de stad Groningen. Tussen ons en dat stedelijk gebied ligt het natuurgebied De Onlanden, waar we eergisteren doorheen wandelden.
Molen Woldzigt en de Jacobskerk van Roderwolde
Als we bij de Schipsloot arriveren, buigen we af naar het noordwesten, om dan langs de Schipsloot naar het vóór ons liggende dorp Roderwolde te lopen. Uit tegenovergestelde richting komt ons door de Schipsloot een gezin met twee kinderen tegemoet in een kano. Ook zij genieten volop van dit mooie gebied en van het schitterende voorjaarsweer bij een temperatuur vandaag van 4 tot 8 graden Celsius, met volop zonneschijn.
Tegenover de olie- en korenmolen Woldzigt (1852) - tevens Nederlands Graanmuseum - wandelen we Roderwolde binnen. Tegenover deze hoge stellingmolen - de hoogste van Nederland - nemen we plaats op een bankje bij het dorpshaventje, voor een kop thermoskankoffie met een broodje; onze tweede pauze.
Na deze pauze lopen we naar de Jacobskerk, die wij in het jaar 2013 ook al eens passeerden tijdens het bewandelen van het Jacobspad, de Groninger aanlooproute voor pelgrims op weg naar het Spaanse Santiago de Compostela. Gelukkig is de kerk open, en kunnen we het interieur van de kerk, met haar mooi gedecoreerde kerkramen bekijken. Verder is de Jacobskerk ook stempelplaats voor de passerende pelgrims van Sint Jacobus.
Na dit kerkbezoek wandelen we Roderwolde uit over het Kruiskamp.
Van Sandebuur langs het Leekstermeer naar Leutingewolde
Vanaf de Kruiskamp wandelen we naar het buurtschap Sandebuur, gebouwd op een zandrug te midden van de laaggeleden weiden rondom. Voorbij het laatste huis van Sandebuur gaat de route verder als karrenspoor, en nog weer verderop als een veldpad over de polderdijk Sandebuurse Dijk van Polder Leutingwolde, die de grens vormt met het natuurgebied rondom het Leekstermeer.
Zodra we bij de Rodervaart aankomen, draait de wandelrichting naar het zuiden, langs het broekbos van Korte Bolmert. Voorbij de oude vuilstortplaats en het water van de Goltbooren komen we bij het gemaal Rodervaart en de houten fietsers- en voetgangersbrug over de Rodervaart. Wij steken hier de Rodervaart over, om dan door een glooiend landschap naar de Esch van Leutingewolde te lopen.
Even later lopen we het buurtschap Leutingewolde binnen, voornamelijk bestaande uit boerderijen in een rustieke dorpsomgeving. Nadat we De Ring rechtsom zijn gegaan, volgt een lang stuk langs de Turfweg het buurtschap uit, naar de N372 (de drukke weg tussen Leek en Roden).
De Helle, Vagevuur en Paradijs nu Natuurschoon Terheijle
Als we aan de andere zijde van de N372 de routekaart willen opvolgen, stuiten we op een erf op drie waarschuwingsborden, namelijk: doodlopende weg, eigen weg en verboden toegang. We bellen aan bij de woning en vragen de bewoner of hij ons de goede weg kan wijzen. Dan blijkt dat deze eigen weg al enige tijd niet meer is opengesteld voor het doorgaande publiek, en dat slechts enkele honderden meters verderop de wandelroute verder gaat. Als we bij die laan van de Toutenburgsingel aankomen, zien we een opgemetselde toegangspilaar van rode potklei-steen, met in de metselsteen de naam 'Terheijl', als verwijzing naar het natuurgebied van Landgoed Natuurschoon Terheijl, dat wij tijdens deze etappe gaan doorkruisen.
We gaan de laan in en lopen dan door tot aan de pingoruïne met de onheilspellende naam Vagevuur. Hier zijn we dus aankomen in het land van De Helle en van Paradijs, waarover ik hierboven reeds schreef, verwijzend naar het thema van deze wandeletappe.
Bij Vagevuur zijn twee houten bankjes. De grote bank is in gebruik bij drie gezinnen met basisschoolkinderen. Wij nemen plaats op het andere bankje aan de waterkant, en dan vindt Durkje onder het bankje een zogenoemde Happy Stone. Ze roept de kinderen, die dit fraai beschilderde natuursteentje graag willen hebben. Eén van de meisjes is de gelukkiger verkrijgen van al weer zo'n verrassingssteen, die je momenteel op de mooiste en gekste plaatsen kunt vinden. Wij pauzeren hier, om ons brood te eten en weer iets te drinken, alvorens we verder gaan.
IJs op de Roder Brink
Daarna volgt een rondje door dit bosgebied en langs de Maatlanden. In het zuidelijke bosperceel volgen we het pad zoals dat aangegeven is op onze routekaart. Om op dat pad te komen, moeten we echter door een drassige sloot, waarin de boomstammen van het voormalige bruggetje schots en scheef liggen. Dat het smalle bospad kennelijk niet meer bedoeld is om over te wandelen, blijkt wel als we aan het eind van dit bospaadje voor een afsluiting met ijzerdraad komen te staan. We kunnen er echter gemakkelijk omheen lopen, om dan over de brede paden verder te gaan door de opeenvolgende kleine bospercelen van Natuurschoon Terheijl.
We steken op zeker moment de N372 weer over en wandelen dan Roden in. Het enige wat we dan nog maar hoeven te doen is diagonaal in zuidoostelijke richting Roden te doorkruisen, totdat we om ongeveer 15:00 uur - na dus ongeveer 6 uren wandelplezier - weer terugkomen op de Brink bij de Catharinakerk. Op de Brink is de ijssalon open, en omdat het nog steeds stralend zonnig weer is, en we de twintig kilometers erop hebben zitten, trakteren we onszelf maar eens op schepijs.
Na die zomerse traktatie rijden we vanaf de Roder Brink weer terug naar huis in Feinsum.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten